Onderzoek

Nederland: lockdown en zwakke wereldwijde vraag schaden economie

7 augustus 2020 12:56 RaboResearch

Het effect van de coronacrisis op de Nederlandse economie wordt zichtbaarder. In mei daalden de particuliere consumptie en de industriële dagproductie hard, en in juni liep de werkloosheid sterk op. De vooruitzichten voor het herstel blijven somber.

Zorgelijk kijkende student in coronatijd achter laptop

Nu social distancing en zoveel mogelijk thuiswerken de norm zijn in de Nederlandse samenleving, proberen producenten en consumenten hun weg te vinden in dit 'nieuwe normaal'. Hoewel het virus nog steeds wordt geclassificeerd als 'onder controle', lopen het besmettingsgetal (R0) en het aantal besmettingen weer enigszins op. Maar op dit moment acht de Nederlandse regering het niet nodig om strengere regels te (her)introduceren. Op voorwaarde dat er geen tweede golf en tweede lockdown komen, verwachten we dat het Nederlandse bbp in 2020 met 5,7 procent zal dalen. Het herstel in 2021 zal beperkt blijven tot +2,8 procent, als gevolg van de zwakke buitenlandse vraag en de sterk oplopende werkloosheid die de binnenlandse activiteit remt (tabel 1).

Tabel 1: Verwachtingen voor de Nederlandse economie

Rabobank
Bron: CBS en RaboResearch

Consumptie geschaad door lockdown, stijgende werkloosheid

Vanaf 11 mei werden enkele 'intelligente lockdown'-regels werden afgeschaft, waaronder de sluiting van basisscholen, kinderopvang en bedrijven met fysieke contactdiensten zoals kappers. Hierdoor maakten de eerste tien dagen van mei nog steeds deel uit van de strengste 'intelligente lockdown'-fase. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de particuliere consumptie in mei opnieuw is gedaald, met 12,8 procent jaar-op-jaar: iets minder dan de historische daling in april. Toch is deze daling nog steeds de op één na grootste daling ooit geregistreerd[1] (figuur 1). Dat consumenten door de gedwongen sluitingensimpelweg niet in staat waren om een deel van hun geld uit te geven wordt zichtbaar in cijfers over de dienstenconsumptie. Daaruit blijkt dat consumptie van diensten zoals restaurants, theaters, sportscholen en openbaar vervoer daalde in mei met 22,4 procent op jaarbasis. We verwachten slechts een langzaam herstel van consumptie ondanks dat het dieptepunt in het consumentenvertrouwen lijkt te zijn bereikt en de meeste beperkingen zijn opgeheven. De werkloosheid zal namelijk de komende maanden naar verwachting verder toenemen.

[1] Het CBS heeft geen consumptiecijfers over de periode van 1940-1948.

Figuur 1: Lockdown hinderde consumptie

Rabobank
Bron: CBS

Figuur 2: Stijging in werkloosheid wordt zichtbaar

Rabobank
Bron: CBS

In juni is het aantal geregistreerde werklozen met 74.000 sterk gestegen, waardoor de werkloosheid van 3,6 procent in mei opliep naar 4,3 procent in juni (figuur 2). Uniek is dat parallel aan de stijgende werkloosheid ook de werkgelegenheid is gestegen. Dit komt door een toename van de beroepsbevolking doordat degenen die hun baan eerder in de coronacrisis verloren niet als officieel werkloos werden geregistreerd. In juni zocht deze groep weer werk waardoor ze wél officieel werkloos werden. Sommigen van hen vonden werk omdat de lockdown-regels werden versoepeld, maar tienduizenden niet. We verwachten dat de werkloosheid eind 2020 verder zal stijgen tot 6,8 procent door een toename van faillissementen en reorganisaties. Deze zijn op dit moment nog zeer beperkt, omdat reorganisaties tijd kosten en omdat de Nederlandse overheid nog steeds substantiële ondersteuning biedt aan bedrijven. Deze steunmaatregelen, samen met dalende belastinginkomsten, zorgden er al wel voor dat het kassaldo van de Nederlandse regering in juni daalde tot een tekort van 12,2 miljard euro en dat de (niet-EMU) overheidsschuld sinds maart met 40 miljard euro steeg. Ondanks de grote verslechtering van de overheidsfinanciën, heeft de regering nog steeds genoeg fiscale ruimte om de steunmaatregelen indien gewenst voort te zetten nadat het tweede steunpakket op 1 oktober afloopt.

