Opinie
Alles hetzelfde na corona, maar dan anders
De blijvende economische impact van covid-19 zal komen doordat het de gevolgen van bestaande trends zoals digitalisering, klimaatverandering en deglobalisering versterkt.

De economische impact van het coronavirus is groot, maar in veel opzichten tijdelijk. Er zijn wel gevolgen op lange termijn, maar deze hoeven niet dezelfde sectoren te raken die het hardst zijn getroffen door de coronacrisis zelf. De blijvende impact zal eerder komen doordat het virus de gevolgen van bestaande trends zoals digitalisering, klimaatverandering en deglobalisering versterkt en versnelt.
Niet alles anders door het virus
De wereld van voor de pandemie voelt soms ver weg. Een foto van een jaar geleden van vrienden in een kroeg, dicht op elkaar, met blote gezichten en handen ineen komt echt uit een andere tijd. Het doet dan ook recht aan onze beleving om te schrijven dat de coronacrisis alles in onze economie zal veranderen. En het nieuws over de historische krimp van onze economie versterkt dat beeld. Maar de geschiedenis laat juist zien dat na een pandemie veel aspecten van het oude leven ook weer terugkeren. De Spaanse Griep van een eeuw geleden heeft ook niet geleid tot het einde van restaurants, cafés, theaters of bioscopen. Integendeel, na de griep kwam het feestdecennium van de ‘roaring twenties’.
Dat wil niet zeggen dat er geen economische impact op lange termijn zal zijn. Maar deze is complexer dan de klappen die tijdens de coronacrisis zelf zijn gevallen. Horeca, recreatie en toerisme zijn sectoren die het hardst zijn geraakt. Maar deze sectoren bestaan dankzij de fundamentele menselijke behoefte aan sociaal contact en nieuwe ervaringen. Hoewel veel bedrijven zeker blijvende schade zullen oplopen, is het ook moeilijk voor te stellen dat mensen niet meer uit willen gaan of op reis.
Maar het virus versterkt wel bestaande trends
In bepaalde mate geldt deze redenering voor alle economische activiteit. Als wij onze economie zo hadden ingericht voor het virus, waarom zouden wij dan niet terugkeren naar dezelfde werkwijzen daarna? Het antwoord daarop is dat de economie al op belangrijke manieren aan het veranderen was en dat de coronacrisis deze bestaande trends versterkt en versnelt. Dat komt doordat de werkwijze tijdens de coronacrisis vaak beter past in de toekomst die deze trends al aan het vormen waren. De belangrijkste trends daarbij zijn digitalisering, klimaatverandering en deglobalisering.
Digitalisering was al een van de belangrijkste veranderingen in ons leven en onze economie. De coronacrisis heeft haar in een enorme stroomversnelling gebracht. In Nederland kan veertig procent van de economie gewoon doordraaien doordat deze banen goed vanuit huis zijn te beoefenen. De coronacrisis heeft laten zien hoeveel er online mogelijk is. Ongetwijfeld zullen collega’s elkaar weer vaker persoonlijk (willen) gaan ontmoeten nadat het virus voorbij is. Maar het zal lastiger zijn om een businesscase te maken voor grote uitgaven aan traditionele kantoortuinen en zakenreizen dan daarvoor, omdat bewezen is hoeveel goedkoper online alternatieven zijn. Ook consumenten hebben veel vaker dan voorheen gebruik gemaakt van online mogelijkheden om boodschappen te doen en te winkelen. Hoewel er ongetwijfeld nog behoefte is aan offline winkelen als ervaring en tijdsbesteding, heeft de coronacrisis meer mensen laten zien dat voor veel producten online winkelen simpelweg praktischer is (zeker als je toch al thuiswerkt).
Om klimaatverandering tegen te gaan, willen Europese landen de uitstoot van broeikasgassen flink reduceren. Nederland zelf beoogt een halvering in tien jaar. Veel van de korte-termijnaanpassingen tijdens de coronacrisis hebben geleid tot een flinke reductie van de uitstoot. In het tweede kwartaal ging de uitstoot van Nederland met een vijfde omlaag, meer dan het dubbele van de economische krimp van negen procent. Aanpassingen door de coronacrisis reduceren dus uitstoot, vooral in de vorm van minder forenzen en reizen. Dit zijn activiteiten die door beleidsaanpassingen zoals CO2-belasting waarschijnlijk toch al duurder zouden worden. De ervaring van corona laat zien dat we niet al deze bewegingen nodig hebben om productief te zijn, wat de rechtvaardiging en wellicht ook het draagvlak voor dit beleid vergroot.
Deglobalisering was ook al begonnen voor de coronacrisis. Het model waarin producten zijn samengesteld uit componenten die over de hele wereld zijn gemaakt zodat er lange, complexe waardeketens ontstaan, stond al onder druk. Dit model vereist namelijk open en stabiele handelsrelaties. Maar het politieke draagvlak voor internationale handelsverdragen en economische samenwerking was al smal geworden. Daarnaast zijn de spanningen tussen de VS en China structureel toegenomen, wat de rol van China als ‘fabriek van de wereld’ verder onder druk zet. Die spanningen zijn door de coronacrisis (of zoals Trump het noemt: het “China-virus”) toegenomen. Verder heeft de coronacrisis een praktisch argument toegevoegd tegen lange waardeketens, namelijk dat ze kwetsbaar zijn voor logistieke verstoring. Dit stimuleert de verschuiving van productie uit China naar andere landen met lagere lonen, maar ook dichter bij de consumenten in de VS en Europa. De laatste beweging wordt tegelijkertijd versterkt door klimaatverandering, die ook de druk vergroot om de afstand die producten reizen te verkleinen.
Een soms geslaagd experiment
Deze coronatijd is mede een enorm set experimenten met nieuwe manieren van werken en consumeren. Deze zijn afgedwongen door het virus en dus niet per definitie blijvend als de pandemie voorbij is. Maar in veel gevallen zijn de experimenten wel geslaagd. Dat is vooral het geval wanneer ze passen in een nieuwe wereld, die meer gedigitaliseerd is, waar klimaatverandering ons dwingt om uitstoot te reduceren en globalisering wordt teruggedraaid. Daarom verwachten we dat juist deze veranderingen in hoge mate blijvend zijn.
Figuur 1: Veranderingen door de coronacrisis
