Sinds de corona-uitbraak zijn mensen in korte tijd minder en anders gaan winkelen. Veel ondernemers kampen met een fors omzetverlies en vragen verhuurders om begrip. Consumenten winkelen steeds meer lokaal en de trend dat grote binnensteden aan populariteit winnen, ligt voorlopig achter ons. De vraag is vooral wat dit betekent voor de lange termijn. Dat er verliezers zijn is duidelijk. Maar is de winkelmarkt daarmee ook afgeschreven of liggen er toch kansen? Dat lees je hieronder.
Corona doet winkeliers én vastgoedeigenaren pijn
Mensen gedragen zich door het coronavirus anders. Ze mijden drukke plekken, werken vaker vanuit huis en winkelen meer lokaal én online. Ook is het toerisme voor een groot deel weggevallen. Veel ondernemers, zeker in de grotere stadscentra, kampen hierdoor met een fors omzetverlies. Ook nu de intelligente lockdown stapsgewijs wordt opgeheven, keert de oude situatie niet direct terug. Het verplicht afstand houden blijft de winkeliers raken. Onzekerheid over het verdere verloop van het virus en de effecten daarvan op de omzet zijn voor veel ondernemers zwaar. Huisvesting is nu vooral een kostenpost en expansieplannen staan nagenoeg stil.
Zowel de lockdown als de anderhalvemeter economie zet ondernemers voor grote uitdagingen. En dat geldt ook voor vastgoedeigenaren, banken en de overheid. Begin april is er door vertegenwoordigers van deze groepen intensief gesproken over de acute problemen in de sector. Dat leidde tot het Steunakkoord Retailsector. Eind mei gaf VastgoedBelang aan dat ruim 8 op de 10 particuliere verhuurders van winkels een financiële regeling hebben getroffen met hun huurders (Vastgoedmarkt, 2020). Ondanks dat blijven faillissementen niet uit. Beleggers moeten rekening houden met meer leegstand en een toename van de huurderving. Ook is de kans op waardeverlies groot.