Onderzoek
Eurozone: één vertraging maakt nog geen crisis
Na een zwak derde kwartaal trekt de groei in de eurozone de komende kwartalen weer aan. Ondanks zorgen over Brexit, wereldwijde handelsspanningen en Italië staan we niet aan de vooravond van een nieuwe crisis. Wel remmen capaciteitsbeperkingen de groei.
In het kort
Over het hoogtepunt
De sterke groeivertraging in de eurozone in het derde kwartaal van dit jaar geeft te denken. Is het een voorbode voor een sterke economische neergang of slechts een teken dat de piek in de economische groei achter ons ligt? Wij gaan uit van het tweede en verwachten dat de groei de komende kwartalen weer hoger zal liggen dan de 0,2 procent in het derde kwartaal van dit jaar (figuur 1).
De problemen in de auto-industrie die in het derde kwartaal de productie nog hevig remden, lijken geleidelijk op te lossen. Verder is de olieprijs recent weer flink gedaald en ligt deze volgens ons volgend jaar gemiddeld lager dan dit jaar. Dat is positief voor de koopkrachtontwikkeling van huishoudens (figuur 2). Tegelijkertijd trekt de loongroei eindelijk wat aan en is de sterke waardestijging van de handelsgewogen euro in 2018 tot een eind gekomen. Dat helpt volgend jaar de export naar niet-eurozonelidstaten. Tot slot wordt het begrotingsbeleid volgend jaar volgens de huidige regeringsplannen een stukje ruimer en blijft de rente in de meeste lidstaten voorlopig nog laag.
Bovenstaande factoren ondersteunen de economische groei volgend jaar. Tegelijkertijd werken de wereldwijde handelsspanningen en de op handen zijnde Brexit de groei wat tegen. Ook lijkt de inhaalgroei van na de crisis grotendeels voorbij en loopt de eurozone-economie tegen capaciteitsproblemen aan (figuur 3 en 4). Al met al verwachten we voor 2019 en 2020 een groei van respectievelijk 1,7 en 1,6 procent; dit is iets lager dan de 1,9 procent van dit jaar (tabel 1).
Inhaalgroei is voorbij en onbenutte capaciteit beperkt
Belangrijk is om te onderstrepen dat we denken dat de groei in de eurozone de komende jaren gedegen blijft, maar dat we niet meer kunnen rekenen op een groei van boven de 2 procent zoals in 2017. Heel gek is dat niet. De potentiële groei ligt voor de meeste eurozonelanden tussen de 1 en 2 procent per jaar. En in de meeste grote eurozonelidstaten is volgend jaar geen sprake meer van mogelijke inhaalgroei door crisisverlies (figuur 3). Steeds meer bedrijven geven zelfs aan dat een gebrek aan gekwalificeerd personeel en kapitaalgoederen, zoals machines en ict-apparatuur, hun activiteiten remt (figuur 4). En dat remt op zijn beurt de economische groei. Doordat bedrijven onzekerder zijn geworden over de economische vooruitzichten zullen forse kapitaalsinvesteringen niet overal bovenaan op het lijstje staan (figuur 5). Terwijl hogere lonen en productiviteitsverhogende investeringen slechts voor een deel van de bedrijven een uitkomst bieden.
Groei eurozonelidstaten convergeert, Italië blijft zwakste schakel
In tegenstelling tot wat we de afgelopen jaren hebben gezien, ligt de groei die we voor de komende jaren voor de grote lidstaten voorspellen redelijk dicht bij elkaar. Eén land blijft in negatieve zin opvallen, en dat is Italië (zie figuur 6). Het potentieel van die economie is erg zwak. Daarnaast zorgt de onrust over de onconventionele regeringsplannen ervoor dat de rentes oplopen, wat een negatief effect heeft op de economie.
Uitdagingen voor de eurozone
Voor de komende jaren verwachten we dus dat de eurozone-economie nog gedegen groeit. Er kleeft wel een aantal risico’s aan dit beeld, maar wij denken vooralsnog dat de meer pessimistische scenario’s niet uitkomen (zie box 1). Zo gaan wij er in onze raming vanuit dat het VK de EU op 29 maart ordelijk verlaat, dat de VS zijn handelspijlen verder enkel op China richt en ook daar nog maar één stap zet. We verwachten daarnaast dat de Italiaanse regering met haar beleid enkel de vooruitzichten voor de Italiaanse economie verslechtert en de onrust zich niet verspreidt naar andere eurozonelanden.
