Onderzoek

Blijvende uitdagingen voor de vervoerssector, maar tarieven dalen

29 juli 2022 14:20 RaboResearch

De internationale vervoerssector staat voor veel uitdagingen. Van personeelstekorten tot hoge brandstofkosten en strengere regelgeving. We houden er rekening mee dat de vrachttarieven hoog blijven. Maar omdat we op de rand van een recessie staan, verwachten we dat tussen de zomer van 2022 en begin 2023 de markt meer beweeglijkheid gaat laten zien en dat zowel de vraag als de prijzen omlaag gaan.

Container Division In the boat challenge to wait for export

Vrachtvervoer blijft kampen met problemen

Havens worstelen met verstopping. Structurele problemen – waaronder een slechte aansluiting van zeehavens op het binnenlandse vervoersnetwerk, verstoorde handelsstromen, gebrek aan automatisering en personeelstekorten – spelen een belangrijke rol. Ook voor het wegvervoer vormt het personeelstekort, met name van chauffeurs, al langere tijd een probleem. In Europa speelt dit een nog grotere rol dan in de Verenigde Staten, want naast corona hebben Brexit en de oorlog in Oekraïne geleid tot duizenden vacatures voor chauffeurs die niet ingevuld worden. Ook zijn er nauwelijks containers beschikbaar door de onevenwichtige wereldwijde handelsstromen en verstopping van de havens. Dan zijn er nog de hoge brandstofprijzen. Deze blijven waarschijnlijk boven het niveau van 2020, waardoor de bedrijfskosten van vervoerders zowel over de weg als over zee hoog zijn. En in de toekomst stijgen vervoerskosten ook door strengere Europese regelgeving. Dat leidt naar alle waarschijnlijkheid weer tot een stijging van de vrachttarieven.

Sombere macro-economische omstandigheden

Verschillende factoren spelen een rol bij de moeilijke situatie in het vrachtvervoer en de blijvend hogere kosten. De detailhandel en de verwerkende industrie zijn goed voor een groot deel van de vraag. Op de korte termijn ziet de consument in alle belangrijke economieën de koopkracht dalen door inflatie, waardoor de vraag afneemt. Tegelijkertijd groeit de productie in de verwerkende industrie sneller dan het aantal nieuwe orders en hierdoor nemen voorraden toe. Dit alles tegen de achtergrond van geopolitieke onzekerheden zoals de sancties tegen Rusland, de risicovolle afhankelijkheid van China en het streven van de Verenigde Staten naar steeds meer politieke controle over de scheepvaartsector. De afzwakkende vraag heeft op zijn beurt negatieve gevolgen voor de omvang van het vrachtvervoer. Hoewel de vrachttarieven naar verwachting over het algemeen hoog blijven, kunnen de dreigende recessie en het lage consumentenvertrouwen ervoor zorgen dat de markt tussen de zomer van 2022 en begin 2023 meer beweeglijkheid gaat laten zien en dat zowel de vraag als de tarieven omlaag gaan.

Hoe kunnen food- en agribedrijven zich drijvende houden?

Rabobank raadt food- en agribedrijven aan om strategische partnerschappen en langetermijncontracten aan te gaan. Op die manier hebben ze minder last van de op- en neergaande vraag, kunnen ze gezonde marges houden en verstoringen in hun toeleveringsketens tot een minimum beperken. Een andere strategie kan zijn om de toeleveringsketen anders in te richten. Bijvoorbeeld door aangeboden diensten uit te bouwen, uit te breiden naar nieuwe regio's, door juist te kiezen voor bevoorrading dichter bij huis, of voor ‘friend-shoring’, oftewel bevoorrading vanuit bevriende regio's. We zien ook dat food- en agribedrijven steeds vaker logistieke operaties die eerder uitbesteed werden weer in eigen beheer nemen. Hoewel dit wel tot hogere kosten kan leiden.

Wat kunnen verladers en vervoerders doen?

Voor vervoerders is het zinvol hun activiteiten op elkaar af te stemmen. Het voordeel daarvan is dat de risico's en kosten kunnen worden gedeeld. Verladers kunnen bijvoorbeeld digitale vrachtplatforms gebruiken om in contact te komen met wegvervoerders en andere verladers om zo lege ritten te voorkomen. In het geval wegvervoer minder aantrekkelijk wordt door hoge wegvrachtprijzen en de toenemende druk om milieu-impact te verminderen, kunnen verladers overwegen om over te stappen op andere manieren van vervoer of op een combinatie van verschillende soorten transport. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van kustvaart, spoor, of binnenvaart.