Update
Positieve verwachtingen voor de dierenartsbranche
De vraag naar dierenartsenzorg bij landbouwhuisdieren daalt de komende jaren licht vanwege de verwachte krimp van de veestapel. Bij de gezelschapshuisdieren zal de omzet de komende jaren juist toenemen met 3 tot 5%. Wat betekent dit voor de dierenartsbranche? En welke trends zien we nog meer? Je leest het in dit visiebericht.
Huisdieren zorgen voor meeste omzet
In 2020 waren er zo’n 118 miljoen landbouwhuisdieren. De grootste groepen zijn de kippen (bijna 102 miljoen), varkens (ruim 12 miljoen) en het rundvee (3,8 miljoen). Toch zijn het de huisdieren die voor de meeste omzet (60%) zorgen in de branche. Rundvee volgt met 20% en varkens met 9%. Volgens jaarlijks onderzoek van Divebo en de NVG bezat in 2019 47,7% van de huishoudens een huisdier, wat neerkomt op zo’n 3,8 miljoen huishoudens in Nederland met 27,3 miljoen huisdieren. De jaarlijkse dierenartskosten bedragen volgens het Nibud gemiddeld €160 voor een hond en €140 voor een kat. De consumentenuitgaven aan huisdieren nemen toe door de beleving dat een 'huisdier bijna net zo dierbaar is als een kind'.
Huisdieren krijgen steeds betere zorg. Volgens FIDIN, de branchevereniging voor veterinaire farmacie, stegen de uitgaven van diergeneesmiddelen van 250 miljoen euro in 2010 naar 340 miljoen euro in 2017. Dierenartsen merken wel dat er een tweedeling is tussen mensen die tot het uiterste willen en kunnen gaan en mensen die zich beperken tot basale zorg voor hun huisdier. Dit is ook terug te zien in huisdierenverzekeringen. In Nederland is 4% van de honden en katten verzekerd, maar dit aantal groeit. Eigenaren van verzekerde huisdieren besteden gemiddeld 80% meer aan medische behandelingen en leggen 53% meer bezoeken af aan de dierenarts in vergelijking met eigenaren van niet-verzekerde huisdieren.
Focus van behandeling naar preventie
Er ontstaat steeds meer concurrentie van tuincentra, bouwmarkten en dierenspeciaalzaken die veterinaire diensten verlenen. Daarnaast worden dierenartspraktijken in toenemende mate afhankelijk van handelingen en advisering omdat voer en medicijnen steeds meer via internet worden gekocht. Binnen de sector ligt de focus steeds meer op preventieve gezondheidszorg en advisering, en minder op curatieve behandelingen.
Zorgen voor dierenwelzijn vraagt van erfbetreders in de landbouwhuisdierensector steeds meer vaardigheden. Behalve door de ontwikkeling van het aantal dieren wordt de vraag ook beïnvloed door conjunctuur en de dreiging van het uitbreken van dierziekten als varkenspest, vogelgriep, MKZ, BSE, Q-koorts en het Schmallenbergvirus. Ook in het reduceren van het antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren spelen dierenartsen een belangrijke rol. Het werkterrein verschuift ook hier van curatief naar preventief. Men werkt bijvoorbeeld met een abonnementsvorm voor de landbouwhuisdieren.
Nederland kent in verhouding tot andere Europese landen een relatief laag gebruik van diergeneesmiddelen. In Nederland vindt ongeveer 6% van het totale Europese gebruik plaats. Het gebruik van diergeneesmiddelen vindt door voedselveiligheidseisen en de publieke opinie steeds bewuster plaats, wat leidt tot lagere doseringen.
Daarnaast is er het bieden van tweedelijnsdienstverlening in de vorm van een dierenziekenhuis voor paarden en gezelschapsdieren. En groeit de inzet van meer technologie bij de diagnose en behandeling van dieren. Hierbij kan je denken aan MRI- en CT-scans en Echo’s. Dieren krijgen op steeds jongere leeftijd een scan. In 2016 was 8 procent jonger dan 1 jaar, in 2019 was dat 14 procent.
Veranderingen in de dierenartsbranche
Nederland telt volgens het CBS ruim 2.400 dierenartspraktijken met één of meer vestigingen. De grootste categorieën praktijken zijn de huisdierenpraktijken (meer dan 60%), gemengde praktijken (meer dan 20%) en de paardenpraktijken (ongeveer 5%). In de branche vindt schaalvergroting plaats. Grotere praktijken bieden de mogelijkheid tot differentiatie van werkzaamheden, een betere verdeling van werktijden, collegiaal overleg en schaalvoordelen.
Ook zien we steeds meer ketenvorming. Kleinere groepspraktijken werken steeds vaker samen. Hierdoor is het mogelijk om meer specialistische kennis te bieden. Een voorbeeld uit de praktijk is de keten DierenDokters. Ook buitenlandse partijen tonen belangstelling in de Nederlandse markt. De grootste partijen zijn Evidensia, AniCura en CVS. Op dit moment maken ketens ongeveer 20 tot 25% uit van de markt. Redenen voor ketenvorming zijn onder meer feminisering van de beroepsgroep en het feit dat jonge dierenartsen minder vaak praktijkeigenaarschap ambiëren.
De rol van Rabobank
Rabobank is samen met de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) betrokken bij het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren. Dat is een vertrouwensloket voor de preventie en aanpak van verminderde dierzorg. Heb je het vermoeden dat dieren niet goed behandeld of verzorgd worden? Meld dit dan. Meer hierover lees je op vertrouwensloketwelzijnlandbouwhuisdieren.nl. Hier kan je ook melding maken van slechte dierzorg.
Wil je weten hoe Rabobank jouw bedrijf kan helpen? Neem dan contact op met je lokale Rabobank of je contactpersoon.