Opinie
Geopolitieke realiteit blaast het Europese vrijhandelssprookje uit
Geopolitieke beslissingen bepalen steeds meer het reilen en zeilen van de economie. Dat vraagt om een andere benadering van internationale handel. Traditionele modellen komen tot verkeerde beleidsadviezen met mogelijk verstrekkende gevolgen.
‘Strategische autonomie’, twee woorden die we steeds vaker tegenkomen in de politieke arena. Het betekent risicovolle strategische afhankelijkheden verminderen om de autonomie van een land of regio te kunnen garanderen. De ministers van Economische Zaken en Klimaat en Buitenlandse Zaken stuurden over het onderwerp vorig jaar nog een brief naar de Tweede Kamer en de directeur van het Centraal Planbureau (CPB) schreef er recent nog een column over. De belangrijkste conclusie in beide stukken: strategische afhankelijkheden horen er nu eenmaal bij als je de vruchten van vrijhandel wil plukken. Maar past dit standpunt nog wel bij de huidige geopolitieke realiteit?
Voordelen
Om meteen maar even een misverstand uit de wereld te helpen: wij zijn niet per se tegen vrijhandel, of beter gezegd een zo vrij mogelijke handel. De voordelen van vrijhandel grijpen terug op de ideeën van David Ricardo uit 1817. Ondanks allerlei nuances staat de kern daarvan nog altijd overeind: in een notendop zorgt internationale handel voor wereldwijd meer en goedkopere producten en diensten, voor productievere en innovatievere bedrijven en voor internationale kennisoverdracht. Internationale handel is zo een enorme drijvende kracht geweest achter de afname van de wereldwijde armoede.
Nadelen
Maar internationale handel heeft ook zo zijn keerzijde. Zo worden de economische voordelen niet automatisch eerlijk verdeeld en gaat de handel gepaard met veel transportbewegingen, die slecht zijn voor het klimaat. Bovendien kunnen landen handel gebruiken als geopolitiek pressiemiddel: denk aan Rusland dat de gaskraan naar Europa dichtdraaide. Een harde les voor Europa na decennialange struisvogelpolitiek op het gebied van energieleveringszekerheid. En een ding is zeker: de komende tijd kunnen we nog veel geopolitiek vuurwerk verwachten op het gebied van bijvoorbeeld halfgeleiders, zonne-energietechnologie en groene investeringen.
Geopolitieke realiteit
In Europa begint ook langzaam het besef door te dringen dat geopolitieke beslissingen het reilen en zeilen van de economie steeds meer bepalen. En hoewel in de EU inmiddels ook diverse initiatieven zijn gelanceerd – zoals de European Chips Act – om de strategische autonomie op verschillende terreinen zeker te stellen, is het wel de vraag of Europa de vrijhandelsidealen niet veel te lang heeft laten prevaleren boven de koude, harde geopolitieke realiteit. Hierdoor loopt Europa het risico om op sommige fronten de boot te missen, zoals dat op het gebied van energieleveringszekerheid al is gebeurd. Als de huidige crisis aanhoudt of zich uitbreidt naar andere noodzakelijke grondstoffen waarop Europa kwetsbaar is,[1] zal de concurrentiekracht van de Europese industrie afnemen en zullen de lopende rekening van de betalingsbalans en de publieke financiën sterk verslechteren. Uiteindelijk kan het er zelfs toe leiden dat de Europese economie (gedeeltelijk) de-industrialiseert, doordat een deel van de Europese industriële sector verdwijnt of zich verplaatst naar bijvoorbeeld de VS.
[1] De EU heeft al in kaart gebracht in welke segmenten deze kwetsbaarheden zitten, zoals grondstoffen voor medicijnen, hightechproducten of verduurzaming.
De-industrialisatiescenario
In een recente studie hebben we met behulp van een eigen economisch model onderzocht wat de economische schade is in een de-industrialisatiescenario, waarbij Europa en het VK te maken krijgen met een 10 procent lagere industriële productie. De economische impact in dit scenario is groter dan volgens traditionele modellen, omdat deze er bijvoorbeeld van uitgaan dat landen zich ‘uit een crisis kunnen exporteren’ via een lagere wisselkoers. Wij houden er rekening mee dat hier minder ruimte voor is door het huidige geopolitieke krachtenspel. Wat zien we: het Britse pond en de euro dalen fors in waarde en de economie in het VK en de eurozone is na een periode van vier tot vijf jaar ruim 7 procent kleiner dan in ons basisscenario. Ook loopt de werkloosheid op tot niveaus die we zagen tijdens de mondiale financiële crisis en de eurozonecrisis.
Nieuwe modellen nodig
Adviseren vóór strategische autonomie lijkt nog weinig populair onder economisch adviseurs bij centrale banken, overheden en andere instituten, juist omdat ze nog steeds werken met traditionele economische modellen die zorgen voor onrealistische uitkomsten binnen de huidige geopolitieke context. Dit zorgt ervoor dat de economische nadelen van strategische afhankelijkheden onvoldoende worden belicht. Het zou pijnlijk zijn als dat uiteindelijk leidt tot verkeerde beleidsadviezen met mogelijk verstrekkende gevolgen.
Eerder verschenen bij RTL Nieuws