Onderzoek
Tien dingen die je moet weten over hybride warmtepompen
De Nederlandse overheid heeft onlangs aangekondigd dat hybride warmtepompen vanaf 2026 de facto de standaard worden voor het verwarmen van woningen. Lees hier de tien dingen die je moet weten over hybride warmtepompen.

De Nederlandse overheid heeft onlangs aangekondigd dat zij de normering van CV-installaties in het bouwbesluit gaat aanpassen, waardoor hybride warmtepompen vanaf 2026 de facto de standaard worden voor het verwarmen van woningen. Dit geldt voor nieuwe systemen. Uitzonderingen op deze aangescherpte normering zijn 1) een ongeschikte woning en 2) een overstap op een ander alternatief, zoals een volledig elektrische warmtepomp of een warmtenet. Dit artikel geeft antwoorden op een aantal frequently asked questions over hybride warmtepompen.
1. Wat is een hybride warmtepomp?
Een hybride warmtepomp is een combinatie van een CV-ketel en een warmtepomp. Warmtepompen bestaan in vele soorten en maten. Zo zijn er warmtepompen die het grootste deel van de benodigde energie halen uit de bodem, uit grondwater of uit ventilatielucht. Maar de meest toegepaste warmtepomp in Nederland maakt gebruik van energie uit de buitenlucht. Dit type warmtepomp bestaat doorgaans uit twee delen: een binnenunit en een buitenunit. De buitenunit zuigt buitenlucht aan, waar energie uit wordt gehaald. Wanneer een warmtepomp met elke eenheid elektriciteit vier eenheden energie uit de buitenlucht kan halen, is de zogenaamde Coefficient Of Performance (COP) van de warmtepomp vier. De COP geeft dus aan hoe efficiënt een warmtepomp is; hoe hoger de COP hoe beter. In een hybride warmtepompsysteem zorgt de CV-ketel standaard voor het warme tapwater en de warmtepomp voor de ruimteverwarming. Alleen wanneer het in de winter zeer koud is en de COP van de warmtepomp te laag wordt, schakelt het systeem ook voor ruimteverwarming over op de CV-ketel.
2. Waarom zet de overheid in op hybride warmtepompen?
De gebouwde omgeving moet in 2050 klimaatneutraal en het liefst ook aardgasvrij zijn. In het Nederlandse Klimaatakkoord van 2019 is de nadruk gelegd op de wijkaanpak om deze doelen te bereiken. Alle gemeenten hebben plannen gemaakt voor het collectief aardgasvrij maken van bepaalde wijken voor 2030. De uitvoering van deze plannen blijkt echter moeilijker dan van tevoren gedacht, waardoor de resultaten van deze aanpak tot op heden tegenvallen. Hierdoor loopt de verduurzaming van de gebouwde omgeving achter op schema, wat niet goed is voor het klimaat en ook niet voor onze op termijn gewenste onafhankelijkheid van (Russisch) aardgas. Daarom verlegt de overheid nu de nadruk van de collectieve wijkaanpak naar de individuele hybride route.
3. Welke huizen zijn geschikt voor een hybride warmtepomp?
Vanaf 2026 zijn hybride warmtepompen in principe de nieuwe standaard voor het verwarmen van woningen, maar dit geldt niet voor ongeschikte woningen. Op dit moment is het onduidelijk hoe de overheid ‘ongeschikt’ gaat definiëren. In het algemeen kan worden gezegd dat hybride warmtepompen niet geschikt zijn voor zeer slecht geïsoleerde woningen, omdat dan een veel zwaardere warmtepomp nodig is die ook nog eens minder efficiënt werkt. De kosten wegen dan niet op tegen de baten. Deze woningen moeten eerst beter worden geïsoleerd. Ook voor zeer goed geïsoleerde woningen (nieuwbouw) is een hybride warmtepomp geen goede optie. In dit geval omdat het initiële aardgasverbruik en de bijbehorende besparingen erg laag liggen. Deze woningen kunnen beter in één keer overstappen op een volledig elektrische warmtepomp.
