Opinie
Inflatie is risico voor de koopkracht
Onlangs publiceerden wij onze nieuwe ramingen voor de wereldeconomie. Vergevorderde vaccinatiecampagnes hebben een positieve groei-impuls gegeven. Maar tegelijkertijd werpen verstoringen in internationale waardenketens een steeds grotere schaduw over de toekomstige groei in zowel de VS als Europa.
Oplopende tekorten aan materialen en geschikt personeel, stijgende inkoopprijzen en transportkosten, langdurige productie- en leveringsvertragingen. Je kunt tegenwoordig bijna geen krant meer openslaan zonder een verhaal te lezen over een bedrijf dat ongerust is over zijn bedrijfsvoering.
Dat er sprake is van mismatch (tussen vraag en aanbod) is evident, maar de contrasten zijn enorm. Terwijl het aantal banen in de VS in augustus nog ruim 5 miljoen onder het niveau van eind 2019 stond, wordt daar al gesproken van “The Great American Labor Shortage”, om maar zo’n contrast te noemen. Dus hoe langdurig en breed gedragen is de mismatch? En waar leidt dat toe?
Laat ik beginnen met de vraag of er (al) sprake is van excessieve vraag in de economie – van het soort dat tot oververhitting leidt? Mijn antwoord daarop is nee. Dat baseer ik op het feit dat mensen niet ontsparen om extra consumptie te financieren. Spaarquotes onder Amerikaanse en Europese huishoudens zijn in de afgelopen twee kwartalen weliswaar gedaald, maar er wordt nog steeds meer gespaard dan voor de coronacrisis. Bovendien is de werkgelegenheid in de meeste landen nog niet terug op pre-coronaniveaus.
“Er kunnen langdurige verschuivingen op de arbeidsmarkt zijn, al dan niet als (indirect) gevolg van corona”
Dat neemt niet weg dat er langdurige verschuivingen op de arbeidsmarkt kunnen zijn, al dan niet als (indirect) gevolg van corona. Sommige mensen zijn in andere banen of zelfs andere sectoren terechtgekomen en zullen misschien minder geneigd zijn om terug te keren naar hun oude baan.
Als bedrijven bang zijn om werknemers aan andere bedrijven te verliezen dan kan een (wellicht terechte) toename van de loongroei in bepaalde sectoren ook de loongroei in andere sectoren aanwakkeren – iets wat de arbeidseconoom Richard Layard ‘leap-frogging’ noemt. Maar de mate waarin hangt vooral af van de organisatiegraad van werknemers. De macht van de vakbonden in de VS en Europa is al decennia tanende en hoewel de globalisering stokt, heeft corona ‘op afstand werken’ alleen maar gemakkelijker gemaakt. Bij onze oosterburen stegen de cao-lonen in augustus met tussen de 0,5 en 2,5 procent. Dat is aan de onderkant van de bandbreedte in de afgelopen tien jaar. Een loongolf lijkt in de meeste landen nog niet aan de orde.
En wat te denken van de grondstoffenprijzen? Zolang de algehele vraag in de wereldeconomie het aanbod niet overstijgt, is een verdere stijging van grondstoffenprijzen over een brede linie misschien niet zo waarschijnlijk, maar verstoringen, zoals fabriekssluitingen in landen met een nieuwe coronabesmettingsgolf, kunnen meer roet in het eten gooien. Veel experts wijten de hogere transportkosten – vooral in het containervervoer – aan de (tijdelijke?) verstoringen tussen vraag en aanbod als gevolg van havensluitingen. Maar de geopolitieke spanningen en een tekort aan concurrentie in deze sector worden ook als structurele factoren genoemd. Hogere grondstof- en transportkosten zouden dus weleens hardnekkiger kunnen blijken. En dat betekent dat bedrijven in toenemende mate hun hogere kosten aan de consument zullen gaan doorberekenen.
Als ik bovenstaande elementen aan elkaar knoop, kom ik tot de conclusie dat we vooral te maken hebben met een aanbodschok. Het aanbod kan de vraag (tijdelijk) niet bijbenen. Maar zowel de omvang als de hardnekkigheid van deze aanbodschok – de stijging van de grondstoffenprijzen laat zich inmiddels meten met die van de oliecrises van ’73-’74 en ’79-80 – vormen een risico voor de koopkracht en daarmee voor de toekomstige vraagontwikkeling. Dat wil zeggen, als de loonontwikkeling niet mee-ademt.
In de VS heeft de inflatie al haar weerslag op het consumentenvertrouwen; dat zakte in augustus naar het laagste niveau sinds eind 2011. In de eurozone is vooralsnog slechts sprake van een lichte afbrokkeling. We willen er misschien liever niet aan denken, maar het stagflatie-scenario (lagere groei met hoge inflatie) ligt op de loer.
Eerder verschenen bij RTL Nieuws - Opinie.