Belastingheffing over vermogen: Hoe zit dat vanaf 2023?
Eerder dit jaar heeft het kabinet aangekondigd de vermogensrendementsheffing in box 3 aan te willen passen vanaf 2023. Op Prinsjesdag zijn de plannen van het kabinet bekend geworden. In dit artikel lees je hoe de heffing over vermogen in box 3 er vanaf 2023 uit komt te zien.
Hoe wordt vermogen in het huidige stelsel belast in box 3?
Tot de Hoge Raad op 24 december 2021 oordeelde dat de manier waarop vermogen in box 3 werd belast in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), werd uitgegaan van een forfaitair rendement per vermogensschijf dat toeneemt bij een hoger vermogen. Per vermogensschijf werd een forfaitaire vermogensmix gehanteerd. In onderstaande tabel de uitwerking, voordat rechtsherstel werd geboden (2022):
Schijf 1: Van € 0 t/m € 50.650 | Schijf 2: Van € 50.650 t/m € 962.350 | Schijf 3: Meer dan € 962.350 | |
---|---|---|---|
Aandeel spaartegoeden | 67% | 21% | 0% |
Aandeel beleggingen | 33% | 79% | 100% |
Forfaitair rendement (2022) | 1,82% | 4,37% | 5,53% |
Het op basis van de tabel berekende forfaitaire rendement is vervolgens belasting tegen 31% (2022).
Een voorbeeld:
Het vermogen in box 3 bestaat uit € 100.000 spaargeld en € 700.000 aan beleggingen. Het totale vermogen bedraagt dus € 800.000. Wij houden geen rekening met het heffingsvrije vermogen. De box 3 heffing bereken je als volgt:
Het belaste vermogen in box 3 bedraagt € 800.000. Het forfaitaire rendement reken je uit op basis van de tabel zoals hierboven:
Schijf 1: € 50.650 maal 1,82% = € 922
Schijf 2: € 800.000 -/- vermogen belast in schijf 1 ( € 50.650) = € 749.350 maal 4,37% = € 32.747
Totaal forfaitair rendement = € 922 + € 32.747 = € 33.669
De belasting in box 3 bedraagt € 33.669 maal 31% = € 10.437.
Voor iedere belastingplichtige met vermogen in box 3 werd op dezelfde manier de verschuldigde inkomstenbelasting berekend. De daadwerkelijk samenstelling van het vermogen, zoals spaargelden, beleggingen of een tweede woning, hebben hierop geen invloed.
Het nieuwe stelsel: forfaitaire spaarvariant
Op Prinsjesdag heeft het kabinet bekend gemaakt de vermogensrendementsheffing in box 3 te willen aanpassen voor de jaren 2023 tot en met 2025. Hierbij wordt uitgegaan van de forfaitaire spaarvariant. De forfaitaire spaarvariant is ook gehanteerd bij het rechtsherstel over de jaren 2017 tot en met 2022. Het kabinet beoogt om vanaf 2026 een belastingheffing op vermogen te introduceren die aansluit bij het werkelijke behaalde rendement.
Bij de forfaitaire spaarvariant wordt voor drie vermogenscategorieën voor de belastingheffing in box 3 nog steeds een forfaitair rendement als uitgangspunt genomen. De opbouw is als volgt:
Categorie | Forfaitair rendement |
---|---|
Banktegoeden | O.b.v. de actuele spaarrente (2022: 0,01%) |
Schulden | O.b.v. de actuele hypotheekrente (2022: 2,46%) |
Overige bezittingen (tweede woning, verhuurde onroerende zaken, beleggingen, etc.) | O.b.v. het meerjarig gemiddelde rendement op beleggingen in onroerende zaken, aandelen en obligaties (2023: 6,17%) |
Het forfaitaire rendement voor de categorieën banktegoeden en schulden wordt na afloop van het kalenderjaar bekend gemaakt. Dus voor het kalenderjaar 2023 worden deze forfaitaire rendementen begin 2024 door het Ministerie van Financiën gepubliceerd. Het forfaitaire rendement op overige bezittingen wordt, net als bij het huidige stelsel, al eerder bekend gemaakt.
