Onderzoek

Loonruimte Nederlandse bedrijven stuk kleiner door internationale ontwikkelingen

30 juli 2019 11:34 RaboResearch

Het Nederlandse bedrijfsleven móet de cao-lonen verhogen, stelde premier Rutte op 15 juni 2019. Maar óf dat wel kan, is ook afhankelijk van buitenlandse bedrijven uit dezelfde bedrijfstak, schrijven economen van RaboResearch. Want veel bedrijfstakken staan immers bloot aan concurrentie uit het buitenland.

Meteen de diepte in?Lees de volledige publicatie
Analyse

Als Nederlandse bedrijven lonen verhogen bij een stijging van de productiviteit, en tegelijkertijd de internationale concurrentie dat in hetzelfde geval niet doet, kan dat de concurrentiepositie van Nederland verzwakken. De buitenlandse concurrenten kunnen de loonruimte dan gebruiken of mísbruiken om de prijzen te verlagen en daarmee hun marktaandeel te vergroten of te investeren in bijvoorbeeld onderzoek en ontwikkeling.

Arbeidsproductiviteit en loonkosten

Of ruimte er is voor zo’n loonsverhoging hangt onder andere af van hoe de arbeidsproductiviteit en de loonkosten zich ontwikkelen. Deze loonkosten hebben betrekking op alle kosten die direct gerelateerd zijn aan de inzet van de productiefactor arbeid. Stijgt de productiviteit harder dan de loonkosten, dan is er ruimte om de lonen te verhogen zonder dat dit ten koste gaat van de winst, mits de afzetprijzen gelijk blijven. Deze loonruimte lijkt op macroniveau zeker aanwezig te zijn, zowel vlak voor als in de post-crisisperiode.

Internationale frontier

Investeren in innovatie is belangrijk voor productiviteitsgroei en voor de overlevingskansen van een bedrijf. Als bedrijven een achterstand oplopen ten opzichte van hun meest productieve concurrenten wereldwijd, de zogenoemde internationale frontier, dan kan dat investeringen in vernieuwing en arbeidsproductiviteitsgroei ontmoedigen en hun overlevingskans verkleinen. Het is daarom belangrijk om een oordeel over de loonruimte van een bedrijf of bedrijfstak niet alleen te baseren op loon- en productiviteitsontwikkelingen in eigen land, maar ook te kijken naar de loon- en productiviteitsontwikkeling van internationale concurrenten.

Onderzoek

RaboResearch deed onderzoek naar de productiviteitsniveau’s en loonkostenontwikkeling van 31 bedrijfstakken uit 27 OESO-landen op basis van de EUKLEMS-database en de OECD STAN-database. Daaruit bleek dat de Nederlandse voeding, logistiek, chemie, textiel en delfstoffenwinning qua productiviteit tot de mondiale top behoren. Daarnaast blijkt dat bij twee derde van de bedrijfstakken de loonruimte kleiner wordt als men het in internationaal perspectief bekijkt. Al is bijvoorbeeld binnen de ICT, metaalindustrie en chemie juist het tegenovergestelde waar. In dit licht is een loonsverhoging over de gehele breedte onwenselijk en is er maatwerk - op sectorniveau of zelfs bedrijfsniveau - nodig.

Sociale premies omlaag

Als minister-president Rutte de lonen generiek omhoog wil krijgen, zijn er twee specifieke zaken die hieraan kunnen bijdragen én waar het kabinet zelf invloed op heeft. Zo kunnen de politici eens kritisch kijken of de sociale lasten voor werkgevers niet verlaagd kunnen worden. Uit onderzoek van Bolhuis (2019) blijkt dat de sociale premies tussen 2007 en 2017 twee keer zo hard stegen dan gemiddeld in de Europese Unie. Wanneer de sociale lasten omlaag gaan doen de loonkosten hetzelfde en ontstaat er ruimte om de lonen te verhogen.

Verhogen arbeidsproductiviteit

In tweede instantie kan er ook ingezet worden op het verhogen van de arbeidsproductiviteit via hogere investeringen in innovatie en onderwijs. Als de arbeidsproductiviteit harder groeit ten opzichte van de belangrijkste buitenlandse concurrenten, ontstaat er vanzelf immers ook meer ruimte om de lonen te verhogen. Zo heeft minister Wiebes van Economische Zaken aangegeven zich weer meer te willen richten op de Nederlandse economische groeiagenda. Mooie, maar rijkelijk late woorden, dus is het zaak om deze voornemens snel om te zetten in daden.