Opinie
Reken Rutte IV af op resultaten, niet op staatsschuld in 2060
Door de kabinetsplannen stijgt de staatsschuld op lange termijn. Maar als we de opgaven voor ons land goed aanpakken, wordt Nederland sterker en blijft ook een hogere schuld financierbaar.
Toen het Centraal Plan Bureau (CPB) vorige week naar buiten kwam met de doorrekening van het regeerakkoord, werd in de media vooral aandacht besteed aan de forse stijging van de staatschuld: Deze zal volgens het CPB stijgen tot ruim 90 procent van het bbp in 2060 als gevolg van het voorgestelde beleid. Het CPB had deze rekenuitkomst puntig weergegeven met een balk die tot buiten de grafiek loopt, zelfs tot in de kantlijn van de infographic. Duidelijker kon de suggestie niet: het kabinet kleurt buiten de lijntjes. In (sociale) media werd de sfeer al snel gezet: Het kabinet overtreedt de Europese begrotingsregels. Spendeert miljarden alsof het niets is. Belast volgende generaties met de molensteen van schuld. Maar de onzekerheden rond een voorspelling voor 40 jaar verder zijn sowieso zeer groot en de CPB-schatting lijkt aan de pessimistische kant te zijn. Bovendien, in het afgelopen decennium heeft juist de Nederlandse zuinigheid ons land meer kwaad dan goed gedaan.
Voor een welvarend Nederland is een investeringsimpuls nodig
Want hoe staat Nederland ervoor? Er is fors achterstallig onderhoud. En tegelijk rammelt de toekomst aan de deuren van ons bestel. Het toeslagenschandaal heeft ernstige tekortkomingen in onze uitvoeringsdiensten aan het licht gebracht. Op arbeids- en woningmarkt staan insiders en outsiders tegenover elkaar. Kansenongelijkheid in het onderwijs leidt tot onbenut potentieel. Het toekomstig verdienvermogen in ons land staat onder druk, wat op lange termijn wellicht meer invloed heeft op onze staatsschuldquote – via de omvang van het bbp - dan het overheidstekort. De geopolitieke situatie is op zijn zacht gezegd complex en onze defensie is verwaarloosd. Ondertussen warmt de aarde verder op, wat Nederland Waterland voor urgente vraagstukken stelt. Nee, dit lijstje is niet compleet. En ja, dit alles en meer adresseren is hard nodig en gaat ons onvermijdelijk serieus geld kosten. We kunnen daar niet nog een paar jaar over kissebissen.
Regeerakkoord geeft juiste richting, al zit de duivel in de details
Het nieuwe kabinet heeft in het regeerakkoord eindelijk een aanzet gedaan om deze uitdagingen aan te gaan. Daarbij kijkt het voorbij de volgende reguliere verkiezingen. En markeert alvast voor de toekomst grote bedragen voor de energietransitie, voor investeringen in onderzoek, voor onderwijs en woningen. Er is nog heel veel aan te merken op die plannen. Details ontbreken, het kabinet vermijdt nog sommige moeilijke keuzes en ze zouden wellicht goedkoper dezelfde doelen kunnen bereiken. Maar wat telt, is dat veel ambities van dit kabinet in richting en omvang de juiste zijn. Áls we de opgaven voor ons land effectief adresseren, dan komen we er welvarender, sterker en schokbestendiger uit.
De rekening hoeft niet ineens te worden betaald
Dan nog is een belangrijke vraag of de rekening voor het oplossen van de problemen niet nu al moet worden opgepakt – door de belastingen sterk te verhogen of op andere overheidsuitgaven te bezuinigen? Of kan deze blijven liggen tot 2060? Het antwoord ligt ertussenin: ook een hogere staatschuld blijft goed financierbaar. Tenminste, zolang we een buffer houden om onverwachte schokken op te vangen; de rente op de schuld niet langdurig veel hoger ligt dan de inflatie; en boven alles het Nederlandse verdienvermogen op orde is. Het kabinet investeert juist in verdienvermogen en met klimaatbeleid ook in schokbestendigheid. Als dit desondanks toch niet goed uit de verf komt, of de rente stijgt, is er tussen nu en 2060 genoeg tijd om bij te sturen.
De urgentie is hoog om nu eindelijk de hand aan de ploeg te slaan. Het nieuwe kabinet kleurt met deze plannen niet buiten de lijntjes, maar denkt eindelijk buiten de box.
Eerder verschenen bij RTL Nieuws