Onderzoek
Chinees digitaal centralebankgeld reikt verder dan China alleen
China loopt voorop met de invoering van digitaal centrale bankgeld. China benadert dit vooral vanuit de optiek: kan een digitale munt bijdragen aan versterking van de positie van ons in de wereld?
In het kort
Inleiding
De meeste centrale banken zijn zich aan het voorbereiden op de eventuele invoering van Central Bank Digital Currency (CBDC). CBDC is een digitale geldsoort, uitgegeven door de centrale bank. Het wordt weleens aangeduid als een digitale versie van een bankbiljet, maar dat is in veel gevallen onjuist. Er zijn namelijk heel veel varianten mogelijk.
Vrijwel alle centrale banken houden tot op de dag van vandaag nog een slag om de arm of CBDC er uiteindelijk komt. China is de belangrijkste uitzondering op deze regel. Daar loopt inmiddels een verregaande pilot. Als deze pilot slaagt, mag worden verwacht dat de Chinese CBDC al op korte termijn breed wordt ingevoerd. China loopt dus ruim voorop. Het land heeft grote ambities met het digitale geld. De nieuwe munt moet de Chinese economie een stevige impuls geven. Tegelijkertijd zal de Chinese overheid de grip op de Chinese samenleving verder vergroten. Tot slot is het nieuwe geld onderdeel van een verregaand plan om de internationale positie van de Chinese munt, de renminbi, te versterken.[1] Dit kan ten koste gaan van de internationale positie van de euro. De Chinese voortvarendheid zou voor Europese beleidsmakers een stevige aansporing moeten zijn om de euro verder te versterken.
[1] Bij het schrijven van dit artikel had ik helaas geen toegang tot primaire, in het Chinees geschreven bronnen. Het onderstaande is dan ook gebaseerd op Engelstalige, zij het in de meeste gevallen wel Chinese publicaties.
China: van cash based naar bijna volledig giraal in tien jaar tijd
Nog niet zo lang geleden voltrok het betalingsverkeer in de Chinese detailhandel zich nog vrijwel volledig op basis van contant geld. Sindsdien heeft zich een revolutie in het betalingsverkeer voltrokken en is het land een van de koplopers op het gebied van giraal betalen. Anders dan in bijvoorbeeld Nederland en Zweden is deze beweging in China niet in gang gezet vanuit het bankwezen, maar door enkele relatief jonge FinTech-bedrijven (WeChat (Tencent) en Alipay (Ant)). Deze partijen, die als het ware een extra laag vormen tussen de banken en hun klanten, hebben gezamenlijk een marktaandeel van meer dan 90 procent in het Chinese girale betalingsverkeer. Het Chinese girale betalingsverkeer is nu al in staat om circa 100.000 transacties per seconde af te wikkelen.
De Chinese CBDC: DCEP
De People’s Bank of China (PBoC), de Chinese centrale bank, heeft tegen deze achtergrond het initiatief genomen om een eigen digitale munt te ontwikkelen, te weten de Digital Currency Electronic Payment (DCEP). De DCEP is boven alles een digitaal alternatief voor een bankbiljet, zij het dat het op onderdelen andere eigenschappen heeft dan contant geld (zie onder). Wel heeft de DCEP dezelfde waarde als een renminbi. De techniek waarmee het publiek kan betalen is gebaseerd op traditionele betalingsverkeertechnologie en niet op blockchaintechnologie. Alleen zo kan de benodigde massaliteit worden bereikt. Daarbij streeft men naar een capaciteit van 300.000 transacties per seconde. Wel bestaat de mogelijkheid dat de centrale bank zelf blockchain gaat gebruiken, bijvoorbeeld voor wholesale transacties of verevening in DCEP tussen private banken. Hoewel de DCEP een girale munt is, die wordt aangehouden op een rekening bij een private partij, bestaat de mogelijkheid om met een token-based functionaliteit peer-to-peer-betalingen te doen, ook als er geen internet is. Dit is vergelijkbaar met onze voormalige chipknip, maar dan met de mogelijkheid dat mensen rechtstreeks (van de ene card naar de andere) elkaar betalen. Dit is vooral voor adoptie in de rurale Chinese regio’s erg belangrijk. Die token-based functionaliteit gaat breed worden gebruikt, waardoor de DCEP vooral gaat concurreren met contant geld. Sinds enkele maanden loopt een omvangrijke pilot, waar tienduizenden mensen aan deelnemen.