De industrie zal dit jaar naar verwachting nog niet herstellen van de klap

De seizoensgecorrigeerde industriële dagproductie daalde in mei met 11,9 procent op jaarbasis, na een jaar-op-jaar daling van 10,5 procent in april (figuur 3). Aangezien Nederlandse fabrieken tijdens de internationale lockdown-periode niet hoefden te sluiten, is deze productiedaling vooral een weerspiegeling van de zwakkere vraag in de wereldwijde toeleveringsketens. Positief was dat de handel in de eurozone zich in mei gedeeltelijk herstelde: de export steeg met 10,2 procent maand-op-maand en de import met 6,5 procent maand-op-maand. De vooruitzichten zijn natuurlijk erg afhankelijk van het verdere verloop van de COVID-19-pandemie.

Figuur 3: Duikelende industriële productie

Rabobank
Bron: CBS

Hoewel producenten in de industriesector nog steeds erg pessimistisch zijn over hun huidige orderboek, winnen ze enig optimisme over de toekomst terug. Het producentenvertrouwen is gestegen van -15,1 in juni tot -8,7 in juli, voornamelijk de indicator voor de verwachte bedrijvigheid die steeg naar een positieve 1,1. Bovendien vinden industriële PMI's in de eurozone hun weg voorzichtig terug naar boven in juli en wijzen ze op toekomstige productiegroei. Dit kan positief nieuws blijken voor de Nederlandse PMI van komende maand, welke in juli is gestegen tot 47,9. Maar ondanks enkele kleine tekenen van herstel in deze vertrouwensindicatoren, blijven onze vooruitzichten voor de industrie somber. We verwachten voor 2020 een daling in de toegevoegde waarde van 10 procent op jaarbasis, voornamelijk door een gebrek aan kansen om het huidige productieverlies in te halen als gevolg van de aanhoudend zwakke vraag vanuit het buitenland. Dit zal ook de Nederlandse export schaden, die in 2020 naar verwachting met 7,2 procent jaar-op-jaar zal krimpen (tabel 1).

Nog geen tekenen van een corona-impact op de Nederlandse koopwoningmarkt

Eind juni 2020 waren Nederlandse koopwoningen 4,5 procent duurder dan eind december 2019. In vergelijking met juni 2019 lagen de prijzen zelfs 7,6 procent hoger. Ook werden er 6,6 procent meer koophuizen verkocht dan in de eerste helft van 2019. Dit gebrek aan een corona-impact op de koopwoningmarkt kan worden verklaard door tijd. Er zit namelijk een paar maanden tussen het ondertekenen van een (voorlopig) koopcontract, en de uiteindelijke registratie van de koop door de notaris bij het Kadaster en sleuteloverdracht. Huizen die in juni werden geregistreerd als verkocht (17.722) zijn dus waarschijnlijk op papier al van eigenaar gewisseld in maart, toen de volledige impact van de coronacrisis nog moest komen. We verwachten echter niet dat de Nederlandse huizenmarkt aan de crisis zal ontsnappen. Onze verwachting is een lagere vraag naar koopwoningen van starters en doorstromers door stijgende werkloosheid of angst voor inkomensverlies. Bovendien verwachten we minder activiteit van buy-to-let-investeerders door afnemende vraag naar (internationale) studenten-, toeristen- en expatwoningen. In tegenstelling tot de koopwoningmarkt vertoont de Nederlandse huurmarkt namelijk al wel tekenen van een corona-impact: de huurprijzen in de grootste steden dalen en het aanbod van huurwoningen neemt toe.

Al met al denken we dat de woningverkopen in het derde kwartaal zullen dalen en dat we dit jaar eindigen op ongeveer 195.000 transacties, vergeleken met 219.000 vorig jaar. Minder vraag zal ook leiden tot lagere prijsdruk. We verwachten dat de prijzen in het vierde kwartaal van 2020 beginnen te dalen. Dit jaar zullen huizen jaar-op-jaar nog steeds duurder zijn vanwege de sterke realisaties in het eerste halfjaar, mogelijk zelfs meer dan de 5,6 procent waar we in eerste instantie vanuit gingen. Maar voor 2021 verwachten we een prijsdaling van ongeveer 2,9 procent.

Figuur 4: Huizenprijzen stijgen nog in volle vaart

Rabobank
Bron: CBS

Disclaimer

De op/via deze publicatie door Coöperatieve Rabobank U.A. verstrekte informatie is uitsluitend aan Nederlandse afnemers gericht en is geen beleggingsadvies of enige andere beleggingsdienst in de zin van artikel 1: 1 van de Wet op het financieel toezicht. Lees verder