Opinie
Hoe China een blik biedt in ons herstel
Het economisch herstel van China biedt wellicht een kijkje in de toekomst van Nederland. Daar is het initiële herstel snel gegaan, maar het laatste gedeelte gaat langzamer.
Als iemand die het coronavirus zelf heeft opgelopen ervaarde ik één groot verschil met een gewone griep. Namelijk, bij mij ging grofweg de eerste 85 procent van het beter worden snel, maar de laatste 15 procent ging beduidend langzamer. Als econoom kan ik het niet laten om hier een parallel te trekken met het economisch herstel na de coronacrisis.
Daarbij denk ik dat China op een aantal aspecten een blik biedt in onze toekomst. In China is het coronavirus grofweg een kwartaal eerder uitgebroken dan in de rest van de wereld en het land had het virus veel eerder grotendeels onder controle. Daarom zal China ook de enige grote economie in de wereld zijn die die dit jaar groei laat zien in plaats van een krimp. China loopt dus voor op de rest van de wereld en haar herstel biedt wellicht een kijkje in de toekomst van andere landen. Wat laat die sneak peak zien?
Toegenomen verschillen
Een van de dingen die China’s situatie laat zien, is dat het coronavirus ongelijkheid vergroot. Dat komt omdat de economische effecten van het coronavirus sterker zijn voor sommige sectoren en bepaalde groepen mensen dan anderen. Mensen die werken in sectoren die hard geraakt zijn door de coronacrisis, zoals de horeca, hebben vaker een lager inkomen. Mede hierdoor is in China het verschil in inkomen tussen de 20 procent hoogste en 20 procent laagste inkomens gestegen sinds de uitbraak van het coronavirus.
Daarnaast zijn de regionale verschillen toegenomen. Terwijl de economie van Chinese gebieden zoals Tibet en Guizhou duidelijk aan het herstellen is met groeivoeten van respectievelijk 6 procent en 3 procent (voor de eerste drie kwartalen van dit jaar), laat bijvoorbeeld Hubei, de provincie waar eerst het coronavirus uitbrak, nog steeds een krimp zien van 10 procent over dezelfde periode.
Diensten herstellen minder snel
Het Chinese bureau voor de statistiek verdeelt de Chinese economie in drie stuken, industriële productie (waar onder andere ook de bouwsector in zit), diensten en landbouw en visserij. De dienstensector in China herstelt een stuk minder snel dan de industriële productie. Productie groeide in het derde kwartaal dit jaar (vergeleken met vorig jaar) met 6 procent terwijl diensten achterbleven met een groei van 4 procent. Waarom is dit belangrijk? Omdat de dienstensector een goede indicator is van de vraag van consumenten, het vertegenwoordigt bijna de helft van de Chinese economie en bijna de helft van de mensen die kunnen en willen werken, werken in de dienstensector.
De kans is groot dat de dienstensector voorlopig achter blijft lopen ten opzichte van de industriële productie. Want consumptie van goederen kun je ‘inhalen’, maar diensten veel minder. Veel mensen die dit jaar grote aankopen zoals een auto hebben uitgesteld, gaan die volgend jaar of het jaar daarna alsnog kopen. Maar mensen gaan niet een bezoek naar de kapper of een vakantie ‘inhalen’.
Paralellen met Nederland
China is zeker niet een-op-een te vergelijken met Nederland, maar de paralellen zouden wel getrokken kunnen worden op bepaalde gebieden. Onderzoek van de Rabobank laat bijvoorbeeld zien dat er ook in Nederland grote regionale verschillen zijn in economische veerkracht, dat het lang zal duren voordat de dienstensector volledig is hersteld, dat laagopgeleiden, migranten en jongeren het meest geraakt worden door de coronacrisis én dat er grote verschillen zijn in de snelheid waarmee sectoren terugveren. China’s herstel laat zien dat deze problemen voor Nederland de komende tijd waarschijnlijk zullen blijven spelen.
Ondertussen hebben we gelukkig vaccins, dat biedt hoop. Maar er is helaas geen vaccin meer mogelijk voor de economie. Die heeft al corona opgelopen en moet herstellen. Dat herstel kan in eerste instantie snel gaan, zoals wij in Nederland deze zomer zagen. Maar de ervaring van China (en het parallel met het virus zelf) laat zien dat het laatste deel van het herstel langzamer kan gaan.
Eerder verschenen bij Nederlands Dagblad.