Update

Conjunctuurbeeld Nederland: prognose 2024 neerwaarts bijgesteld

3 juli 2024 17:10 RaboResearch

De bijstelling van de groeicijfers over het eerste kwartaal van 2024 naar -0,5 procent heeft geleid tot een bijstelling van onze raming. Hoewel we voor de komende kwartalen nog wel matige groei verwachten, komt het jaarcijfer voor 2024 naar verwachting uit op -0,1 procent.

Impressie van  grafieken

In de laatste week van juni publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de tweede raming voor het eerste kwartaal van 2024. Deze is fors naar beneden bijgesteld, van -0,1 procent in de eerste raming naar -0,5 procent in de tweede. De belangrijkste oorzaak van de aanpassing is een aanzienlijke krimp van de export. De groeibijdrage van de export bedroeg -1,3 procent, tegenover -0,1 procent in de eerste raming. Vooral de export van goederen is sterk gekrompen.

Tegenover de krimp van de export staat nog altijd een groei van de huishoudconsumptie en bedrijfsinvesteringen, die goed waren voor een groeibijdrage van respectievelijk 0,3 procent en 0,1 procent. In de tweede raming droegen de overheidsuitgaven niet langer positief bij aan de groei.

De relatief grote bijstelling van het kwartaalcijfer valt samen met een uitgebreide revisie van de statistieken van de Nationale Rekeningen. Hierbij is onder meer het basisjaar voor de index verschoven van 2015 naar 2021 en zijn alle cijfers voor de jaren 1995 tot en met 2023 herzien. Volgens de nieuwe cijfers is de economie, gemeten naar bbp-volume, 34 miljard groter dan in de eerdere statistieken (zie figuur 1). Onze uitgebreide analyse van de revisie beschreven we eerder in een artikel.

Figuur 1: Bbp 34 miljard groter na revisie

Bbp 34 miljard groter na revisie
Bron: CBS 2024

Hogere inflatie onder meer door voedselprijzen en huren

Een andere tegenvaller is het inflatiecijfer van juni. Met 3,4 procent jaar-op-jaar (HICP) is deze beduidend hoger dan in april en mei. Toen kwam het inflatiecijfer uit op respectievelijk 2,6 en 2,7 procent. Vooral de hogere voedselprijzen drijven het inflatiecijfer op, en dan in het bijzonder die voor bewerkte voeding, dranken en tabak. Het is mogelijk dat door het EK voetbal de supermarkten in juni minder dan gebruikelijk stuntten met hun prijzen. Doordat industriële goederen minder in prijs daalden dan in de voorgaande maanden, is ook de kerninflatie (het inflatiecijfer zonder voedsel en energie) sterk gestegen. De diensteninflatie bleef met 5,4 procent op een vergelijkbaar (hoog) niveau als in mei.

Vooruitkijkend hebben wij onze inflatievoorspelling verhoogd naar 2,9 procent in 2024 en 2,7 procent in 2025 (zie figuur 2). Dat komt door (iets) hogere energieprijzen dan eerder verwacht, hogere voedselprijzen en hogere huren.

Figuur 2: Inflatie stijgt naar 3,4 procent in juni 2024

Inflatie stijgt naar 3,4 procent in juni 2024
Bron: CBS, RaboResearch 2024

De huren stijgen ieder jaar per 1 juli. Deze stijging valt in 2024 naar verwachting hoger uit dan in voorgaande jaren, door een optelsom van factoren:

    Woningcorporaties verhogen de huur per 1 juli op basis van de jaar-op-jaar ontwikkeling van de cao-lonen in december van het voorgaande jaar. Er is dus sprake van een sterk vertragingseffect: na de Russische inval in Oekraïne stegen in 2022 eerst de energieprijzen en de inflatie, de sterke loonstijging volgde in 2023 en nu in 2024 leidt dit tot extra ruimte om de huren te verhogen. Ook hebben de woningcorporaties in de afgelopen jaren de huren minder verhoogd dan maximaal is toegestaan om zo de lage inkomens te ontzien. Dit jaar ligt het maximum niet alleen hoger, maar zullen woningcorporaties naar verwachting ook dichter bij dat maximum gaan zitten.

