Update

Regionale economische veerkracht loopt sterk uiteen

15 december 2020 4:01 RaboResearch

De Nederlandse economie blijkt veerkrachtiger dan eerder gedacht, maar krimpt dit jaar desondanks waarschijnlijk met 4,2 procent. Daarbij loopt de regionale economische veerkracht sterk uiteen. De verwachtingen voor het noordoosten van het land zijn over het algemeen iets minder negatief, met uitzondering van het uiterste noorden. Voor Noord- en Zuid-Limburg, Zuidoost-Zuid-Holland, Leiden en Bollenstreek en Groot-Amsterdam verwachten we meer krimp.

Meteen de diepte in?Lees de volledige studie
Man wandelend in de sneeuw

De Nederlandse economie blijkt tot nu toe veerkrachtiger te zijn dan eerder gedacht. Het herstel in de zomer was sterk en de stijging van de werkloosheid valt tot nu toe mee. En hoewel de tweede coronagolf en bijbehorende maatregelen de economie weer schaden, is de klap daarvan waarschijnlijk kleiner dan bij de eerste golf. Desalniettemin verwachten we dit jaar een krimp van 4,2 procent. We zien daarbij grote verschillen tussen sectoren. Vervoer & opslag, de overige zakelijke dienstverlening (onder meer uitzendbureaus en reisorganisaties) en vooral de horeca krimpen het meest, terwijl de productie in de bouw en de landbouw waarschijnlijk volgend jaar pas afneemt. Samen met specifieke regionale kenmerken zorgt dit voor uiteenlopende groeiprognoses voor de veertig Nederlandse regio’s.

Economische krimp in alle regio’s

De economie zal dit jaar in elke regio krimpen (figuur 1). Door de oogharen heen zien we dat het noordoostelijke deel van het land een betere prognose heeft dan een aantal regio’s in het westen en het zuidoosten. Over het algemeen zijn de agrarische sector, het onderwijs en/of de overheid hier relatief groot en die sectoren hebben een minder slechte prognose. Daarnaast blijkt uit de transactiedata dat de afname van de economische activiteit in dit gebied relatief meevalt. Het uiterste noorden, vooral in Groningen, is hierop de uitzondering. Door de lagere delfstoffenwinning is de productie rondom de stad Groningen dit jaar flink lager. In Delfzijl en omgeving is de transportsector bijzonder groot en Noord- en Zuidwest-Friesland huisvesten veel zorg, horeca en industrie. Deze sectoren hebben allemaal een relatief sterke krimpverwachting.

In het westen vallen Zuidoost-Zuid-Holland en Leiden en Bollenstreek op. De economische activiteit was hier lager dan verwacht. Dat geldt ook voor Groot-Amsterdam, dat daarnaast vanwege de beperkte luchtvaart en wegblijvende internationale toeristen, zakelijke reizigers en dagjesmensen harder wordt getroffen. De relatief sterke krimp in Noord-Limburg komt door het grote aandeel van de industrie en de transportsector. In het zuiden van de provincie is de structuur niet ongunstig, maar was de economische activiteit tot en met november lager dan gemiddeld, zo blijkt uit onze transactiedata.

Figuur 1: Regionale prognoses 2020

Figuur 1
Bron: RaboResearch

De ene regio is veerkrachtiger dan de andere

De veerkracht die de Nederlandse economie in de zomer liet zien, dempt de verwachte krimp. Dit zien we ook terug in de verwachte krimp in de regio’s. Maar ook hierin verschillen ze van elkaar (figuur 2). De figuur geeft weer in welke mate een regio momenteel een betere verwachting heeft dan onze prognoses van afgelopen juni.

Opvallend is vooral dat de drie Randstedelijke gebieden Groot-Amsterdam, Leiden en Bollenstreek en Utrecht in de afgelopen zes maanden minder veerkrachtig waren. Sterker nog, Groot-Amsterdam is de enige regio met momenteel een slechtere prognose dan in het voorjaar. De verklaring hiervoor ligt deels in de afhankelijkheid van Amsterdam (inclusief Schiphol) van bezoekers. Zo viel het internationale toerisme in het tweede kwartaal nagenoeg stil en bleven zakelijke reizigers en dagjesmensen weg. De rest van Nederland heeft hier minder last van. Ook hebben bedrijven geen of veel minder voordeel van de nabijheid tot andere bedrijven en kennisinstellingen, vanwege de beperkte mogelijkheden van fysiek contact. Dit bepekt onder meer de kennisoverdracht en daarmee de innovatiekracht van de stad. Dat was de afgelopen jaren een belangrijke factor in het succes van Amsterdam.

Figuur 2: Veerkracht in de afgelopen zes maanden

Figuur 2
Bron: RaboResearch

“Groot-Amsterdam zal ook na deze crisis weer profiteren van zijn zeer gunstige vestigingsklimaat”

Veerkracht op langere termijn

Overigens is de veerkracht van Groot-Amsterdam op langere termijn waarschijnlijk groter. Diepere dalen en hogere pieken zijn niet ongewoon voor de regio. De economie van Groot-Amsterdam groeide harder tijdens de hoogconjunctuur voor 2008, slonk meer in 2009 en herstelde daarna veel sneller en sterker dan Nederland als geheel. Bovendien dankte Groot-Amsterdam zijn hoge economische groei tussen 2013 en 2018 voor de helft aan een zeer gunstig vestigingsklimaat. Daar zal de regio ook na deze crisis weer van profiteren.

Naast de drie genoemde gebieden in de Randstad zijn ook de verwachtingen voor Zuid-Limburg en Delfzijl en omgeving niet veel beter dan eerder dit jaar. In Delfzijl komt dat vooral doordat de prognose voor de transportsector is verslechterd. In Zuid-Limburg is de economische activiteit lager dan je op grond van de economische structuur zou verwachten. Aan de positieve kant staan Alkmaar en omgeving, Het Gooi en Vechtstreek en Noordoost-Brabant. Die regio’s hebben ook de minst slechte prognoses voor 2020. Door de verbeterde exportpositie van de industrie hebben we ook voor een aantal industriegebieden een betere verwachting dan eerder dit jaar: Zuidoost-Brabant, IJmond, Zaanstreek en Twente.