Update

Recordmelkproductie zet zuivelmarkt onder druk

10 december 2025 10:00

De wereldwijde zuivelmarkt staat onder ongekende druk. Met 3,4% groei in kwartaal 3 (de hoogste stijging sinds 2014) stroomt overal meer melk uit de tanks dan de markt kan verteren. Voor Nederlandse melkveehouders betekent dit een keerpunt: na maanden van goede marges volgen nu forse prijsverlagingen. Deze melkberg ontstond door blauwtong, lage voerkosten en het langer aanhouden van koeien. Wanneer volgt herstel?

In het kort

    Melkaanbod op historisch hoog niveau. Commodity prijzen schieten omlaag, zuivelverwerkers volgen met grote stappen, maar Nederlandse melkprijzen zijn nog te hoog voor de huidige commodity prijzen. Er zijn eerste indicaties dat lagere melkprijzen een aanbodremmend effect hebben.

Wereldwijde productiegroei historisch hoog

De melkproductie is in de belangrijkste exportregio’s in het afgelopen kwartaal historisch snel gestegen: 3,4% in Q3. Dit is de grootste groei sinds 2014, in de aanloop naar de Europese quotumafschaffing.

In 2025 zal de gezamenlijke productie van de 7 grootste exporterende regio’s (EU, VS, Nieuw-Zeeland, Australië, Argentinië, Brazilië en Uruguay) naar verwachting uitkomen op 331 miljoen ton (zie figuur 1). Dat is 2,2%, oftewel 7,3 miljoen ton meer dan in 2024. Australië is het enige land dat niet bijdraagt aan dit overschot. Nieuw-Zeeland melkt in de piek van hun melkseizoen 4% meer melksolids. De Verenigde Staten kende groei van 3,7% in oktober. En ook Argentinië – bekend om wisselende aan- en afwezigheid op de wereldmarkt – melkt naar verwachting 9% meer in 2025 dan het jaar ervoor. Ook Europa doet een duit in het zakje: Duitse (ca. +6%), Franse (ca. +5%) en Nederlandse (+7.8%) melkaanvoer zaten allemaal stevig in de lift in oktober. De weekdata voor Duitsland laten tot en met de laatste week van november ook nog een groei van 8-9% zien. Dit alles zet grote druk op de zuivelprijzen.

Figuur 1: Melkproductiegroei van de 7 grootste zuivelexporteurs en China 2023-2027

Melkproductiegroei van de 7 grootste zuivelexporteurs en China 2023-2027
Bron: Nationale statistiekbureaus van de 7 landen en China, RaboResearch 2025

Hoe kwamen we hier?

Blauwtong wordt gezien als oorzaak van het verschuiven van de melkgift in het jaar en van de grote groei in de EU in het derde kwartaal. Doordat koeien moeilijker drachtig werden, veranderden de afkalfpatronen. De aanhoudende goede marge zou normaal gesproken al een jaar geleden tot grotere melkaanvoer leiden. Maar, door het verlegde melkpatroon - vaak vergeleken met een kameel vanwege de dubbele bult in plaats van de dromedaris met maar 1 bult - werd dit effect pas tijdens de tweede melkpiek duidelijk.

De grote driver is echter de aanhoudend goede marge. In gebieden buiten Europa waar blauwtong geen rol speelde, is de melkaanvoer ook snel gestegen. Dit kan alleen verklaard worden door goede marges en gunstige weersomstandigheden. Door het krappe aanbod van vervangingsdieren houden melkveehouders hun koeien langer aan en voeren ze extra bij. Dit houdt de slachtcijfers laag. Boeren laten koeien bewust meer lactaties maken om te profiteren van de goede kalververkopen.

“Hoewel lage voerkosten de marges aanzienlijk verbeteren, zijn Europese boeren over het algemeen minder afhankelijk van voerkosten dan boeren buiten Europa.”

In de EU werden in september 300.000 minder koeien geslacht dan vorig jaar: een daling van 7% ten opzichte van het jaar tot nu toe in 2024. Belangrijker nog: de export van fokvaarzen is vrijwel stilgevallen, met EU-volumes die 63% lager liggen dan een jaar eerder. Ook de opbrengst per koe is aanzienlijk gestegen, zowel in kwantiteit als kwaliteit. Zo bevatte een liter Duitse melk deze zomer 0,04 gram meer vet en 0,05 gram meer eiwit vergeleken met vorig jaar, terwijl Deense melk in september een vettoename van 0,18 gram liet zien.

Hoewel lage voerkosten de marges aanzienlijk verbeteren, zijn Europese boeren over het algemeen minder afhankelijk van voerkosten dan boeren buiten Europa. Dit geldt vooral voor boeren in Ierland, Nederland, Duitsland en België. Daardoor komt het huidige voordeel van lage voerkosten meer ten goede aan Amerikaanse boeren, wiens kostprijs sneller daalt dan die van Europese melkveehouders. Amerikaanse boeren hebben daardoor (tijdelijk) een sterkere concurrentiepositie.

