Week 9, Groot Groter Grootst
Bedrijven maken graag veel van hetzelfde. Sinds de industriële revolutie massaproductie mogelijk maakte, geldt het adagium: hoe meer je maakt hoe beter. Of eigenlijk: hoe goedkoper, want hoe groter de oplage hoe lager de stuksprijs. Machines en robots worden dan ook vooral ontworpen met het oog op veel en nog veel meer produceren. Dat deze machines veel kosten drijft de druk op de grote aantallen alleen maar op.
In de loop van de tijd zijn we veel en groot gaan zien als het equivalent van succes.
Dat idee heeft de laatste decennia ook buiten economie postgevat. Festivals waar meer dan vijftig duizend bezoeker komen zijn geen uitzondering. Optreden in de Arena of het Gelredome betekent dat je ultiem succesvol bent als musicus of performer. Tentoonstellingen met honderdduizenden bezoekers zijn een ware triomf. Dankzij Corona kan dat niet meer en moeten we leren om voor een klein publiek te spelen.
Lege zalen
Publiek is belangrijk volgens violist Liza Ferschtman (41) . “Ik heb natuurlijk mijn eigen verhouding tot de muziek, maar muziek voordragen kan ik alleen bij de gratie van een luisteraar.”
Hoe gaat dat als straks de zalen maar halfleeg zijn? ‘Dan weet je dat je hard moet werken, zorgen voor concentratie en focus, om de gaten te dichten en de mensen naar je toe te trekken. Het publiek moet dan ook extra zijn best doen om bij mij te komen. Maar als dat gebeurt, draag je elkaar tijdens een concert.’
Eerlijk gezegd kan ik mij ook niet goed onttrekken aan het idee dat ik succesvoller ben als ik mijn lecture performances in grotere en volle zalen speel. Tegelijkertijd bewaar ik prachtige herinneringen aan twee voorstelling waar bijna geen publiek was. Zo kwamen er tijdens een verregend festival acht mensen naar mijn voorstelling in een klamme tent waar 200 mensen in konden. Ik twijfelde of ik wilde spelen voor zo’n kleine groep.
Toen herinnerde ik me het verhaal van Giovanni Mongiano die 2017 een monoloog speelde in het Teatro del Popolo. Van de 240 kaartjes was er niet één verkocht. De kassa juffrouw was naar zijn kleedkamer gekomen en had gezegd dat hij wel naar huis kon en deze avond maar snel moest vergeten. Mongiano weigerde, ging toch het toneel op en speelde voor de lege zaal zijn monoloog.
Volgens Mongiano was zijn daad er een van pure liefde voor het theater. Columnist Massimo Gramellini schreef daar het volgende over: 'In de huidige spektakelmaatschappij zijn we allemaal een beetje acteurs, die elke dag het podium opkomen om de toestemming van de anderen op te eisen. Alles wordt daarbij gemeten in aantallen, vooral op het virtuele marktplein Facebook. Het idee dat er iets gedaan kan worden zonder dat het door iedereen wordt gezien, puur voor het plezier of omdat iemand vindt dat het moet, lijkt bizar en gratuit en is daarmee heel erg artistiek.'