    In de (huidige) vrije sector stijgen de huren per saldo minder hard. Hier is de huurstijging gekoppeld aan het minimum van de cao-lonen en de consumentprijsindex (cpi), waardoor de inflatie dus al eerder doorwerkte. Hoewel de huren bij zittende huurders wel blijven stijgen, moeten deze door de nieuwe Wet betaalbare huur bij een vertrek van een huurder in sommige gevallen omlaag, of wordt de woning verkocht. Dit gebeurt vooral bij de relatief dure huurwoningen, waardoor dit de gemiddelde huurprijs drukt.

Aangezien de corporatiesector veel groter is dan de vrije sector, domineert het effect van de woningcorporaties.

Komende kwartalen bescheiden groei verwacht, jaarcijfer nog in de min

Voor de komende kwartalen verwachten wij nog wel een bescheiden groei. Maar door het statistische gewicht van de krimp in het eerste kwartaal van 2024 en door ‘overloopeffecten’ vanuit de tweede helft van 2023 komt het groeicijfer voor 2024 naar verwachting uit op -0,1 procent. Eerder verwachtten we nog een groei van 0,4 procent.

Ondanks het ongunstige eerste kwartaal van 2024 is ons economisch beeld vooruitkijkend niet verslechterd. Voor 2025 blijft onze voorspelling staan op 1,3 procent. Dit heeft alles te maken met de hoge werkgelegenheid. Het aantal vacatures blijft hoog en de toch al lage werkloosheid daalde in mei nog iets verder, van 3,7 naar 3,6 procent. Een groot deel van de werklozen zit bovendien nog in de schoolbanken: volgens een verdiepingsstudie van het CBS volgt bijna de helft nog regulier onderwijs. De meesten van hen waren dus ‘slechts’ op zoek naar parttime of vakantiebanen. Het is dan ook niet verrassend dat ruim één op de drie ondernemers aangeeft dat een tekort aan arbeidskrachten hun belangrijkste belemmering is.

Dicht bij huis geven de cijfers voor consumptie en werkgelegenheid dus nog altijd het beeld van een robuuste economie. De krimp van de export is echter wel reden tot zorg. Wij verwachten dat de export volgend jaar weer aantrekt, maar een eventuele afname van de buitenlandse vraag naar Nederlandse goederen kan de binnenlandse bedrijvigheid uiteindelijk verzwakken.

Productie en investeringen: gemengde gevoelens

Het volume van de productie van de maakindustrie daalde in april met 3,5 procent op jaarbasis. De daling is zichtbaar in vrijwel alle deelsectoren. In de metaal- papier- en grafische industrie is er wel weer sprake van enige groei, na een forse krimp in 2023.

Het producentenvertrouwen is recentelijk iets minder negatief geworden, van -2,8 procent in mei naar -2,4 procent in juni (zie figuur 3). Dit is overigens nog altijd onder het langjarig gemiddelde van -1,3 procent over de afgelopen 20 jaar. Producenten waren vooral positiever over de verwachte productie, en minder negatief over de ontwikkeling van de voorraden.

Figuur 3: Productie maakindustrie krimpt

Productie maakindustrie krimpt
Bron: CBS 2024

Ook bij de bedrijfsinvesteringen is een verbetering zichtbaar, met een groei in april van 7 procent jaar-op-jaar (zie figuur 4). Deze reeks is echter tamelijk volatiel en we verwachten dat de bedrijfsinvesteringen dit en volgend jaar niet of nauwelijks groeien (zie tabel 1). We verwachten weliswaar een kleine piek in het vierde kwartaal van 2024, maar die komt door een verandering van de bpm-regels voor bestelbussen met ingang van 2025, waardoor ondernemers een geplande aanschaf naar voren halen. Een vertraging van de bedrijfsinvesteringen is zorgelijk gezien de uitdagingen die de energietransitie en arbeidskrapte met zich meebrengen.

Figuur 4: Stijging bedrijfsinvesteringen in april

Stijging bedrijfsinvesteringen in april
Bron: CBS 2024

Tabel 1: Bbp-groei en componenten 2023 en voorspelling 2024-2025

Bbp-groei en componenten 2023 en voorspelling 2024-2025
Bron: CBS, RaboResearch 2024

Disclaimer

De op/via deze publicatie door Coöperatieve Rabobank U.A. verstrekte informatie is uitsluitend aan Nederlandse afnemers gericht en is geen beleggingsadvies of enige andere beleggingsdienst in de zin van artikel 1: 1 van de Wet op het financieel toezicht. Lees verder