Wat wil de PBoC met de DCEP bereiken?
De PBoC streeft met de invoering van de DCEP verschillende doeleinden na.
Monopolievorming in het betalingsverkeer voorkomen
De PBoC wil voorkomen dat WeChat en AliPay het gehele Chinese betalingsverkeer overnemen. Zij is bang dat als zij geen actie onderneemt, straks het hele betalingsverkeer in handen is van deze private partijen. De DCEP moet daarom het belang van deze partijen terugdringen en de rol van de centrale bank in het betalingsverkeer versterken.
Bevorderen financiële inclusie en verder terugdringen rol contant geld
In grote delen van China overheerst het girale betalen, wat zeer efficiënt is. Maar in de armere delen van het land, met name op het platteland, hebben mensen minder toegang tot bancaire dienstverlening, waaronder regulier krediet. Daar speelt contant geld nog een belangrijke rol. Ook in het criminele circuit en in de gokwereld wordt nog veel met contant geld betaald. Met de DCEP krijgen de mensen ook daar volwaardig toegang tot financiële dienstverlening, maar kan tevens het belang van de contante betaling afnemen. De DCEP moet dus vooral contant geld gaan vervangen. Het gaat qua karakteristieken daarom ook veel op contant geld lijken.
Beter zicht op betaalstromen en voorkomen illegale transacties
In tegenstelling tot girale transacties, die per definitie sporen in een bancaire administratie achterlaten, zijn contante betalingen in hoge mate anoniem. De DCEP gaat zoals gezegd in veel opzichten op contant geld lijken, met de mogelijkheid om van persoon tot persoon rechtstreeks betalingen te kunnen verrichten. Een zekere mate van anonimiteit lijkt daarmee gewaarborgd. Bij nadere beschouwing blijkt evenwel dat de PBoC en dus de Chinese overheid wel degelijk mee kan kijken. Om precies te zijn: bij een transactie tussen twee personen waarbij met DCEP wordt betaald, is de anonimiteit tussen beide personen verzekerd, net als bij een contante betaling. Maar de PBoC kan achteraf altijd zien wie bij die transactie betrokken was. Op deze manier kan men illegale transacties beter opsporen dan wanneer zij cash worden verrekend. Maar men kan ook diepgaand inzage krijgen in het betaalgedrag van individuen.
Verhinderen van kapitaalvlucht
Hoewel China geen vrij grensoverschrijdend kapitaalverkeer heeft, wordt het toch regelmatig geconfronteerd met kapitaalvlucht. Nogal wat Chinezen willen graag een deel van hun vermogen in het buitenland stallen, buiten het zicht van de Chinese overheid. Kapitaalvlucht kan op meer manieren plaatsvinden en is vaak moeilijk te traceren. Internationaal handelende Chinese bedrijven kunnen bijvoorbeeld rommelen met facturen, waardoor per saldo toch geld naar het buitenland kan worden gestuurd. De Chinese overheid is verder, net als die in Europa en de VS, beducht dat zogeheten stablecoins een belangrijke rol gaan spelen als alternatief voor het reguliere geldcircuit. Stablecoins zijn crypto’s, zoals de Bitcoin, maar anders dan de Bitcoin zijn zij, althans in theorie, gedekt door financiële activa. Met name het plan van Facebook om de in 2019 aangekondigde Libra, een digitale valutamand, aan te vullen met nationale stablecoins (dus een euro-Libra, dollar-Libra, renminbi-Libra et cetera) heeft wereldwijd het denken over CBDC bij centrale banken in een stroomversnelling gebracht. Dan zou het bijvoorbeeld ook kunnen gebeuren dat mensen via een Libra-stablecoin geld naar het buitenland kunnen sluizen. De PBoC wil met de DCEP de private stablecoins de wind uit de zeilen nemen. Dit is overigens een overweging die ook bij Westerse centrale banken een belangrijke rol speelt.
