Opinie
Het verruimen van de hypotheeknormen is riskant voor de economie
Per 1 januari gelden wederom ruimere leennormen voor hypotheken. Dat maakt koopwoningen vooral duurder en dus niet toegankelijker. Huizenkopers hebben hier weinig aan. Bovendien is het vanwege hogere schulden riskant voor de economie als geheel.
Deze week rapporteerde het CBS dat koopwoningen in november 9 procent duurder waren dan een jaar eerder, in lijn met de beweging die in de loop van het jaar zichtbaar werd: de huizenprijzen stegen dit jaar zelfs sneller dan vorig jaar, ondanks een historische recessie.
Het lijkt misschien goed nieuws bij alle ellende die dit coronajaar bracht: de huizenmarkt bleef ongeschonden. Maar onder die opgewekte constatering voel ik toch onbehagen.
Huizenmarkt nog minder toegankelijk
Allereerst omdat de steeds hogere prijzen de huizenmarkt nóg ontoegankelijker maken, vooral voor starters. De lage hypotheekrentes helpen weliswaar de maandelijkse lasten te drukken, maar huizenkopers nemen door de hogere prijzen voor een gemiddeld huis wel een steeds grotere schuld op de schouders: steeds vaker lenen huizenkopers - en vooral starters - (bijna) maximaal ten opzichte van hun inkomen.
Dat onbehagen betreft ook de economie als geheel. We weten immers dat de hoge schulden van huishoudens de economie extra kwetsbaar kunnen maken in tijden van neergang. Dat bleek in de periode na de grote financiële crisis, toen veel huishoudens in de winkelstraat de hand op de knip hielden om af te kunnen lossen op hun hypotheken.
Zwak herstel door hoge schulden
Mede daardoor bleven de consumptie en het economische herstel zwak. Hoewel de schuldengroei sinds de crisis is afgeremd, hebben Nederlanders zelf (in tegenstelling tot hun overheid) nog altijd een zeer hoge schuld in internationaal perspectief, een punt waar het IMF en de EU nog altijd op wijzen. Dat maakt ons land economisch kwetsbaar.
In deze context is het besluit van het kabinet om de hypotheeknormen voor onder meer tweeverdieners per 1 januari te verruimen ongelukkig. Want in combinatie met de krappe huizenmarkt leiden de ruimere leennormen logischerwijs tot hogere prijzen. Dat maakt de huizenmarkt niet toegankelijker, maar zorgt wel voor meer schuld.
Kabinet kijkt alleen naar huishoudboekje
Nou kan men dat in Den Haag ook wel bedenken. Bovendien plaatsten de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) al kritische kanttekeningen bij de voorgenomen verruiming. Waarom dan toch deze wijziging? Dat komt doordat de leennormen vanuit een te nauw perspectief worden bepaald. Zij moeten voorkomen dat huishoudens bij het aangaan van een hypotheek onverantwoorde risico’s nemen. Een terecht maar incompleet doel. Want de leennormen zouden ook de economische stabiliteit moeten helpen bewaken.
Nu vraagt het kabinet elk jaar het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) om advies, want dat is de expert op het gebied van huishoudens en geld. Wanneer deze berekent dat in het huishoudboekje van bijvoorbeeld tweeverdieners nog wat ruimte is voor hogere woonlasten, dan volgt het advies om de leennormen voor deze groep te verruimen.
Kijk ook naar invloed op economie
Maar het NIBUD heeft geen diepgaand inzicht in de gevolgen voor de huizenprijzen, de samenhang met de economische conjunctuur en op de gevolgen daarvan voor de lenende consument. Noch op de nadelen voor de economische stabiliteit die uitgaan van de hoge schulden van Nederlanders. Daarvoor zijn de AFM en DNB de aangewezen instellingen.
Het kabinet zou hun adviezen daarom minstens op gelijke voet moeten behandelen met die van het NIBUD. Op die manier kunnen we met de leennormen niet alleen huishoudens maar ook de economie als geheel beter beschermen tegen overmatige schuldafhankelijkheid.
Eerder verschenen bij RTL Nieuws - Opinie.