Update

Beroepsonderwijs en volwasseneducatie loopt door ondanks corona

5 januari 2021 15:16

Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) biedt studenten en volwassen een regionale opleiding (roc), een agrarische opleiding (aoc) of een vakschool. In zowel de beroepsopleidende (bol) als de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) zijn stages en praktijkonderwijs belangrijk. Door de coronacrisis is deze praktijkervaring deels of geheel uitgevallen. Tegelijkertijd zien we dat volwassenonderwijs weer in de spotlights staat door om-, her-, en bijscholing. Wat betekent dit voor de sector? Je leest het hieronder.

Vrouw schrijft achter laptop

Aansluiting mbo op arbeidsmarkt en vervolgopleidingen

Door de focus op stages en praktijkonderwijs werken veel mbo-instellingen samen met het (regionale) bedrijfsleven in verschillende sectoren zoals handel, techniek, voedsel en zorg.

De samenwerking met het bedrijfsleven wordt zo ingericht dat iemand ook daadwerkelijk praktijkervaring opdoet die relevant is voor het bedrijfsleven. Ook kijkt het mbo nadrukkelijk naar de behoeften van de Nederlandse economie op lange(re) termijn. Zo zijn voor een kenniseconomie vooral technisch opgeleide werknemers van belang. De MBO Raad geeft hier invulling aan via het Techniekpact, een samenwerking om de tekorten aan goed technisch personeel op te lossen en zo de Nederlandse concurrentiepositie te verbeteren.

“Jongeren van nu zijn de maatschappij van morgen. Dit onderstreept het belang van goed burgerschap.”

Naast een basis- en een profieldeel heeft iedere mbo-opleiding een keuzedeel. Dit keuzedeel is ook wel de verrijking van de studie en vormt min of meer de ‘plus’ op de opleiding. Het keuzedeel wordt per opleiding bepaald en heeft als doel een betere in- en doorstroom naar vervolgopleidingen te realiseren. Zo heb je als student een goede basis te pakken.

Burgerschapsonderwijs: belangrijke pijler binnen mbo

Jongeren van nu vormen de maatschappij van morgen. Het mbo kent dan ook drie kwalificaties waarvoor studenten worden opgeleid: een beroep, een vervolgopleiding en tot burgers die volwaardig deelnemen aan de maatschappij. Het goed kunnen functioneren in de maatschappij, of een beroep goed uitvoeren vraagt om de juiste vaardigheden, houding en kennis.

In de burgerschapsagenda van de MBO Raad en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt aan de hand van vier pijlers (politiek-juridisch, economisch, maatschappelijk-sociaal en vitaal burgerschap) uitgelegd hoe het burgerschapsonderwijs wordt vormgegeven. Het doel van deze burgerschapsagenda is het mbo-onderwijs naar een hoger niveau tillen om zo de jongeren klaar te stomen tot geschikte burgers.

Burgerschap is binnen het hele onderwijs een thema, maar is het concreetste in het mbo. Het Kennispunt MBO Burgerschap is verantwoordelijk voor de uitvoering van diverse activiteiten uit de burgerschapsagenda en biedt ondersteuning aan mbo-instellingen op het gebied van beleid en regelgeving, lesmateriaal en/of kennisdeling.

Praktijkonderwijs en stages blijven doorgaan door overheidssteun

Er is in het mbo sprake van een verschuiving van de BOL (vier dagen school, één dag praktijk) naar de BBL-opleidingen (vier dagen praktijk, één dag school). En juist deze opleidingen zijn kwetsbaar in de huidige coronacrisis omdat ze veelal uit werken en praktijkonderwijs bestaan. Het kabinet investeert miljoenen extra in het onderwijs. Voor het mbo zijn er tegemoetkomingen voor studenten die zich opnieuw moesten inschrijven. En voor studenten die vertraging hebben opgelopen door het uitvallen van stages. Ook zijn er zomer- en herfstscholen opgericht om opgelopen achterstanden in te halen.

Ook zijn subsidies verstrekt voor leerwerkbedrijven in conjunctuur- en contactgevoelige sectoren. Zo blijft het voor deze bedrijven aantrekkelijk om leerwerkbanen aan te blijven bieden.

Levenlang leren als recht voor alle werkenden

De overheid heeft als visie dat werkenden zich moeten blijven ontwikkelen en dit wordt gestimuleerd via het Levenlanglerenkrediet. Dit krediet is voor volwassenen jonger dan 55 jaar die een opleiding willen volgen, maar geen recht meer hebben op studiefinanciering. En hier bleek behoefte aan, het aantal studenten in volwasseneneducatie is namelijk toegenomen. Ook vanwege de coronacrisis. Dit vergroot in specifieke branches namelijk de noodzaak om werkenden om-, her- of bij te scholen. Voor de NOW-2 en -3-regelingen hebben werkgevers zelfs de verplichting om hun werknemers te laten doorleren via het zogenaamde programma ‘Nederland leert door’. Het doel? Door scholing en ontwikkeling werk behouden.

Daarnaast streeft de MBO Raad samen met Vereniging Hogescholen en VSNU, voor uitbreiding van het leerrecht voor werkenden. Door krachten te bundelen pleit het mbo, hbo en wo samen voor een week scholing per jaar voor iedere werkende Nederlander.

Rabobank als onderwijspartner voor meer dan alleen geldzaken

Goede educatie is van wezenlijk belang voor onze welvaart en (kennis)economie. De visie van Rabobank ‘Growing a better world together’ sluit hier dan ook naadloos bij aan. De Rabobank is sterk geworteld in lokale gemeenschappen en kent de uitdagingen van mbo-instellingen en volwasseneneducatie als geen ander.

Naast onze financiële dienstverlening delen wij ook onze kennis op het gebied van ondernemen, innovatie en duurzaamheid. En brengen we via onze netwerken in de lokale gemeenschap contacten tot stand. Juist door samenwerking tussen onderwijs, lokale overheid en de bank kan toekomstbestendig onderwijs worden ontwikkeld.

Rabobank is dé aangewezen partner voor onderwijsinstellingen. Neem gerust vrijblijvend contact op met een Rabobank bij je in de buurt.