Behoud monetaire soevereiniteit
Dit hangt samen met het vorige punt. Als mensen gemakkelijk toegang hebben tot een private stablecoin, kan het gebeuren dat deze als het ware de nationale valuta verdringt. Dit kan gebeuren als mensen het vertrouwen in hun nationale valuta, of hun overheid, verliezen. Iets vergelijkbaars is bijvoorbeeld gebeurd in Zimbabwe, waar als gevolg van hyperinflatie het vertrouwen in de eigen munt helemaal was verdwenen. Hierdoor gingen de mensen massaal buitenlands geld gebruiken, zoals Amerikaanse dollars en Zuid-Afrikaanse rand. De nationale centrale bank verliest dan grip op de monetaire omstandigheden in eigen land. Maar China kan de DCEP ook gebruiken om de monetaire soevereiniteit in andere landen te verstoren.
Box 1: hoe gaat de DCEP eruitzien?
Over de exacte vormgeving van de DCEP bestaat onduidelijkheid. Volgens de BIS betreft de DCEP een zogeheten hybride CBDC. Daarin houden mensen een saldo op naam aan bij de centrale bank, maar worden de transacties geaccordeerd via een tussenlaag van private partijen (waaronder wellicht commerciële banken). Er is dan geen directe interactie tussen de centrale bank en de rekeninghouders, maar de mensen hebben dus wel een rekening op naam bij de centrale bank. Dit zou dan vergelijkbaar zijn met de ideeën die hierover circuleren bij andere centrale banken, zoals de ECB en de Bank of England. Bloomberg, Blockchain News en de China Daily beschrijven DCEP daarentegen als een two-tier system, waarin mensen juist niet direct een rekening bij de PBoC aanhouden. Mensen houden in het laatste geval in het Chinese systeem uitsluitend een DCEP-rekening aan bij een bank of, waarschijnlijker, bij een betaaldienst. Die houden op hun beurt bij wijze van liquiditeitsreserve een saldo aan bij de PBoC dat de hoeveelheid DCEP precies dekt. Ook verevenen zij het interbancaire verkeer in DCEP. Een dergelijk stelsel wordt ook wel aangeduid als een synthetische CBDC (sCBDC) omdat mensen niet een eigen CBDC-rekening bij de centrale bank krijgen. Overigens krijgt de PBoC wel regelmatig een overzicht van de verrichte transacties.
Als het inderdaad gaat om dit laatste model, lijkt het Chinese CBDC-model meer op een Depositobank dan op een echte CBDC. Een Depositobank is een bank die tegenover de bij haar aangehouden CBDC-betaalrekeningen 100 procent liquiditeitsreserves aanhoudt bij de centrale bank. Maar in het Chinese model wordt daartoe dus geen extra instelling opgericht maar gaan de bestaande financiële instellingen extra rekeningen aanbieden die dan 100 procent gedekt zijn. Ook uitingen van de PBoC gaan meer in de richting van een synthetisch model. In technische zin is dit overigens een minder innovatieve sprong vooruit dat een echte CBDC.
Hoe zit het met privacy?
De PBoC zegt de privacy van mensen en dus de anonimiteit van de transacties te zullen respecteren, maar tegelijkertijd geeft zij aan dat zij wel illegale transacties met behulp van DCEP kan opsporen. Het komt er in de praktijk waarschijnlijk op neer de mensen onderling wel betalingen met behoud van anonimiteit kunnen verrichten, maar dat de centrale bank daarentegen inzicht heeft in de transacties. Anonimiteit is dus niet gegarandeerd en de centrale bank krijgt een veel beter zicht op het betaalgedrag van mensen dan zij nu heeft. Verder krijgt de DCEP de status van wettig betaalmiddel. Op die manier worden Chinese ingezetenen verplicht om de DCEP te accepteren, getuige diverse uitlatingen van de centrale bank hierover (South China Morning Post, 10 november 2020). De DCEP is dus niet zozeer ontstaan door een stevige vraag vanuit de Chinese samenleving, maar wordt de bevolking door de overheid opgelegd.
