Onderzoek
Centrale banken als redders in de nood
Monetaire financiering komt vaker voor in de geschiedenis. Het is potentieel gevaarlijk, maar meestal leidt het niet tot hoge inflatie. Onder bijzondere omstandigheden, zoals oorlogen en nu de coronacrisis, is de inzet ervan goed te rechtvaardigen, ook voor de ECB.
Monetaire financiering komt vaker voor in de geschiedenis. Onder bijzondere omstandigheden, zoals oorlogen, is dit goed te rechtvaardigen, ook voor de ECB, schrijft Wim Boonstra, econoom bij de Rabobank en hoogleraar aan de VU.
Op 9 april maakte de Bank of England bekend dat de overheid meer ruimte krijgt om geld van haar te lenen. Monetair financieren dus? Inderdaad, en zo vreemd is dat niet want centrale banken spelen van oudsher een rol in het financieren van de overheid.
Bank of England opgericht om Willem III geld te lenen
De Bank of England is zelfs hiervoor opgericht door de Engelse koning William III of Orange (een nazaat van onze eigen Vader des Vaderlands, Willem de Zwijger). Hij was in oorlog met Frankrijk, maar het ontbrak hem aan de middelen, want het voeren van oorlog is een dure aangelegenheid. Dus richtte hij de Bank of England op om hem uit de financiële nood te redden. Er zijn meer voorbeelden.
Oorlogsfinanciering door de Fed
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kocht de Federal Reserve massaal overheidsobligaties op om te voorkomen dat de lange rente door het grote overheidstekort te veel zou stijgen. Na de oorlog ging de Fed hiermee door; ook de Koreaanse oorlog was een aanslag op de schatkist. Maar inmiddels bleek ook, dat als je te lang doorgaat met monetaire financiering de inflatie op kan lopen. In de VS lag het inflatietempo begin 1951 inmiddels boven de 20 procent en dat werd de Fed te gortig. Na een stevig dispuut met de Treasury trok de Fed aan het langste eind. Sindsdien is zij niet meer verplicht om staatsleningen op te kopen.
Monetaire financiering is als belasting op bier
Monetaire financiering van overheidsuitgaven is een krachtig middel om de economie te stimuleren. De overheid kan door de aanmaak van nieuw geld zogeheten geldscheppingswinst incasseren; dit is het verschil tussen de economische waarde van het nieuw aangemaakte geld en de productiekosten ervan. Geldscheppingswinst is echter niet gratis, maar is een vorm van belasting. Als de overheid met nieuw aangemaakt geld producten aanschaft, worden deze immers aan de private sector onttrokken. In tijden van economische depressie is dat overigens niet echt een probleem. Geldscheppingswinst is dus niet wezenlijk anders dan een belasting op bier, zoals Keynes ooit uitlegde. Het is alleen minder transparant dan gewone belastingheffing. Dat betekent niet dat het altijd verkeerd is. In bepaalde omstandigheden is monetaire financiering zeer verdedigbaar. Het wordt vaak ingezet in tijden van oorlog en crisis. Zoals de voorbeelden hierboven maar ook in de Britse oorlog tegen Napoleon en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Dat de Bank of England dus heeft aangekondigd dat zij bereid is de overheidsuitgaven ter bestrijding van de coronacrisis monetair te financieren, is dan ook niet zo vreemd.
Monetaire financiering leidt meestal niet tot hyperinflatie
Het lijkt een kwestie van tijd totdat andere centrale banken dit voorbeeld volgen. Maar de Europese Centrale Bank (ECB) doet dit dus niet. In de Europese Verdragen is namelijk vastgelegd dat de ECB overheidsuitgaven niet monetair mag financieren. Verschillende Europese landen, waaronder Duitsland, Hongarije en Oostenrijk, hebben in het verleden ervaren waar een uit de hand lopende monetaire financiering op kan uitdraaien: hyperinflatie. Hyperinflatie, een inflatie van 50 procent per maand of hoger, ontwricht een economie en samenleving volledig. Iedere hyperinflatie werd voorafgegaan door een langdurige periode van monetaire financiering. Vooral in Duitsland, waar de hyperinflatie van 1923 de samenleving volledig uit het lood sloeg, is de angst hiervoor groot. Monetaire financiering resulteert echter lang niet altijd in hyperinflatie. Veel hangt af van de politieke context en de kwaliteit van instituties. Landen als de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Italië of Nieuw-Zeeland hebben monetaire financiering regelmatig gebruikt. Dat is nooit uit de hand gelopen. Wel hebben al deze landen op enig moment hun centrale bank op afstand van de dagelijkse politiek geplaatst. Net zoals de Fed na de Tweede Wereldoorlog. Als de centrale bank de ruimte krijgt om de inflatie weer te bedwingen, kan hyperinflatie worden voorkomen.
Nood breekt wet
In Europa is na lang gekissebis een pakket coronamaatregelen afgesproken. De landen die zelf niet genoeg middelen kunnen ophoesten om de crisis effectief te bestrijden, mogen deze bijlenen. De financieel zwakste landen moeten dus na de crisis langdurig bezuinigen om hun nog hogere schulden af te kunnen lossen, in plaats van de economie weer op te bouwen. Op dit moment, nu de economie in een diepe recessie duikt, is inflatiegevaar niet aan de orde. De Europese instituties zijn sterk, de ECB is politiek onafhankelijk. De coronacrisis is een ramp, vergelijkbaar met een grote natuurramp of een oorlog. In tijden van dergelijke rampen geldt dat nood wetten breekt. De in dit geval te breken wet betreft het Europese verbod op monetaire financiering.
Deze column is eerder verschenen op RTL Z/Opinie, 15 april 2020