Update
Conjunctuurbeeld Nederland: gematigde groei en lichtpuntjes voor industrie
De hoger dan verwachte consumptie heeft geleid tot een opwaartse bijstelling van de bbp-groeicijfers voor Nederland in zowel het derde als het vierde kwartaal met 0,1 procentpunt, tot respectievelijk -0,2 procent en 0,4 procent kwartaal-op-kwartaal (k-o-k). Vooruitkijkend naar de komende kwartalen verwachten wij een gematigde economische groei van 0,2 tot 0,3 procent op kwartaalbasis.
In het kort
De hoger dan verwachte consumptie door huishoudens en de overheid heeft geleid tot een opwaartse bijstelling van de bbp-groeicijfers in zowel het derde als het vierde kwartaal met 0,1 procentpunt, tot respectievelijk -0,2 procent en 0,4 procent kwartaal-op-kwartaal (k-o-k). Vooruitkijkend naar de komende kwartalen verwachten wij een gematigde groei van het bbp van 0,2 tot 0,3 procent op kwartaalbasis. Voor de meeste sectoren voorzien we dit jaar groei van de toegevoegde waarde, waaronder de industrie met een kleine plus. Voor zowel bouw als vervoer en opslag zijn de vooruitzichten echter negatief.
De gesprekken tussen de vier politieke partijen met als doel een rechtse regering te vormen zijn in een nieuwe fase beland. Het centrale thema van het debat draait nu om tien beleidsonderwerpen, waaronder de koopkracht van huishoudens, de huizenmarkt, veiligheid, migratie en het vaststellen van passende stikstofuitstootlimieten.
Het debat zal ook draaien om de financiering van de verschillende behoeften. Het Centraal Planbureau (CPB) waarschuwde onlangs dat het huidige beleid tot een oplopend overheidstekort leidt. Om te voorkomen dat het begrotingstekort de Europese norm van 3 procent van het bbp overschrijdt, moet een nieuw kabinet financiële aanpassingen doorvoeren. Factoren zoals de oorlog in Oekraïne, die de defensie- en asieluitgaven doet stijgen, extra kosten voor de sociale zekerheid, gezondheidszorg, klimaat en stikstof, en hogere rentetarieven dragen allemaal bij aan de situatie. Zonder bezuinigingsmaatregelen overstijgt het begrotingstekort de 3-procentnorm naar verwachting in 2026 om in 2028 structureel te worden. Met name verkiezingswinnaar PVV en BBB verschillen met de andere coalitiegesprekspartners, VVD en NSC, van zienswijze: eerstgenoemden geven prioriteit aan hogere overheidsuitgaven, terwijl laatstgenoemden de nadruk leggen op een strikter uitgavenbeleid.
Recente cijfers laten een gunstiger economisch beeld zien
In dat kader bracht het CBS eind maart positief nieuws. In 2023 gaf de overheid 3,5 miljard euro meer uit dan ze ontving. Dit komt overeen met 0,3 procent van het bbp, wat aanzienlijk lager is dan de 1,8 procent waar aanvankelijk in november in de Najaarsnota vanuit is gegaan. Deze financiële meevaller zou enige ademruimte kunnen bieden voor de onderhandelingen. Tegelijkertijd is deze deels toegeschreven aan de eerder geïnde dividendbelasting als gevolg van belastingwijzigingen die in januari van dit jaar zijn doorgevoerd.
Ander positief nieuws van het CBS was onder meer een opwaartse bijstelling van de bbp-groei in 2023. Zowel de groei in het derde als die in het vierde kwartaal is met 0,1 procentpunt naar boven bijgesteld, tot respectievelijk -0,2 procent en 0,4 procent k-o-k. Deze positieve bijstelling kwam uit de hoger dan verwachte consumptie door huishoudens en de overheid. Niettemin bleef de bbp-groei op jaarbasis in 2023 onveranderd op 0,1 procent. Vooruitkijkend naar de komende kwartalen schatten wij de economische groei op 0,2 tot 0,3 procent k-o-k, wat nog steeds iets onder de potentiële groei is. De consumptie door huishoudens is de belangrijkste aanjager van deze groei (figuur 1).
Aanzienlijke verschillen in de bijdrage van de verschillende sectoren aan de economische groei
Met de bijgestelde bbp-cijfers publiceerde het CBS ook de groei van de toegevoegde waarde per sector voor 2023. Met name de horeca heeft een veel sterkere groei doorgemaakt dan we aanvankelijk verwachtten in onze recente sectorprognoses. Ondanks deze bovenverwachte toename houden wij vast aan onze voorspelling dat de horeca zowel dit jaar als volgend jaar met 2 procent groeit (figuur 2). Deze prognose is vooral gebaseerd op het verwachte herstel van de koopkracht, resulterend in een hogere consumptie door huishoudens. Ook voorzien wij een herstel van de handel, een sector die ook direct en indirect aan consumenten levert. De transportsector blijft zich naar verwachting geconfronteerd zien met aanhoudende uitdagingen, zij het minder dan in 2023. Geopolitieke spanningen hebben impact op de internationale handel binnen de sector. Bovendien zullen de verminderde bouwactiviteiten, naast de slechte vooruitzichten voor de bouwsector, bijdragen aan een daling van de transportvraag.
Betere dagen in het verschiet voor de industrie?
Eindelijk lijkt er licht te zijn aan het einde van de producententunnel, zoals blijkt uit onze groeivoorspelling voor de industrie van 0,5 procent voor dit jaar. De inkoopmanagersindex (PMI), een belangrijke indicator die de actuele staat van de industrie weergeeft, lijkt haar dieptepunt te hebben bereikt. De indexwaarde van 49,7 in maart duidt op de kleinste verslechtering van het ondernemingsklimaat in negentien maanden. Daarbij ligt een verbetering van dit klimaat (index boven de 50) binnen handbereik (figuur 3). Aan de andere kant is het sentiment onder de Nederlandse producenten al een jaar negatief. Vooral omdat steeds meer producenten hun orderpositie als zwak ervaren, blijft het producentenvertrouwen ruim onder nul (figuur 3). Daarnaast is er nog geen overduidelijk omslagpunt in de industriële productie waarneembaar, ondanks een opleving in december als gevolg van een eenmalige piek in de machinebouw (figuur 4). Dit kunnen we vooral toeschrijven aan een aanzienlijke productiedaling bij aardolieproducenten en producenten van auto's en aanhangwagens in januari en februari. Ondanks enkele positieve vooruitzichten staan dus niet alle seinen op groen voor de industrie.