Update

De energietransitie op bedrijventerreinen: welke rol kunnen energiehandelsplatforms en energy hubs spelen?

24 maart 2023 10:36 RaboResearch

Nederland kent ongeveer 3.500 bedrijventerreinen. Zij staan voor een flinke uitdaging, want ze moeten toekomstbestendig en dus duurzamer worden. Grofweg kan deze opgave worden onderverdeeld in vier thema’s: klimaatadaptatie, biodiversiteit, circulaire economie en de energietransitie. Dit artikel beschrijft hoe dit laatste thema – de energietransitie op bedrijventerreinen – eruitziet en hoe energiehandelsplatforms en energy hubs hieraan kunnen bijdragen. Ook komt aan bod welke knelpunten er op dit moment zijn om deze instrumenten in te zetten.

aerial view of a car park with solar panels

Aanleiding energietransitie bedrijventerreinen

De nationale overheid, provincies, gemeenten en bedrijven zijn in toenemende mate bezig met de energietransitie op bedrijventerreinen. Maar waarom eigenlijk?

Perspectief van de overheid

Nederland heeft het doel om 55 procent minder broeikasgassen uit te stoten in 2030 ten opzichte van 1990. Dit is een tussenstap richting een volledig klimaatneutrale economie in 2050. In een dergelijke economie worden netto geen broeikasgassen meer uitgestoten. In het in 2019 afgesloten Nederlandse Klimaatakkoord wordt onderscheid gemaakt tussen vijf sectoren: industrie, elektriciteit, mobiliteit, land- en tuinbouw en de gebouwde omgeving. Bedrijventerreinen vallen onder de gebouwde omgeving. Deze sector moet haar broeikasgasuitstoot verlagen van 22 megaton CO2-equivalenten in 2020 naar ongeveer 10 megaton in 2030[1] (zie figuur 1). Volgens TNO kan de bijdrage van de verduurzaming van bedrijventerreinen ongeveer even groot zijn als het aardgasvrij maken van alle woonwijken in Nederland. Om de emissiereductiedoelen van 2030 te behalen, heeft de landelijke overheid er dus baat bij dat de energietransitie op bedrijventerreinen op gang komt.

[1] De exacte hoeveelheid restemissies per sector ligt nog niet vast.

Figuur 1: Uitstoot en indicatieve doelen per sector

Figure 1 Energy Sharing2
Bron: Ontwerp Beleidsprogramma Klimaat, Emissieregistratie, RaboResearch 2023

In het Klimaatakkoord is ook afgesproken dat 30 zogenaamde Regionale Energiestrategie (RES) regio’s in 2030 samen zorgen voor 35 TWh aan elektriciteit uit zon en wind op land. Ook moeten zij in kaart brengen welke gebieden geschikt zijn om hernieuwbare warmte en gassen op te wekken. Bedrijventerreinen zijn mogelijk interessant als locatie voor grootschalige toepassing van zonnepanelen op daken, gevels en parkeerterreinen, windturbines en voor (rest)warmtebronnen, en zijn daarom relevant voor de lokale overheden die participeren in de RES-regio’s.

Provincies hebben vaak ook doelen opgesteld rondom verduurzaming en de energietransitie. Daarnaast is het in hun belang dat bedrijventerreinen toekomstbestendig zijn, zodat ze voor werkgelegenheid en welvaart in de regio kunnen zorgen.

Gemeenten coördineren de warmtetransitie[2] in de gebouwde omgeving. Alhoewel hierbij tot nu toe de nadruk ligt op het aardgasvrij maken van woonwijken, kan het zeker bij de aanleg van warmtenetten interessant zijn om nabijgelegen bedrijventerreinen bij deze plannen te betrekken. Dit kan de businesscase van een warmtenet namelijk verbeteren. Daarom hebben ook gemeenten er belang bij om de energietransitie op bedrijventerreinen te versnellen.