Hoe verder?

Ierse boeren ervaren sinds januari 2025 dalende melkprijzen door zwakkere grondstofprijzen. De ongewogen gemiddelde melkprijs in Ierland daalde geleidelijk van 50,08 cent in januari naar 39,17 cent in oktober, met verlagingen van 2 cent of meer per maand sinds augustus. Ook het natte weer hielp niet. De Ierse aanvoerplus is sindsdien teruggelopen van 6% naar 0,9% in september, wellicht in reactie op lagere melkprijzen en marges.

Zuivelfabrieken op het Europese vasteland hielden melkprijzen stabiel tot september, waarna A-Ware, Lactalis en FrieslandCampina in november recordverlagingen doorvoerden van 7 cent. Deze vertraagde correctie van melkprijzen betekent ook een vertraagde reactie van boeren op marktomstandigheden. Het einde van melkprijsverlagingen is nog niet in zicht. Op basis van de huidige zuivel commodity prijzen betalen Nederlandse zuivelaars (nog) te veel uit.

De IFE-rohstoffwert is de theoretische waarde van melk, berekend door te kijken wat je zou verdienen als je die melk zou opsplitsen in boter en magere melkpoeder en deze producten tegen de huidige marktprijzen zou verkopen. Deze waarde is sneller teruggelopen dan de melkprijs die Nederlandse zuivelaars uitbetalen. Het verschil was in oktober bijna 10 cent, wat een forse correctie nodig maakte. Voor december schat RaboResearch in (op basis van de melkprijzen van Arla en FrieslandCampina) dat er nog steeds 2 á 3 cent meer wordt uitbetaald dan men uit de spotmarkt kan halen (zie figuur 2).

Figuur 2: Nederlandse melkprijzen versus de IFE-Rohstoffwert

Nederlandse melkprijzen versus de IFE-Rohstoffwert
Bron: BoerenBusiness, IFE, RaboResearch 2025

Door het ruime aanbod aan melk geven producenten prioriteit aan producten met een langere houdbaarheid. Die producten bieden meer kans om later te profiteren van verbeterde marktomstandigheden (poeder en boter boven kaas). De productie van magere melkpoeder (SMP) is de afgelopen maanden met dubbele cijfers gestegen, wat het ruime melkvolume weerspiegelt. Volle melkpoeder blijft ondertussen achter vanwege het gebrek aan concurrentiekracht van de EU op wereldmarkten. De export van SMP biedt weinig verlichting: slechts +3% tot nu toe dit jaar, ondanks concurrerende prijzen. Dit komt deels door problemen met de Halal-certificering voor Algerije - de grootste exportbestemming van de EU voor SMP. Het land importeerde dit jaar 37% minder SMP.

Naarmate de voorraden boter en melkpoeder toenemen, is de belangrijkste vraag wanneer de kaasprijzen beginnen te stijgen. Dit zou het begin betekenen van voorraadafbouw en een bredere herstelbeweging in zuivelprijzen. Verwacht wordt dat boter- en melkpoederprijzen volgen zodra de voorraden terugkeren naar niveaus die passen bij de tijd van het jaar.

Dit kan echter nog enkele maanden duren vanwege:

  1. De zwakke vergelijking met Q1 2025. Toen bleef de EU-melkproductie beperkt tot 35,7 miljard kg, 0,7% lager dan het schrikkeljaar-gecorrigeerde Q1 2024.
  2. De uitstekende kwaliteit van de kuilvoer van 2025 in ieder geval in Nederland, waarbij Eurofins een hoge energiedichtheid en verteerbaarheid rapporteert.

Voor de langere termijn verwachten we zeker herstel. De vraag naar zuivel is doorgaans redelijk goed, hoewel veel inkopers achterover leunen in afwachting tot nog betere prijzen. De EU exporteerde ondanks de fors hogere prijzen dit jaar in het eerste driekwart van 2025 toch 4,6% meer volumes dan in dezelfde periode vorig jaar, met name melkpoeder en liquide melk (dat laatste naar het VK), hetgeen de goede vraag weerspiegelt. De lagere prijzen van de laatste weken zullen de vraag verder stimuleren en zo een deel van het herstel inluiden. Daarbij speelt een licht zwakkere euro t.o.v. de US dollar een kleine gunstige rol. Enige uitzondering op de goede vraag is het al eerder genoemde Algerije en China. China wordt door teruglopende binnenlandse vraag steeds meer volumes over om op de wereldmarkt, vooral in Azië.

Voorzichtige lichtpuntjes voor wie ze wil zien

Er zijn wel heel prille indicaties voor herstel, maar men moet van huis uit erg optimistisch zijn om ze te zien.

