Update
Coronacrisis vergroot verschillen binnen de eurozone
De economie van de eurozone heeft in het eerste kwartaal van dit jaar al rake klappen gehad door de coronacrisis. Maar voor het tweede kwartaal zijn de verwachtingen nog een stuk slechter. Voor 2020 verwachten wij een economische krimp van 9,1 procent en voor 2021 een herstel van 6,1 procent. Deze groei is niet gelijk verdeeld over de eurozonelidstaten.
De strengheid van de lockdown-maatregelen verklaart voor een belangrijk gedeelte hoe groot de economische impact is in de eurozone. Voor het herstel van de economie is een investeringsimpuls belangrijk. Zuidelijke lidstaten hebben hiertoe minder mogelijkheden. De Europese Unie wil hun een helpende hand bieden. Maar sommige lidstaten dreigen roet in het eten te gooien door strengere eisen te stellen aan het steunpakket. Het is dan ook waarschijnlijk dat er concessies moeten worden gedaan op het voorstel dat er nu ligt.
Economische schade groter in het tweede kwartaal
Nu de bbp-groeicijfers voor het eerste kwartaal zijn gepubliceerd, kunnen we een beter beeld schetsen van de eerste economische impact van de coronacrisis. Economieën in de eurozone krompen in het eerste kwartaal zonder uitzondering fors. De krimp zal in het tweede kwartaal nog vele malen erger zijn dan in het eerste, gezien de lockdown-maatregelen. Een ander beeld dat naar voren komt uit de (voorlopige) groeicijfers, is dat er (opnieuw) een splitsing optreedt tussen de noordelijke en zuidelijke lidstaten van de eurozone.
Er zijn een hoop factoren die invloed hebben op de economische krimp en het daaropvolgende economische herstel. Hierdoor en door de risico’s (zoals een tweede golf aan besmettingen) zitten onze ramingen nog vol onzekerheden. Wel kunnen we met zekerheid zeggen dat de eurozone in het tweede kwartaal in een recessie belandt.
Diepe daling van het vertrouwen
De economische krimp hangt vooral samen met een ineenstorting van de consumentenbestedingen en de bedrijfsinvesteringen. Een stijgende werkloosheid en aanhoudende onzekerheid hebben voor een diepe daling van het vertrouwen gezorgd. Daarnaast heeft de terugval van de wereldhandel een grote impact op de export en import. Ook is het duidelijk dat de schulden van landen door een gecombineerde schok van een krimp van de economie en additionele uitgaven voor steunpakketten flink op zullen lopen.
De verschillen binnen Europa verklaard
Waarom zijn er zulke grote verschillen in de economische krimp binnen de eurozone? Allereerst sloeg de pandemie eerder en zwaarder toe in Italië, Spanje en Frankrijk. Deze landen kozen daarna voor een strenge lockdown, waardoor de economische activiteit sterk afnam (ook in bijvoorbeeld de industrie).
Daarnaast is de sectorstructuur belangrijk voor de kwetsbaarheid van een economie. Economieën waarin sectoren zoals toerisme, recreatie en horeca een relatief groot aandeel hebben, zijn zwaarder geraakt dan economieën waarin dit niet het geval is. Dit punt spreekt wederom niet in het voordeel van de zuidelijke lidstaten aangezien de eerder genoemde sectoren hier een stuk groter zijn dan in de noordelijke lidstaten.
Herstel in 2021
Doordat werknemers straks weer naar fabrieken, kantoren en winkels kunnen terugkeren, neemt de economische activiteit ten opzichte van de lockdown-periode flink toe. Maar door het banenverlies, faillissementen van bedrijven en de daling van het consumentenvertrouwen zal de economie nog niet volledig op stoom kunnen komen. Daarnaast verwachten wij dat sommige sectoren door de restricties van de anderhalvemetereconomie nog tot halverwege 2021 niet op volle sterkte kunnen draaien.
Overheden kunnen het economische herstel na de lockdown versnellen, vooral door de vraag te stimuleren. Met subsidies, belastingverlagingen en goedkope leningen kunnen zij voor bedrijven een gunstig klimaat creëren om nieuwe investeringen te doen en mensen (weer) aan te nemen. Niet elke overheid heeft echter dezelfde ruimte om deze investeringen te stimuleren. De zuidelijke lidstaten hadden voor de coronacrisis losbarstte al hoge schulden. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat de zuidelijke lidstaten zonder ingrijpen vanuit de EU veel begrotingsruimte zullen hebben om de economie weer op te laten starten. Op termijn zal dit de verschillen tussen noord en zuid dus op twee manieren verder vergroten.
“Mocht Brussel niet voldoende of te laat ingrijpen, dan zullen de verschillen binnen Europa alsmaar groter worden”
Gaat de EU de economie redden?
Op 27 mei presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een herstelfonds voor Europa. Het plan heeft een totale omvang van 750 miljard euro waarvan 500 miljard euro aan giften en 250 miljard euro aan goedkope leningen. Dit geld moet uiteindelijk bij de zwaarst geraakte landen terecht komen om daar het herstel te bevorderen. Het is echter nog geen gelopen wedstrijd. De zogeheten ‘Frugal Four’ (Nederland, Denemarken, Zweden en Oostenrijk) gaven van tevoren al aan dat zij niets zien in het verstrekken van giften aan zwaar geraakte landen. Zij zien liever goedkope leningen met strenge eisen op het gebied van economische hervormingen. Aangezien het voorstel unaniem moet worden aangenomen, is het hoogst waarschijnlijk dat de Europese Commissie water bij de wijn moet doen om ook deze lidstaten tevreden te stellen.