Onderzoek
Hoe de arbeidsproductiviteit in Nederland per provincie verschilt
De Nederlandse bevolking en economie zijn sterk geconcentreerd in de Randstad-provincies en Noord-Brabant. Bovendien verschilt de zogeheten arbeidsproductiviteit fors per provincie. Wat verklaart deze economische verschillen tussen de Nederlandse regio’s precies?
De twaalf Nederlandse provincies verschillen sterk van elkaar in inwonertal en omvang van de economie. Noord- en Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland zijn veel groter dan de andere provincies. De vier Randstad-provincies – Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland – zijn samen goed voor ongeveer de helft van de Nederlandse economie, werkgelegenheid en bevolkingsomvang. De verschillen tussen de provincies zijn zeer hardnekkig. Op de manier waarop de Randstad zich nu onderscheidt van de rest van het land, deed het gewest Holland, 450 jaar geleden, hetzelfde.
“In de provincies Noord-Holland en Utrecht werken de mensen veel, verdienen zij goed en dragen zij flink bij aan de inkomensherverdeling in ons land.”
Verschil in arbeidsproductiviteit
De verhouding tussen de waarde van de geproduceerde goederen en diensten en het arbeidsvolume dat deze productie tot stand brengt, noemen we arbeidsproductiviteit. Met andere woorden: arbeidsproductiviteit geeft de waarde weer die met een uur werken tot stand komt.
In de Randstad-provincies en Noord-Brabant is de arbeidsproductiviteit hoger dan gemiddeld. De werkzame personen in deze provincies brengen per gewerkt uur dus veel meer waarde tot stand dan de werkzame personen in andere provincies. Noord-Holland gaat qua arbeidsproductiviteit aan kop, op afstand gevolgd door Utrecht, Noord-Brabant en Zuid-Holland. In de andere provincies is de arbeidsproductiviteit lager dan gemiddeld. Friesland en Drenthe zijn hekkensluiters. De arbeidsproductiviteit ligt hier meer dan 15 procent onder het landelijke gemiddelde.
Verschillen in sectorstructuur, vestigingsklimaat en kwaliteit ondernemerschap
De provinciale variatie in arbeidsproductiviteit is in de eerste plaats het gevolg van verschillen in sectorsamenstelling van de economie. In sectoren als zakelijke dienstverlening en industrie is de arbeidsproductiviteit immers hoger dan in de andere sectoren als horeca en gezondheidszorg. Noord-Holland en Utrecht zijn de enige provincies met een voor een hoge arbeidsproductiviteit gunstige sectorstructuur.
De arbeidsproductiviteit verschilt echter niet alleen tussen, maar ook binnen sectoren en tussen ondernemingen. Deze variatie is het gevolg van verschillen in het vestigingsklimaat en de kwaliteit van het ondernemerschap. Het vestigingsklimaat is het geheel van factoren die zich buiten de invloed van de onderneming bevinden, maar die wel het resultaat van die onderneming beïnvloeden. Provincies verschillen bijvoorbeeld in hun ligging in het land, de omvang van hun thuismarkt, het aantal toeleveranciers en de variatie van hun activiteiten, het woon- en leefklimaat en de beschikbaarheid van kennis.
Concentratie Noordvleugel en Noord-Brabant
In de Randstad-provincies – inclusief Flevoland – en Noord-Brabant is het geheel van vestigingsklimaat en kwaliteit van het ondernemerschap gunstig, maar in de andere provincies minder. Noord-Holland heeft niet alleen de beste sectorstructuur, maar beschikt ook over het gunstigste geheel van vestigingsklimaat en kwaliteit van ondernemerschap. In Friesland en Drenthe is niet alleen de sectorstructuur het minst gunstig, maar ook het geheel van vestigingsklimaat en kwaliteit van het ondernemerschap.
De arbeidsproductiviteit en de bijdrage van het vestigingsklimaat hieraan hangen sterk samen met de dichtheid van bevolking, werkgelegenheid en productiewaarde. Ruimtelijke concentratie heeft een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijfsleven en bevolking tot gevolg. Daarom nemen arbeidsvolume, productiewaarde en bevolking sterker toe in provincies met een hoge dichtheid dan in provincies met een lage dichtheid. Dus: bevolking, arbeidsvolume en productiewaarde concentreren zich verder.