In de Verenigde Staten is de kuddegrootte door aanhoudend lagere slachtingen behoorlijk gegroeid: met 208.000 koeien in de laatste 12 maanden. In oktober zijn er voor het eerst meer koeien bij slachthuizen aangeleverd dan in dezelfde maand het jaar ervoor. Dat kwam na 15 maanden aan dalingen. De stijging zet in de eerste weken van november door. Daarmee begint de daling van de Amerikaanse melkprijs invloed te krijgen. De Amerikaanse melkprijs (verdeeld over Class III voor magere melkpoeder en boter, en Class IV voor kaas) is gedaald naar USD 13.76 per cwt. Omgerekend naar Nederlandse gehaltes betekent dit € 29 voor Class III-melk en € 32,60 voor Class IV-melk.

In Nieuw-Zeeland heeft Fonterra de melkprijsverwachting voor het jaar (juni 2025-mei 2026) naar eind november beneden bijgesteld, naar NZD 9.50/kgMS, wat € 37,60 is met Nederlandse gehaltes. Op termijn heeft dit wellicht ook invloed op de hoeveelheid melk uit Nieuw-Zeeland.

De grootste groei kwam uit Zuid-Amerika, dat al in Q2 zorgde voor grote marktoverschotten. Ook deze groei lijkt nu terug te lopen, met cijfers die zijn teruggevallen naar enkele procenten. En het al eerder genoemde Ierland lijkt iets terug te veren na aanhoudende melkprijsdalingen – al is dat ook nog pril en speelt het slechte weer een rol.

Ierland en derogatie

Ierland krijgt waarschijnlijk opnieuw derogatie toegekend op de Europese Nitraatrichtlijn. Hierdoor mogen melkveehouders meer dierlijke mest blijven uitrijden dan de standaardnorm van 170 kilo stikstof per hectare.

Het voorstel van de Commissie moet nog worden goedgekeurd door het Nitraatcomité, waarin alle EU-lidstaten vertegenwoordigd zijn. Dit zal op 9 december moeten gebeuren. Aanvullende voorwaarden zijn dat Ierland moet voldoen aan de Europese Habitatrichtlijn, wat inhoudt dat 583 natuurgebieden opnieuw beoordeeld moeten worden. Omdat dit een omvangrijke operatie is, stelt de Commissie voor om de derogatie met 3 jaar te verlengen, zodat Ierland voldoende tijd heeft om deze beoordeling af te ronden. Een eerdere dreiging van 8-15% minder melk uit Ierland is hiermee voorlopig van de baan.

Een poging van Nederland om volgend jaar alsnog derogatie te krijgen is conform verwachting afgewezen.

Waar op te letten

Een aantal aandachtspunten voor de komende periode:

    Nu de EU-voorraden boter en melkpoeder toenemen, is de belangrijkste vraag wanneer de kaasprijzen beginnen te stijgen. Dit zou het begin betekenen van voorraadafbouw en een bredere herstelbeweging in zuivelprijzen. De dalende melkprijs heeft in de VS een eerste invloed op het aantal koeien (en slachtingen). Als dit doorzet, kan dat het begin van herstel inluiden. In de EU is het afwachten of de daling in melkprijs eenzelfde effect heeft.

Spannende situatie voor Nederlandse melkveehouders

Tot en met oktober 2025 hebben Nederlandse melkveehouders van een gunstige melkprijs en relatief stabiele mestkosten kunnen profiteren. Dit vertaalt zich in een goede liquiditeit en hernieuwd vertrouwen om te investeren in grond, locaties en automatisering. Deze investeringen hebben dit jaar dan ook vaak plaatsgevonden. Investeringen om het rendement en hiermee continuïteit op lange termijn veilig te stellen. Het komend half jaar kan uitdagender worden als de mestkosten mogelijk nog wat stijgen en er is veel druk op de melkprijs. Wat de mestkosten betreft is de winter traditioneel een periode van minder bewegingen en schuiven van opslag naar opslag. De laatste aanpassingen in de gebruiksnormen en het weer komende lente zullen bepalend zijn voor de mestkosten vanaf het nieuwe uitrijseizoen. Actuele niveaus van de boerderijmelkprijzen en aanhoudende druk op de mestmarkt kan de liquiditeitspositie aantasten. De goede omstandigheden van 2025 zorgen wel bij veel bedrijven voor een aanwezige buffer. Het komend half jaar gaat draaien om liquiditeitsplanning. Denk hierbij aan melkprijzen, mestprijzen, voorjaarswerkzaamheden en mogelijke belastingdruk over 2025. Wil je sparren over investeringen of je liquiditeitsplanning? Neem dan contact op met een gespecialiseerde Food & Agri accountmanager bij u in de buurt.