Opinie

Waar blijven de 'koopkrachtplaatjes' voor brede welvaart?

21 september 2020 9:51 RaboResearch

Dit jaar op Prinsjesdag waren de standaard koopkrachtplaatjes uit de gratie. Brede welvaart en verdienvermogen dienden zich aan als vervanger. Maar echt concreet werd het niet. Waar blijven de cijfers?

Koopkracht en mensen die aan het rekenen zijn

Vorig jaar noemde Rutte koopkrachtplaatjes al 'verschrikkelijk', maar toch ging een groot deel van de Miljoenennota hierover. Dit jaar is koopkrachtontwikkeling vooral 'moeilijk te interpreteren' en wordt er verder niet al te veel over gerept.

In plaats daarvan staat de begroting in het teken van brede welvaart en verdienvermogen. En dat is prima. Beleid richten op meer dan alleen bbp sluit beter aan bij de behoeftes van Nederlanders.

Verdienvermogen ook belangrijk

Dat lijkt misschien haaks te staan op de aandacht voor verdienvermogen, maar ik ben het eens met het kabinet als het schrijft: "Gerichte investeringen in ons verdienvermogen zijn een middel om maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en onze welvaart in brede zin te vergroten."

Zaken als inkomen en werkgelegenheid zijn ook belangrijk voor mensen. En publieke diensten als gezondheidszorg en onderwijs moeten ergens van worden betaald.

Meer nodig dan koopkrachtplaatjes

Er was dus meer aandacht voor brede welvaart, maar concreet werd het niet.

Helaas heeft het kabinet het CPB niet gevraagd om meer aandacht te besteden aan brede welvaart en verdienvermogen. De Macro Economische Verkenning (MEV) noemt de brede welvaart niet.

En verdienvermogen staat er één keer in… in het voorwoord van minister Wiebes. Koopkracht staat er daarentegen wél in, bijna zestig keer!

Te weinig aandacht voor andere welvaart

Rutte zei dit jaar dat hij het CPB niet kan verbieden koopkrachtplaatjes te maken. Dat zou ook weinig oplossen. Ook al kunnen de koopkrachtberekeningen misschien beter, het probleem is volgens mij ook niet dat ze worden gemaakt.

Koopkracht is belangrijk voor mensen en draagt bij aan de brede welvaart. Het probleem is dat wij te weinig aandacht hebben gehad voor andere welvaartsdimensies.

“Brede welvaart is ook economie”

Dat lijkt nu in stapjes te veranderen, maar dan is het ook zaak meer te investeren in gereedschap om de impact van beleid op brede welvaart te meten, net zoals dat gebeurt voor de koopkracht.

Er wordt wel aan gewerkt. Het CBS heeft een brede welvaartsmonitor en de Universiteit Utrecht en RaboResearch hebben samen de Brede Welvaartsindicator (BWI).

Meer onderzoek nodig

Maar er moet nog veel meer economisch onderzoek worden gedaan voordat het kabinet een antwoord heeft op vragen als "Levert een extra euro aan onderwijs meer of minder BWI op dan een extra euro aan zorg?".

Ik schrijf daarbij bewust 'economisch', want wat mij betreft is de afruil van schaarse middelen om welvaart te verhogen een door-en-door economische vraag. Het kabinet mag het CPB en de andere planbureaus dus best vragen hier gereedschap voor te bouwen om dit in te zetten bij de toelichting op de begroting.

Ook verdienvermogen mag concreter

En dat geldt (verrassend genoeg) ook voor verdienvermogen. Want hoeveel levert 20 miljard euro aan investeringen vanuit het Nationaal Groeifonds op? Oké, er moet eerst nog wel meer duidelijkheid komen over welke projecten.

Maar zelfs dan gebruikt het CPB geen zogeheten endogene-groeimodel om te berekenen wat dit voor technologische ontwikkeling en structurele economische groei betekent.

Dus heel goed dat het kabinet werk maakt van brede welvaart en verdienvermogen. Maar om goed beleid te maken op deze begrippen heeft het kabinet ook betere berekeningen nodig. Niet zozeer minder plaatjes, maar andere.

Eerder verschenen bij RTL Nieuws - Opinie