Update
Wat de overheid moet doen om duurzame mobiliteit te versnellen
Door het coronavirus werken we massaal thuis, nemen we minder het openbaar vervoer en blijft ook de snelweg leeg. Maar als het coronavirus verdwijnt, verwachten we dat het verkeer weer terugkomt. Dat zagen we al toen de maatregelen minder streng werden. Dat is zonde, want we krijgen nu kansen om duurzame veranderingen door te voeren. Lees verder voor vijf adviezen voor de verduurzaming van mobiliteit.
1. Ontmoedig woon-werkverkeer
Door het coronavirus werken en leren we massaal vanuit huis. Daardoor reizen we nauwelijks meer. En zo ontdekten we de efficiëntste manier om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het uitgangspunt was namelijk altijd dat iedereen altijd moet kunnen reizen. Of dat nou met de auto of openbaar vervoer is. Daardoor ontstaat de spits: twee grote piekmomenten aan het begin en einde van de werkdagen. Hierdoor zijn bussen, treinen en wegen buiten de spits nagenoeg leeg.
Door dit te veranderen, werk je aan duurzame en toekomstgerichte oplossingen voor het verlagen van de uitstoot. Als werkgevers vanuit huis werken stimuleren en flexibelere tijden hanteren, wordt het minder druk op de weg. Daardoor zijn er minder files en kunnen noodzakelijke weggebruikers snel doorrijden. Zo voorkomen we overbelasting van de infrastructuur én stoten we minder broeikasgassen uit. Hoe doe je dat? Een paar suggesties:
2. De hele overheid uitstootvrij voor 2023
Als overheden investeren in een uitstootvrij wagen- en machinepark, helpt dat de transitie naar duurzame mobiliteit enorm. Vooral gemeenten kunnen een materieel goed vervangen voor een elektrisch alternatief. Het materieel blijft namelijk binnen een bepaalde straal en komt terug op een centrale locatie. Hierdoor is de beperkte actieradius van elektrische voertuigen geen probleem. Daarnaast investeert de overheid zo in innovatie. Voor veel voertuigen is namelijk nog geen elektrisch alternatief, maar veel Nederlandse bedrijven kunnen materieel juist ombouwen. Daar is dus samenwerking en innovatie voor nodig. Door hierin te investeren, worden alternatieven sneller ontwikkeld en kunnen bedrijven en de overheid van profiteren.
Dit proces vraagt naast aandacht van de overheden ook om samenwerking van de Nederlandse industrie. Nederland loopt ver voorop gezien de elektrificatie. Er is bijna geen land ter wereld waar zoveel elektrische auto’s rondrijden. Aan de andere kant wordt geen van die elektrische auto’s in Nederland geproduceerd. Met genoeg hoogstaande technische universiteiten en hogescholen en zelfs een ware automotive campus is er aan kennis geen gebrek. Nederland moet met toch in staat zijn om bijvoorbeeld een eigen elektrische bestelbus te bouwen? De overheid kan als ‘eerste klant’ helpen bij de ontwikkeling van elektrische voertuigen in Nederland. Zo heeft de industrie ook profijt van deze verduurzaming.
3. Vanaf 2023: duurzaam taxi- en personenvervoer?
De taxi-sector is een belangrijk onderdeel in de mix van vervoersmiddelen. In veel opzichten is de taxi voor kortere afstanden zelfs beter dan deelauto’s omdat de chauffeur wordt meegeleverd, er geen parkeerplek wordt ingenomen en het voertuig beter benut wordt. Taxi’s met een verbrandingsmotor zijn tegenwoordig makkelijk te vervangen door elektrische alternatieven. Daarnaast willen veel steden alleen nog maar elektrische taxi’s toelaten in de stad. Dit is dus hét moment om dit beleid landelijk door te voeren. Zo zorg je voor een gelijk speelveld en worden de kosten voor de elektrische auto doorberekend naar de gebruikers. Gemeenten en provincies moeten dan wel zorgen voor voldoende laadcapaciteit. En de Rijksoverheid moet met een inruilpremie komen om de overgang naar de duurdere voertuigen te helpen.
4. Verplicht uitstootloos bouwmaterieel vanaf 2023 bij aanbestedingen
De ontwikkeling van uitstootloos bouwmaterieel gaat hard. Voor graafmachines, shovels en walsen zijn inmiddels elektrische alternatieven en de ontwikkeling zet door. Helaas worden er nog geen uitstootloze voertuigen in massa gebouwd waardoor deze machines in Nederland vaak zelf worden omgebouwd. Zo wordt nogmaals bewezen hoe ver ons land voorloopt in het gebruik van uitstootloze aandrijvingen. Deze ontwikkeling moeten we vasthouden. Door bouw met uitstootloos materieel te verplichten, helpt deze ontwikkeling omdat de vraag naar dit soort materieel zal toenemen. En hoe hoger de vraag, hoe meer innovatie.
5. Blijf betaalbare elektrische auto’s stimuleren, vooral nu!
Het geld voor de particuliere aankoopsubsidie voor nieuwe elektrische auto’s is op en daarmee beëindigd. Een verhoging van dit budget is noodzakelijk, want het helpt mensen juist om over te stappen op elektrisch vervoer. Elektrisch rijden is namelijk nog erg duur en daarom vooral toegankelijk voor een selecte groep. Na de introductie van de Tesla model 3 en enkele andere modellen is dit snel veranderd, maar elektrisch rijden blijft voor velen onbetaalbaar. Opvallend is dat de mensen die een elektrische auto leasen nu thuiswerken, terwijl de mensen die juist de weg op moeten zo’n elektrische auto goed kunnen gebruiken.
Het is dus belangrijk dat niet alleen elektrische leaseauto’s financiële steun krijgen, maar juist ook auto’s voor particulieren onder de € 25.000. De oproep is daarom om de subsidie voor elektrische auto’s tot € 25.000 te verdubbelen tot € 8.000 en de subsidie voor auto’s tot € 35.000 te verhogen tot € 6.000. Hiermee wakker je autoverkopen aan en stimuleer je de verduurzaming van het wagenpark. Combineer dit met een slooppremie voor diesel- en benzineauto’s die ouder zijn dan tien jaar. Zo beperk je de uitstoot van het gehele Nederlandse wagenpark. Daar profiteren vooral mensen met een middeninkomen van.
Benieuwd naar jouw kansen in de mobiliteitssector? Mail onze sectorspecialist Henry Steenbergen voor vrijblijvend advies.