Opinie
‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’
Het afschaffen van de middelingsregeling raakt niet alleen werkenden met wisselende inkomsten, maar ook een deel van de gepensioneerden.
In alle discussies over de belastingen op energie en brandstof is het weinig mensen opgevallen dat binnenkort een regeling van de inkomstenbelasting verdwijnt, namelijk de ‘middelingsregeling’.
Kort samengevat: de middelingsregeling maakt het nu mogelijk om, nadat de aangiftes definitief zijn, het inkomen van drie opeenvolgende jaren op te tellen en de belastingdienst te verzoeken om de belasting te bepalen alsof in alle drie de jaren precies een derde van het totale inkomen is verdiend. Is het verschil met de eerder betaalde belasting in totaal meer dan 545 euro, dan volgt een teruggave van het meerdere.
Het afschaffen van de middelingsregeling scheelt de belastingdienst werk, dus dat is – zoals de slogan belooft – wel makkelijker. En bepaald níet leuker voor mensen met sterk wisselende inkomsten, die het ene jaar in een hogere belastingschijf vallen dan in het andere jaar. Dat is niet heel uitzonderlijk; denk aan de zzp’er met sterk wisselende inkomsten, de werknemer die het ene jaar een royale ontslagvergoeding krijgt en het jaar erop werkloos is, of gepensioneerden.
Pensioen
Ook gepensioneerden kunnen namelijk te maken hebben met sterk wisselende inkomsten. Vanaf volgend jaar mag iemand die met pensioen gaat een bedrag van maximaal 10 procent van zijn of haar totale pensioenaanspraak ineens opnemen. Er zijn wel haken en ogen: de maandelijkse pensioenuitkering wordt lager, door de hoge eenmalige uitkering kan het recht op huur- of zorgtoeslag vervallen en de ontvanger kan eenmalig in een hogere belastingschijf terechtkomen. Dat laatste is via middeling achteraf dus weer te corrigeren.
Nog even, want uit Kamervragen blijkt dat de driejaarsperiode 2022-2023-2024 de laatste periode is waarvoor je middeling kunt toepassen. Met andere woorden: voor de groep die later met pensioen gaat en dus pas na 2024 voor het bedrag ineens kan kiezen, is deze optie plotseling een stuk minder leuk geworden. Een fiscale tegenvaller dus voor de bijna gepensioneerde die al een mooie reis of verbouwing aan het plannen is. Nóg minder leuk is het voor een gepensioneerde bij wie het pensioenfonds een forse nabetaling doet om een eerder gemaakte fout te corrigeren (zie voetnoot).
Select gezelschap?
Bij het afschaffen van de middelingsregeling speelt mee dat de groep die in aanmerking komt voor middeling is gekrompen, omdat het aantal belastingschijven inmiddels is beperkt tot twee. En van de groep die baat heeft bij middeling maakt in de praktijk slechts 15 procent hiervan gebruik, zo blijkt uit een evaluatie uit 2018. Het betreft volgens de opstellers een kleine groep hoge inkomens. Op deze redenering valt wel wat af te dingen. Dat de middelingsregeling bij veel mensen onbekend is, zou juist een reden moeten zijn om de regeling te promoten of zelfs automatisch toe te passen. Daar komt nog bij dat de combinatie van de invoering van het bedrag ineens bij pensionering en de verdwijning van de middelingsregeling juist de middeninkomens zwaar kan treffen.
Eerder verschenen in het Reformatorisch Dagblad
Voetnoot: Middeling kan nu het fiscale nadeel van een eenmalige hoge nabetaling beperken. Ook hebben sommige (maar niet alle) pensioenfondsen in hun reglement bepaald dat zij bij nabetalingen een eventueel fiscaal nadeel compenseren. Vervalt de mogelijkheid tot middeling, dan is dat bij fondsen zónder compensatie een individueel nadeel voor de bewuste gepensioneerde, en bij fondsen mét compensatie een gedeeld nadeel voor álle gepensioneerden, want het geld komt immers uit de gezamenlijke pot.