Omdat een hybride warmtepomp meer ruimte in beslag neemt dan enkel een CV-ketel, kan de toepassing van een dergelijk systeem in kleine woningen een probleem zijn. Daarnaast is een warmtepomp die gebruik maakt van een buitenunit niet altijd geschikt voor gestapelde woningen. Mogelijk kunnen deze woningen wel gebruik maken van andere typen warmtepompen, bijvoorbeeld pompen die werken op ventilatielucht.
4. Wat zijn de voordelen van een hybride warmtepomp?
Het grote voordeel van een hybride warmtepomp ten opzichte van een volledig elektrische warmtepomp (dus zonder CV-ketel) is dat veel meer woningen er gebruik van kunnen maken zonder dat extra aanpassingen nodig zijn. Voor een volledig elektrische warmtepomp moet de woning namelijk erg goed geïsoleerd zijn en is de aanwezigheid van vloerverwarming een voorwaarde. Voor een hybride systeem is dit niet nodig. Los van de investering in de hybride warmtepomp zelf, zijn geen extra aanpassingen aan de woning nodig, al is het altijd goed om te bekijken of extra isolatie nuttig is. Hierdoor liggen de investeringskosten lager ten opzichte van een volledig elektrische warmtepomp. Ten opzichte van aansluiting op een warmtenet is het grote voordeel dat bewoners zelf kunnen bepalen wanneer ze de overstap van CV-ketel naar hybride warmtepomp willen maken. Daarnaast vereist een aansluiting op het warmtenet vaak ook meer aanpassingen aan de woning.
5. Wat zijn de nadelen van een hybride warmtepomp?
Hybride warmtepompen nemen meer ruimte in beslag dan enkel een CV-ketel. Daarnaast maakt het aanzuigen van lucht door de buitenunit geluid, dat vooral voor buren storend kan zijn. Recente wetgeving schrijft voor dat het geluidsniveau van de buitenunit op de erfgrens niet hoger mag zijn dan dat van een vaatwasser. Ten slotte is het nadeel van een hybride warmtepomp ten opzichte van een volledig elektrische warmtepomp of een warmtenet dat de bewoner aangesloten blijft op het aardgasnet. Dit betekent dat hybride warmtepompen in de meeste gevallen geen eindoplossing zijn, maar een tussenstap op weg naar een klimaatneutraal en aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050. Uitzondering hierop zijn wijken waar men uiteindelijk gebruik gaat maken van alternatieve gassen, zoals groen gas of groene waterstof. Deze gassen kunnen ook worden toegepast in combinatie met een hybride warmtepomp.
6. Wat kost een hybride warmtepomp?
Volgens Milieu Centraal kost een hybride warmtepomp ongeveer 5.000 euro meer dan een losse CV-ketel. Hier kun je volgens de organisatie minstens 2.250 euro subsidie voor krijgen. Voor lage en middeninkomens stelt de overheid renteloze leningen beschikbaar via het Nationaal Warmtefonds.
7. Wat levert een hybride warmtepomp de gebruiker op?
Gemiddeld genomen levert een hybride warmtepomp een besparing op van 60 procent van het aardgasverbruik, aldus de overheid. Hier staat een toename van het elektriciteitsverbruik tegenover, maar omdat een warmtepomp het grootste deel van de benodigde energie uit de buitenlucht haalt, is de gasbesparing veel groter dan het extra elektriciteitsverbruik. Bij de huidige energieprijzen (wanneer je nu een nieuw contract afsluit) betekent dit een netto kostenbesparing van ongeveer 640 euro per jaar, uitgaande van een gemiddeld aardgasverbruik van 1.200 m3. Hiermee is de hybride warmtepomp binnen vijf jaar terugverdiend. Zie de bijlage voor meer informatie over deze berekening.
Uiteraard hangt de uiteindelijke terugverdientijd van veel factoren af. Bijvoorbeeld van het huidige aardgasverbruik, de energieprijzen, de kosten van de hybride warmtepomp en de besparing die het hybride systeem oplevert. Bij een halvering van de energieprijzen en maar 40 procent besparing op het aardgasverbruik ligt de terugverdientijd nog nét onder vijftien jaar.
