Opinie
Voor een sterke verdediging heeft Europa een sterke euro nodig
De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat vrede in Europa onzeker is. Intensievere Europese militaire samenwerking lijkt plotseling onvermijdelijk. Maar er is meer nodig dan alleen een sterke defensie.

Europa, ook West-Europa, heeft een lange geschiedenis van bloederige conflicten. Toen kort na de Tweede Wereldoorlog de Europese samenwerking in gang werd gezet, had deze dan ook een hoogst politieke agenda. Het ging om niets minder dan het behoud van de vrede tussen de belangrijkste Europese landen.
Sinds het begin van de jaren negentig - het einde van de Koude Oorlog - lag de nadruk sterk op de economische samenwerking. Om veiligheid maakte bijna niemand zich meer druk. Oorlog was immers iets uit het verleden. En mocht het ooit tot een militaire dreiging komen, dan zouden Amerikaanse strijdkrachten de Europese NAVO-leden toch beschermen?
De laatste jaren is Amerika echter kritischer geworden op de te lage defensie-uitgaven van de Europese NAVO-leden en daagt het besef dat de Amerikaanse bescherming niet onvoorwaardelijk is. En de vorige week losgebarsten oorlog in Oekraïne maakt pijnlijk duidelijk dat vrede in Europa evenmin vanzelfsprekend is.
Veel Europese landen – ook Nederland - hebben acuut aangekondigd hun uitgaven aan defensie fors te willen opvoeren. En voor het eerst wordt de EU-begroting ingezet om wapenleveranties aan een land in oorlog - Oekraïne - te bekostigen. Intensievere Europese militaire samenwerking lijkt opeens onvermijdelijk.
Wie strategische autonomie nastreeft, heeft echter niet alleen een sterke defensie, maar ook een grote valuta nodig. China begrijpt dat heel goed en werkt systematisch aan de versterking van zijn munt, de renminbi. Het heeft gezien welke invloed de Amerikanen ontlenen aan de centrale positie van de dollar in het mondiale financiële stelsel.
Binnenkort is China de eerste grootmacht die een digitale versie van zijn munt lanceert, de DCEP. Daarmee loopt het land ruim voor op de VS en de EU. Eerder hebben wij uitgelegd dat de DCEP een direct gevaar vormt voor de internationale positie van de euro. Die positie staat toch al onder druk.
Een belangrijke reden daarvoor is dat veel beleggers nog steeds rekening houden met het risico dat de eurozone uit elkaar valt. Verder heeft de Europese kapitaalmarkt geen groot aanbod van veilige en gezamenlijke beleggingsobjecten, zoals de Amerikaanse kapitaalmarkt een overvloed aan Amerikaanse staatsobligaties biedt om in te beleggen.
Hier kunnen verschillende lijnen samenvallen. Als de EU de hogere defensie-uitgaven nu eens zou financieren met de uitgifte van European Defence Bonds? Het Europese herstelfonds dat in de coronacrisis is opgericht, biedt hiervoor een precedent.
Gezamenlijke schulduitgifte ontlast de begrotingen van de lidstaten voor wat betreft de extra militaire uitgaven. Het vergroot de Europese invloed op een efficiënte aanwending van de extra middelen. Denk aan de gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van defensiematerieel. EU-obligaties zijn bovendien een veilig beleggingsobject en geven zo de Europese kapitaalmarkt een steviger fundament.
Als dit dan nog kan worden gecombineerd met een snelle invoering van een digitale euro met een internationaal bereik, komt de verlangde strategische autonomie van de EU een heel eind dichterbij.
Zoals het gezegde luidt: Si vis pacem, para bellum. Ofwel: wie vrede wil, bereide zich voor op oorlog. Een volwaardige valuta is een onmisbaar onderdeel van de Europese verdediging.
Eerder verschenen bij RTL Nieuws