Tot slot proberen steeds meer gemeenten het draagvlak voor de energietransitie te vergroten door burgers en bedrijven financieel mee te laten profiteren van de transitie. Dit kan bijvoorbeeld door ze deels eigenaar te maken van een lokaal energiesysteem (of onderdelen daarvan). Door lokaal opgewekte energie zoveel mogelijk lokaal te verbruiken, kan de waarde van deze energie ook lokaal worden benut. Het idee dat mensen zelf meer zeggenschap hebben over hun energievoorziening draagt eveneens bij aan een positieve beeldvorming van de energietransitie. Als geografisch afgebakend gebied zijn bedrijventerreinen bij uitstek geschikt om een lokaal energiesysteem te creëren, eventueel samen met naastgelegen woonwijken. Dit is soms ook een reden voor gemeenten om de energietransitie op bedrijventerreinen te ondersteunen.

[2] De warmtetransitie betreft het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving.

Perspectief van bedrijven

Veel bedrijven die gevestigd zijn op bedrijventerreinen hebben zelf doelen opgesteld om hun activiteiten te verduurzamen en hun energieverbruik te vergroenen omdat ze dit zelf belangrijk vinden en/of omdat klanten of aandeelhouders hier om vragen.

Daarnaast is strengere milieuwetgeving voor sommige bedrijven een directe aanleiding om hun vervoersbewegingen uitstootvrij te maken. Zij stappen dan vaak over van voertuigen met een brandstofmotor naar elektrische voertuigen.[3]

Verder hebben de volatiele situatie op de energiemarkten en de recente hoge energieprijzen ondernemers ervan bewust gemaakt dat de verduurzaming van hun energieverbruik kan leiden tot een lagere en meer voorspelbare energierekening. Meer grip op toekomstige kosten is daarom voor sommige bedrijven een aanleiding om zich te verdiepen in de energietransitie.

Ten slotte is de netcongestieproblematiek waar Nederland mee te kampen heeft soms een drijfveer voor bedrijven om hun energievoorziening anders in te regelen. In sommige gevallen is bijvoorbeeld het opwekken van elektriciteit in combinatie met een batterijpakket een voorwaarde om de eigen mobiliteit te kunnen vergroenen. In andere gevallen zijn soortgelijke maatregelen nodig om überhaupt ergens een bedrijf te kunnen vestigen of om uit te kunnen breiden.

[3] In uitzonderlijke gevallen wordt de overstap gemaakt naar voertuigen die waterstof omzetten in elektriciteit.

De energietransitie op bedrijventerreinen – wat houdt dat in?

De energietransitie op bedrijventerreinen kan worden opgesplitst in verschillende onderdelen, zoals te zien is in tabel 1. De transitie biedt bedrijven veel kansen, maar brengt ook verschillende uitdagingen met zich mee. Daardoor lopen bedrijven soms tegen knelpunten aan. Zo kan niet altijd een (grotere) elektriciteitsaansluiting worden verkregen vanwege de netcongestieproblematiek of is er een gebrek aan ruimte om zelf meer/voldoende hernieuwbare energie op te wekken. De energietransitie is daarom niet alleen een kwestie van energiebesparing en het vervangen van fossiele energiebronnen voor hernieuwbare energiebronnen, maar ook van meer lokale opwek, opslag en uitwisseling van energie. Vanuit het oogpunt van energie-infrastructuur is het immers efficiënt om lokaal opgewekte energie ook zo lokaal mogelijk te gebruiken. Daarnaast kan het lokaal afstemmen van vraag en aanbod van energie bijdragen aan het verlagen van de energierekening. Als geografisch afgebakend gebied zijn bedrijventerreinen bij uitstek geschikt om vraag en aanbod van energie bij elkaar te brengen en af te stemmen op de beschikbare energie-infrastructuur. Energiehandelsplatforms en energy hubs kunnen hierbij helpen.

Tabel 1: Onderdelen energietransitie bedrijventerreinen

Rabobank
Bron: RaboResearch 2023

Energiehandelsplatforms

Wat is een energiehandelsplatform?