De aanhoudende groei betekent niet dat eurozone-overheden op hun lauweren kunnen rusten. Het is belangrijk dat de eurozone (economie) zich in deze tijden van economische voorspoed verstevigt om een volgende economische crisis te kunnen opvangen. We zien dat de private sector in de afgelopen jaren flinke slagen heeft gemaakt in het verlagen van de schuld, maar in een aantal lidstaten is er nog werk aan de winkel. Veel overheden, zoals de Nederlandse, hebben hun begrotingstekorten in de afgelopen jaren weliswaar teruggedrongen, maar de financiën staan er structureel nog zwak voor. In de huidige tijden van economische voorspoed valt dat niet op, maar de meeste overheden hebben bijzonder weinig ruimte om de economie te ondersteunen als het straks weer een keer tegenzit.
Op eurozoneniveau wordt er momenteel druk gesproken over maatregelen om de eurozone beter bestand te maken tegen economische en financiële crises. Er is in de crisisjaren veel bereikt, maar we zijn er nog niet. Begin december hebben de ministers van Financiën opnieuw stappen gezet voor verdere risicoreductie in de bankensector, een betere bankenresolutie en een krachtiger ESM om eurozonelidstaten in (potentiële) financiële problemen te hulp te schieten. Over het nut van een eurozone begroting zijn ze het echter niet eens geworden. En van een Europees depositogarantiestelsel, om fragmentatie van de Europese bankensector tegen te gaan, lijkt ook nog lang geen sprake. Het vooruitzicht op een meer EU-sceptisch parlement na de Europese Parlementsverkiezingen van mei 2019 zal de taak om de eurozone te verstevigen er vermoedelijk niet gemakkelijker op maken.
Box 1: Alternatieve scenario’s
Brexit
Door perikelen in het Britse parlement is de kans dat het VK de EU abrupt en zonder transitieperiode verlaat bijna net zo groot als die op een ordelijke Brexit. Dat zou grote gevolgen hebben voor de handel tussen beide partijen, met een groot negatief effect op de Britse en eurozone-economie. Eerder berekenden wij dat de economische groei in de eurozone in een dergelijk ‘harde-Brexitscenario’ in 2019 ongeveer 0,5 procentpunt en in 2020 ongeveer 0,8 procentpunt lager zou kunnen uitvallen.
Handelsoorlog
In de handelsoorlogssaga bestaat nog altijd het risico dat de VS alsnog de tarieven zullen verhogen op auto’s en onderdelen die het land importeert uit de EU. Door het belang van de auto-industrie in een aantal eurozonelidstaten zouden dergelijke tarieven de bbp-volumegroei in de eurozone op zijn minst met enkele decimaalpunten kunnen drukken. De effecten zouden naar verwachting het grootst zijn in Duitsland. Ervan uitgaande dat de EU zou reageren met tegenmaatregelen, kan ook de relatie tussen de VS en de EU in een dergelijk scenario dan rap verslechteren. Ook een verdere escalatie van de handelsoorlog tussen China en de VS dan wij nu voorzien zou de vooruitzichten voor de eurozone-economie kunnen schaden doordat de mondiale economie en wereldhandel daar last van zouden ondervinden. Al suggereren onze eerste berekeningen dat de impact op de eurozone-economie beperkt zal blijven zolang de EU niet verder direct wordt betrokken bij de handelsoorlog. Tot slot zouden de effecten op de eurozone-economie van de huidige verstoorde handelsrelaties groter kunnen zijn dan wij nu vermoeden. Het is namelijk lastig om een exact cijfer te plakken op de indirecte effecten van de huidige spanningen via sentiment, aandelenkoersen en de wisselkoers van de euro.
Italiaans drama
Als de relatie tussen Rome en Brussel dermate verder verslechtert dat emotie alle economische ratio uitschakelt, zouden Italië en de eurozone in een doemscenario terecht kunnen komen waarin Italië de eurozone uiteindelijk onbedoeld verlaat. Met alle negatieve economische gevolgen voor Italië en de eurozone van dien. Wij benadrukken dat wij die kans heel klein achten. Tot dusver hebben we ook nog maar beperkte spillover-effecten naar markten in andere lidstaten gezien. Hoewel (bank-)aandelen en de euro wel lijken te worden geraakt door ontwikkelingen in het Italiaanse begrotingsdebat, is de rente op staatspapier in andere perifere lidstaten nog nauwelijks gestegen. Dat was ten tijde van de Europese schuldencrisis wel anders. Dit kan natuurlijk wel veranderen als de situatie verder escaleert.