8. Hoeveel aardgas kunnen we besparen met deze nieuwe maatregel?
Uitgaande van een gemiddeld aardgasverbruik en de door de overheid verwachte besparing van 60 procent levert een hybride warmtepomp een directe besparing van 720 m3 aardgas per jaar op. Hier staat tegenover dat een deel van de benodigde extra elektriciteit wordt opgewekt in aardgasgestookte elektriciteitscentrales. Hoeveel dit precies is, is afhankelijk van het moment waarop die elektriciteit nodig is. Als er veel zon en wind is, zullen in verhouding weinig aardgascentrales aan staan. Maar als er weinig hernieuwbare elektriciteitsproductie is, zullen aardgascentrales het leeuwendeel van de elektriciteit opwekken.
Als we de extreme aanname doen dat álle benodigde elektriciteit met behulp van aardgasgestookte centrales wordt opgewekt (wat niet realistisch is), dan kost dat ongeveer 285 m3 aardgas per hybride warmtepomp. Dit betekent dat er alsnog 435 m3 aardgas wordt bespaard, dus 36 procent. Als op een bepaald moment een derde van de ongeveer zeven miljoen huishoudens overschakelt van een CV-ketel naar een hybride warmtepomp, levert dit een besparing op van ruim 1 miljard m3 aardgas. Dit betreft ongeveer 12 procent van het totale aardgasverbruik van alle Nederlandse huishoudens. Uiteraard zal dit percentage toenemen als meer woningen overschakelen naar een hybride warmtepomp, woningen beter zijn geïsoleerd en de benodigde elektriciteit minder of helemaal niet meer met aardgas wordt opgewekt.
9. Zijn er wel voldoende warmtepompen en installateurs?
Wie op dit moment een hybride warmtepomp bestelt, heeft te maken met lange levertijden. Volgens de branche komen deze door tijdelijke logistieke problemen en door een tekort aan arbeidskrachten. De verwachting is dat de leveringsproblemen in 2026 zijn opgelost, maar het is wel zaak om flink te investeren in het opleiden en/of bijscholen van installatiemonteurs. Dit kan een uitdaging worden, aangezien er op dit moment in Nederland een algemeen tekort is aan arbeidskrachten. Daarnaast is er al jaren een tekort aan technisch personeel.
10. Welke bezwaren zijn er tegen grootschalige toepassing van hybride warmtepompen?
Weinig. De terugverdientijd is kort voor woningen die geschikt zijn voor een hybride warmtepomp en de overheid stelt renteloze financiering voor lage en middeninkomens beschikbaar. Verder is de kans op een ongewenste lock-in[1] klein, omdat hybride warmtepompen ook kunnen worden ingezet voor groen gas en waterstof in plaats van aardgas. Daarnaast kunnen huishoudens na vijftien jaar (de levensduur van een hybride warmtepomp) ook overschakelen op een volledig elektrische warmtepomp of op een warmtenet. Ten slotte is de impact van hybride warmtepompen op het elektriciteitsnet beperkt, al is het wel aan te raden om met een duidelijke normering te komen voor het slim kunnen aansturen van (hybride) warmtepompen.
Een punt van aandacht is dat huishoudens die op korte termijn worden aangesloten op een warmtenet niet hoeven te voldoen aan de aangescherpte normen. Op zichzelf is dit logisch, maar in veel gevallen zijn de plannen van gemeenten en warmtebedrijven voor nieuwe warmtenetten nog weinig concreet. De vraag is dus of dit voldoende duidelijkheid biedt voor consumenten. Als dat niet het geval is en mensen alsnog in grote getalen gaan investeren in hybride warmtepompen, wordt het minder interessant om in een dergelijke wijk een warmtenet aan te leggen.
Een ander punt van aandacht is dat hybride warmtepompen in de meeste gevallen geen eindoplossing vormen; als jij ergens woont waar uiteindelijk geen alternatief gas beschikbaar komt, zul je voor 2050 alsnog moeten overstappen op een warmtenet of een volledig elektrisch alternatief. De warmtetransitie in de gebouwde omgeving is dus niet voltooid met de overstap naar hybride warmtepompen, al is het wel een nuttige tussenstap.
[1] Een lock-in is het fenomeen dat bestaande infrastructuur en investeringen de omschakeling naar een nieuw systeem in de weg zitten.
Bijlage: toelichting van de berekeningen
Tabel 1. Aannames en omrekenfactoren

Tabel 2. Terugverdientijd hybride warmtepomp

Tabel 3. Totale hoeveelheid bespaard aardgas