Een energiehandelsplatform stelt kleinverbruikers[4] in staat om hun opgewekte elektriciteit tegen een onderling afgesproken prijs te verkopen aan een (lokale) afnemer. Dit gebeurt via een tussenpartij die dienst doet als doorgeefluik. Omdat rechtstreekse verkoop van energie tussen kleinverbruikers via het openbare elektriciteitsnet juridisch (nog) niet mogelijk is in Nederland[5], is een derde partij nodig die officieel staat geregistreerd als energieleverancier. Deze partij – het energiehandelsplatform – neemt de elektriciteit contractueel van de producent af en verkoopt deze aan de afnemer. Het platform houdt bij hoeveel elektriciteit van product A is verkocht aan afnemer B en verzorgt de administratieve afhandeling. Een energiehandelsplatform zorgt dus voor de administratieve uitwisseling van energie. Zoals altijd verloopt de fysieke uitwisseling van de elektriciteit via het bestaande elektriciteitsnet.

In de basis is handel via een energiehandelsplatform dus niet anders dan wanneer een producent zijn (overtollige) elektriciteit invoedt op het netwerk en ‘teruglevert’ aan een gewone energieleverancier, zoals Eneco of Essent. Alleen krijgt de producent in dat geval een relatief lage terugleververgoeding voor het deel dat niet kan worden gesaldeerd.[6] Wanneer op datzelfde moment de buurman elektriciteit afneemt, betaalt die daar een standaard afnametarief voor. Het verschil tussen het teruglevertarief van de producent en het afnametarief van de klant is winst voor de energieleverancier. Een energiehandelsplatform koppelt de producent en de afnemer administratief aan elkaar en laat ze zelf bepalen tegen welke prijs ze energie met elkaar willen uitwisselen. Op deze manier krijgt de producent meestal een hogere prijs voor de energie dan wanneer deze energie was teruggeleverd en betaalt de afnemer vaak een lagere prijs dan wanneer de energie op een gewone manier was afgenomen.

Via het energiehandelsplatform kan geproduceerde energie ‘rechtstreeks’ worden geleverd aan een afnemer van energie, maar het kan ook worden verkocht op de energiemarkten (zie figuur 2). Dit is bijvoorbeeld nodig wanneer de producent op bepaalde momenten meer energie kan leveren dan de afnemer op dat moment kan gebruiken. Andersom kan een afnemer zijn energie tegen een vooraf afgesproken tarief inkopen bij een producent, of inkopen op de energiemarkten. Dit is nodig op momenten dat de afnemer meer energie nodig heeft dan de producent op dat moment kan leveren. De opbrengsten (voor de producent) en de kosten (voor de afnemer) van de energie die via de energiemarkten wordt verkocht of ingekocht, fluctueert.

[4] Kleinverbruikers zijn klanten met een elektriciteitsaansluiting tot 3x80 ampère.

[5] Klanten met een grootverbruikaansluiting kunnen wel rechtstreeks elektriciteit aan elkaar verkopen. Dit kan bijvoorbeeld via Power Purchase Agreements.

[6] Salderen is het verrekenen van de ingevoede elektriciteit met de afgenomen elektriciteit op de eindafrekening van een kleinverbruiker. Er kan niet méér stroom worden gesaldeerd dan verbruikt. Wanneer een bedrijf meer elektriciteit invoedt dan verbruikt, krijgt dat bedrijf voor die elektriciteit een terugleververgoeding van de energieleverancier. Die vergoeding is over het algemeen aanzienlijk lager dan het tarief voor afgenomen elektriciteit.

