Daar ligt voor mij ligt de essentie: dat we ons laten raken door planten, dieren en dingen. Door wie ze zijn, wat ze doen, hoe ze bewegen en welke verhalen ze vertellen of oproepen. Daardoor kunnen we een relatie met hen aangaan en willen we hen nog beter leren kennen en begrijpen. Zo worden ze deel van ons leven en gaan ze langzaam maar zeker een rol spelen in het nemen van beslissingen. Samenwerking tussen mensen, planten, dieren en dingen is dan bet nieuwe normaal. Zo kan een coöperatieve economie ontstaan met alle economieën op aarde.
Ik herinner me een gesprek dat ik had met Kate Johnson, een Amerikaanse danseres. Zij ziet het lichaam als een data verzamelaar van bewegingen, als een instrument om af te stemmen op relaties. Het maakt niet uit of dat bewegingen zijn van mensen of van andere wezens, ons lichaam reageert op en maakt contact met beide.
Ik ben zelf een danser en ik herken wat Kate zegt. Dansen is een manier om door de tijd en de ruimte te bewegen. Als ik dans kan ik voelen wat aan het ontstaan is, hoe de ene beweging uit de andere voortvloeit en hoe de beweging van de ander mij verandert.
Dans is een taal die je niet meteen in woorden om kunt zetten. Als je zoals Björk, in Dancer in the Dark, danst op het ritme van een fabriek, dan ervaar je de machines en word je er deel van. Die ervaring is cruciaal wanneer we een coöperatieve economie willen ontwikkelen. Een economie waar alle huishoudens van mensen, dieren, planten en dingen elkaar versterken en er voor zorgen dat ieders huis op aarde een plaats heeft en bewaard blijft. Laten we al dansend een coöperatieve economie ontwikkelen.