Internationaliseren renminbi
Op dit moment is het internationale gebruik van de renminbi nog relatief klein, zeker in vergelijking met de dollar en de euro. Maar China werkt doelgericht aan het vergroten van dit gebruik en hoopt zelfs dat de renminbi ooit de dollar op kan volgen als mondiaal valuta-anker. China ziet de DCEP als een belangrijk vehikel om de internationale positie van de renminbi te versterken. Buitenlanders kunnen in transacties met China ook gebruik maken van DCEP. Dit heeft voor China als voordeel dat het een groter deel van zijn internationale handel in (digitale) renminbi kan afwikkelen. China heeft wat dit betreft zijn pijlen in eerste instantie gericht op Afrika. Veel Afrikaanse landen hebben geen convertibele munt en de onderlinge handel wordt vaak afgewikkeld in Amerikaanse dollars, op een dure manier. China wil bevorderen dat Afrikaanse landen de DCEP niet alleen in hun handel met China gaan gebruiken, maar ook voor binnenlandse transacties. Hier zien wij een goed voorbeeld van de manier waarop China zich internationaal wil positioneren en hoe diverse projecten en instellingen onder aansturing van de staat hierin samenwerken. Het nieuwste model van de Huawei smartphone bevat namelijk al een app waarmee straks, los van de aanwezigheid van internet, in DCEP kan worden betaald (Eurasia). Bovendien is Huawei nu al de belangrijkste telecomprovider in Afrika.
Merk op dat, hoewel China met de DCEP zijn eigen monetaire soevereiniteit wil beschermen, het blijkbaar geen bezwaar ziet om die van andere landen te ondermijnen. Want als straks niet alleen een groter deel van de handel tussen China en Afrikaanse landen, maar ook een deel van de intra-Afrikaanse handel in DCEP, dus renminbi, wordt afgewikkeld, kan het internationale gebruik van de Chinese munt behoorlijk aan belang winnen.
Tot besluit: is de DCEP een wake-up call?
hina loopt internationaal voorop met de invoering van CBDC. Daarbij bewandelt het duidelijk een ander pad dan veel andere landen die hierover nadenken. In Europa gaat het debat nog steeds vooral over de vormgeving van de CBDC, de vraag of consumenten er wel of geen behoefte aan hebben en wie de kosten moet gaan dragen. De Chinese autoriteiten benaderen deze vraag meer strategisch en vooral vanuit de optiek: kan een digitale munt bijdragen aan de versterking van de positie van China in de wereld?
Er vanuit gaand dat de lopende Chinese pilots succesvol zijn, kunnen we de invoering van de DCEP wellicht volgend jaar al tegemoetzien. Dit kan een belangrijke stap in de verdere giralisering van de Chinese economie betekenen. Het betalingsverkeer wordt verder versterkt door DCEP, want deze voorkomt dat grote private partijen een duopolie met de bijbehorende marktmacht kunnen krijgen. In de achtergebleven gebieden wordt de financiële inclusie vergroot en krijgt iedereen aansluiting op giraal betalen en de daarbij mogelijke financiële diensten. Het zwarte circuit wordt verder teruggedrongen en de Chinese overheid krijgt beter zicht (en grip) op het betaalgedrag van haar burgers in een mate die wij in het Westen waarschijnlijk onacceptabel zouden vinden. Tot slot kan invoering van de DCEP de internationale positie van de renminbi versterken en kapitaalvlucht tegengaan.
De DCEP zal al met al zeker een positieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de Chinese economie. En hoewel de DCEP op onderdelen minder innovatief lijkt dan de CBDC’s die Westerse centrale banken in gedachten hebben, is de Chinese voortvarendheid zonder meer indrukwekkend.
Tegelijkertijd laat deze voortvarendheid ook zien dat China zeer actief werkt aan het versterken van de internationale positie van de renminbi, waarbij de centrale bank en bedrijven als Huawei nauw samenwerken om dit te bewerkstelligen. Hoewel nog ver weg, komt een scenario waarin delen van de Afrikaanse economie de renminbi gaan gebruiken voor grensoverschrijdende en op termijn zelfs binnenlandse transacties geleidelijk dichterbij. Ook mag worden verwacht dat China zal proberen om alle landen die betrokken zijn bij het zogeheten Belt and Road Initiative gebruik te laten maken van de DCEP en dus de renminbi. De renminbi is nu nog een kleine munt in vergelijking met de euro en vooral de dollar. Maar als de DCEP breed wordt omarmd, kan die situatie weleens veranderen. Bezien tegen de achtergrond waarin de internationale positie van de euro al decennia min of meer stagneert, is dit op zijn minst enigszins verontrustend.
Wellicht is de DCEP de belangrijke wake-up call die de Europese beleidsmakers ertoe zal aanzetten om nu eindelijk eens serieus werk te maken van de versterking van de internationale rol van de euro.