Figuur 2: Verkoop eigen opgewekte energie via energiehandelsplatform

Rabobank
Bron: RaboResearch 2023

Voorwaarden om een energiehandelsplatform te gebruiken

In principe zijn er geen specifieke voorwaarden om als bedrijf gebruik te kunnen maken van een energiehandelsplatform. Om lokaal administratief energie te kunnen delen, is het wel nodig dat ten minste één ander lokaal bedrijf zich bij hetzelfde platform aansluit. Verder is het wenselijk om gedetailleerd inzicht te hebben in het energieverbruik (van zowel het bedrijf dat energie inkoopt als van het bedrijf dat energie verkoopt) en om enige kennis te hebben van de werking van energiemarkten. De grootste voordelen van een energiehandelsplatform ontstaan namelijk wanneer lokale opwek en afname in de tijd zoveel mogelijk op elkaar zijn afgestemd, zodat zo min mogelijk energie via de energiemarkten hoeft te worden verhandeld. Afstemming is echter niet altijd iets waar een energiehandelsplatform actief bij ondersteunt. In dat geval zullen de bedrijven dus zelf, eventueel via een derde partij, aan de slag moeten. Daarnaast worden bepaalde risico’s[7] die een ‘gewone’ energieleverancier normaliter afdekt bij de gebruikers van het energiehandelsplatform gelegd. Het is wenselijk om goed te begrijpen wat dit voor de gebruiker betekent.

Om van een energiehandelsplatform gebruik te kunnen maken, betalen doorgaans zowel de producent als de afnemer vaste abonnementskosten. Daarnaast berekent het platform meestal een marge per verkochte hoeveelheid elektriciteit, die de verkopende partij moet vergoeden. Deze marge is echter lager dan de marge die reguliere energieleveranciers rekenen. Dit is mogelijk omdat een energiehandelsplatform een aantal risico’s doorlegt naar de gebruikers van het platform en minder marketing- en acquisitiekosten heeft.

[7] Het betreft het onbalansrisico en profielrisico.

Toegevoegde waarde voor bedrijventerrein

Een energiehandelsplatform kan op verschillende manieren bijdragen aan de energietransitie op bedrijventerreinen, of anderszins voordelen opleveren. Zo kan het inkopen van energie via een dergelijk platform leiden tot een lagere energierekening. Voor bedrijven die de mogelijkheid hebben om zelf meer energie op te wekken dan ze nodig hebben, kan een platformconstructie een prikkel geven om ook daadwerkelijk te investeren in meer energieopwekking. Een energiehandelsplatform kan er immers voor zorgen dat de extra opgewekte elektriciteit tegen een betere prijs wordt verkocht. Het lokaal – administratief – delen van lokaal opgewekte energie draagt ook bij aan het gevoel van meer zeggenschap over de eigen energievoorziening en groter gemeenschapsgevoel. Daarnaast kan het een opstap zijn om meer maatregelen te treffen om het energieverbruik te verminderen en te vergroenen.

Energy hubs

Wat is een energy hub?

Een energy hub is een systeem dat binnen een bepaald geografisch gebied de opwek, opslag en het verbruik van elektriciteit (en eventueel ook andere energiedragers) optimaal op elkaar én op de beschikbare energie-infrastructuur afstemt. Hierbij is het doel om zoveel mogelijk lokaal opgewekte energie ook lokaal te gebruiken en zo efficiënt mogelijk met de bestaande energie-infrastructuur om te gaan. Op die manier wordt netcongestie voorkomen of, als al sprake is van netcongestie, optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de energie-infrastructuur biedt. Op deze manier wordt de weg vrijgemaakt om lokaal meer opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen op het elektriciteitsnet in te passen.

Een energy hub is het geheel van assets die energie kunnen opwekken, opslaan of omzetten in een andere energiedrager, en assets en software die opwek, opslag, conversie en verbruik zo goed mogelijk afstemmen op de lokaal opgewekte energie en de beschikbare energie-infrastructuur.

Voorwaarden om een energy hub op te zetten

Bij het opzetten van een energy hub komt veel meer kijken dan bij het gebruikmaken van een energiehandelsplatform. Om te beginnen is organisatie van de bedrijven op het bedrijventerrein nodig. Idealiter doen zoveel mogelijk partijen mee. Doorgaans is het nodig om een nieuwe juridische entiteit, zoals een energiecoöperatie, op te richten. Deze entiteit zorgt bijvoorbeeld voor de verrekening van de transportkosten en kan ook investeren in energie-opwek en -opslag en in laadinfrastructuur. Verder is gedetailleerd inzicht in het huidige en recente historische energieverbruik (en opwek) van de deelnemende bedrijven essentieel. Hiervoor is goede meetapparatuur nodig. Om de opwek en het verbruik van energie goed op elkaar en op de beschikbare energie-infrastructuur af te kunnen stemmen, moeten sommige energiestromen zelfs realtime worden bemeten en is toepassing van een energiemanagementsysteem nodig. Daarnaast is het van belang dat de lokale netbeheerder mee wil werken. Al met al moeten veel stappen worden doorlopen om een lokale energy hub op te richten.