Bij de forfaitaire spaarvariant wordt rekening gehouden met de werkelijke samenstelling van je spaargeld, je schulden en je overige bezittingen in box 3 op de peildatum van 1 januari. Dit vormt de grondslag van de heffing. De vrijstelling van € 57.000 (2023, voor fiscaal partners € 114.000) wordt pro rata in mindering gebracht op het vermogen. Het op basis van de tabel berekende forfaitaire rendement is vervolgens belast tegen 32% (2023).
Een voorbeeld:
Het vermogen in box 3 bestaat uit € 100.000 spaargeld en € 700.000 beleggingen. Het totale vermogen bedraagt dus € 800.000. Wij houden geen rekening met het vrijgestelde vermogen.
Het forfaitaire rendement reken je als volgt uit:
Banktegoeden: € 100.000 maal 0,01% = € 10
Overige bezittingen: € 700.000 maal 6,17% = € 43.190
Totaal forfaitair rendement: € 10 + € 43.190 = € 43.200
De belastingheffing in box 3 bedraagt € 43.200 maal 32% = € 13.824.
Een ander voorbeeld:
Het vermogen in box 3 bestaat uit € 700.000 spaargeld en € 100.000 beleggingen. Het totale vermogen bedraagt dus € 800.000. Wij houden geen rekening met het vrijgestelde vermogen.
Het forfaitaire rendement reken je als volgt uit:
Banktegoeden: € 700.000 maal 0,01% = € 70
Overige bezittingen: € 100.000 maal 6,17% = € 6.170
Totaal forfaitair rendement: € 70 + € 6.170 = € 6.240
De belastingheffing in box 3 bedraagt € 6.240 maal 32% = € 1.997.
De voorbeelden laten zien dat de belastingheffing in box 3 voor een belastingplichtige met belegd vermogen (veel) hoger kan zijn, dan de belastingheffing voor een belastingplichtige met spaargeld. Het hangt dus van de samenstelling van je vermogen af of je meer inkomstenbelasting in box 3 gaat betalen vanaf 2023 ten opzichte van de huidige wetgeving.
Als je schulden in box 3 hebt, dan zal de forfaitaire rente over deze schuld het totale forfaitaire rendement waarover belasting verschuldigd is, verminderen. Leen je om te beleggen, dan heb je volgens het huidig stelsel nagenoeg geen belast box 3 inkomen als de omvang van je schulden gelijk is aan de waarde van je bezittingen. Vanaf 2023 ben je, uitgaande van een forfaitaire rendement van 6,17% over de beleggingen en een forfaitaire rente van 2,46% over de schuld, over circa 3,5% van het vermogen inkomstenbelasting in box 3 verschuldigd zijn. Dit maakt lenen om te beleggen minder aantrekkelijk.
Wat zijn de mogelijke gevolgen voor jou?
Op Prinsjesdag is het wetsvoorstel aangeboden aan de Tweede Kamer. In het najaar zal duidelijk worden hoe de wet er uit gaat zien en hoeveel belasting je verschuldigd bent in box 3 vanaf 2023.
Het kan mogelijk voordelig zijn om beleggingen met een verwacht rendement lager dan het forfaitaire rendement voor de categorie Overige bezittingen in een bv (box 2) aan te houden. In een bv wordt namelijk het werkelijke rendement belast, met een totale belastingdruk van circa 40%. Wij verwijzen je voor het maken van keuzes graag door naar je accountant of belastingadviseur.

Benieuwd naar andere vermogensvragen?
Op onze overzichtspagina vind je nog meer vraagstukken rondom vermogen. Zo lees je er hoe je in je testament het familievermogen kunt beschermen, wat de kenmerken zijn van schenken op papier en hoe je een keuze kunt maken tussen sparen en/of beleggen in de bv of in privé.