Toegevoegde waarde voor bedrijventerrein

Een van de belangrijkste voordelen van een energy hub is dat deze ervoor zorgt dat bedrijven, ook als het gebied te maken heeft met netcongestie, toch mogelijkheden krijgen om zich in dat gebied te vestigen, uit te breiden of verduurzamingsplannen door te voeren. Dit betekent dus ook dat verduurzamingsplannen waarbij bedrijven bijvoorbeeld meer zonnepanelen plaatsen of laadpalen installeren, weer door kunnen gaan. Daarnaast wordt, in tegenstelling tot bij een energiehandelsplatform, het lokale energieverbruik zoveel mogelijk afgestemd op de lokale energieproductie door de energiestromen slim aan te sturen. Het optimaliseren van de energiestromen op de beschikbare energie-infrastructuur leidt tot lagere kosten die de bedrijven hoeven af te dragen aan de netbeheerder. Dit komt omdat er minder of geen verzwaringen nodig zijn van energie-aansluitingen en er minder transportkosten worden betaald doordat de pieken van de afgenomen vermogens worden verlaagd.

Overzicht eigenschappen energiehandelsplatforms en energy hubs

Daar waar een energiehandelsplatform helpt om lokaal opgewekte energie administratief lokaal af te nemen, zorgt een energy hub ervoor dat deze energie fysiek binnen een afgebakend geografisch gebied blijft. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende eigenschappen van energiehandelsplatforms en energy hubs. Het is mogelijk om de functionaliteiten van beide concepten aan elkaar te koppelen.

Tabel 2: Eigenschappen energiehandelsplatforms en energy hubs

Rabobank
Bron: RaboResearch 2023

Barrières voor de toepassing van energiehandelsplatforms en energy hubs

Zoals eerder vermeld, heeft het meer voeten in aarde om een energy hub op te richten dan om een energiehandelsplatform te gebruiken. Voor dat laatste is de belangrijkste voorwaarde dat ten minste twee bedrijven samen energie willen uitwisselen. Om dat te kunnen doen moeten zij beide klant worden bij hetzelfde energiehandelsplatform. Dat kan alleen wanneer deze bedrijven hun bestaande energiecontracten kunnen opzeggen. Soms hebben bedrijven echter voor langere tijd vaste contracten afgesloten en kunnen ze niet op korte termijn overstappen naar de energieleverancier die ook het energiehandelsplatform beheert. In dit geval moeten plannen voor het delen van energie op de lange baan worden geschoven. Het is de bedoeling dat de nieuwe energiewet het onderling delen van energie tussen kleinverbruikers makkelijker maakt, maar het is op dit moment onduidelijk wanneer deze wet ingaat.

Een energy hub oprichten is veel ingewikkelder. Om te beginnen moet er op een bedrijventerrein een mate van organisatie bestaan. Dat is op lang niet alle bedrijventerreinen het geval.[8] De overheid probeert hierin te ondersteunen, onder andere via het Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen. Ook veel provincies ondersteunen de verduurzaming van bedrijventerreinen actief. Daarnaast nemen gemeenten regelmatig het voortouw bij het opzetten van verduurzamingsprogramma’s voor bedrijventerreinen en het verbinden van de juiste partijen. Dit kost echter wel tijd.

Een ander lastig punt is dat veel bedrijven weinig tot geen gedetailleerd inzicht hebben in hun huidige en historische energieverbruik. Om een gedegen plan te kunnen maken om een energy hub te ontwerpen op een bedrijventerrein is dit echter onmisbaar. Ook worden energiestromen meestal niet realtime bemeten, wat nodig is om invoeding en afname van elektriciteit af te stemmen op de beschikbare infrastructuur. Wanneer overheden bedrijventerreinen willen helpen verduurzamen is het daarom aan te raden bedrijven er op te wijzen dat de eerste stap van verduurzaming is om inzicht in het energieverbruik te verkrijgen. Indien ook bedrijven(terreinen) die niet op hele korte termijn met verduurzaming aan de slag willen gaan alvast gedetailleerd inzicht vergaren in hun energieverbruik, kan dit de doorlooptijd van verduurzamingsprojecten versnellen wanneer ze hier wel mee aan de slag willen gaan.

Wanneer bedrijven gezamenlijk een energy hub realiseren, brengt dat onder andere technische, operationele en beheersmatige risico’s met zich mee. Als het goed is, staan daar voldoende voordelen tegenover. Echter, niet elke ondernemer is bereid deze risico’s aan te gaan. In sommige gevallen komt dit door een gebrek aan kennis over het onderwerp. Het breed delen van kennis over energy hubs (en van succesvolle projecten) kan helpen deze barrière te verlagen.

Wanneer een groep ondernemers samen een energy hub wil realiseren, moet een overkoepelende entiteit worden opgericht. Denk bijvoorbeeld aan een energiecoöperatie. Om vanuit deze entiteit financiering te kunnen krijgen, is inbreng van eigen vermogen nodig. Dit is vaak een barrière voor bedrijven omdat de opbrengsten niet direct bij hen terecht komen, maar bij de overkoepelende entiteit. Een andere uitdaging voor de financiering is dat de toekomstige kasstromen van de energy hub niet stabiel en goed voorspelbaar zijn. Deze hangen namelijk onder andere af van het weer en de (recentelijk zeer volatiele) energieprijzen. Daar komt bij dat financiers nog weinig ervaring hebben met deze businesscases. Overheden kunnen helpen financiering tot stand te brengen door het afgeven van garanties.

Niet alle ondernemers kunnen of willen tijd maken om zich met verduurzaming bezig te houden. De drempel om er tijd in te steken kan te hoog zijn, zelfs als ze gratis oplossingen krijgen aangeboden. Dit komt omdat energie voor veel ondernemers een randzaak is en zij zich liever bezig houden met de kernzaken van hun onderneming. Daarnaast worden energy hubs en energiehandelsplatforms vaak als complexe materie gezien. Het is daarom extra belangrijk om ondernemers goed te informeren over het belang van verduurzaming en hen hierin zoveel mogelijk te ontzorgen.

Tenslotte staat het ontwikkelen van energy hubs op bedrijventerreinen nog in de kinderschoenen. Alle huidige projecten zijn maatwerk, wat meer tijd en geld kost dan een standaard aanpak. Om de ontwikkeling van energy hubs te versnellen, onderzoeken verschillende partijen hoe er een blauwdruk kan worden opgezet.

[8] Naar schatting heeft slechts 20 procent van de bedrijventerreinen een bedrijvenvereniging of parkmanagement.

Veel potentie, maar ook nog veel barrières

Energiehandelsplatforms en energy hubs kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verduurzamen van bedrijventerreinen en aan het behalen van allerlei maatschappelijke doelen. Ook kunnen zij individuele ondernemers veel voordelen opleveren. Aangezien het energiesysteem verandert én Nederland de komende jaren last blijft houden van congestieproblemen, ligt het voor de hand dat energy hubs en energiehandelsplatforms steeds vaker worden toegepast. Gezien de vele barrières die er op dit moment (nog) zijn, vereist de ontwikkeling voorlopig nog wel maatwerk en zal het nog even duren voordat elk bedrijventerrein een energy hub heeft.

Disclaimer

De op/via deze publicatie door Coöperatieve Rabobank U.A. verstrekte informatie is uitsluitend aan Nederlandse afnemers gericht en is geen beleggingsadvies of enige andere beleggingsdienst in de zin van artikel 1: 1 van de Wet op het financieel toezicht. Lees verder