Opinie
Liever een valuta- dan een handelsoorlog
Een valutaoorlog is ook geen feestje. Maar een steeds verder escalerende handelsoorlog met hogere importtarieven doet nog meer schade dan getouwtrek met de wisselkoers.

China heeft een nieuwe wapen nodig in de handelsoorlog met de VS. Tot nu toe hebben de Chinezen steeds teruggeslagen met eigen tarieven op Amerikaanse producten. Maar inmiddels wordt alle import uit de VS al belast. Verzwakking van de eigen munt, de renminbi, is een andere mogelijkheid om terug te slaan.
Vaak worden importtarieven en valuta-interventie gezien als spiegelbeelden van elkaar. Hogere importtarieven maken de buitenlandse goederen duurden terwijl een zwakkere vreemde valuta ze goedkoper maakt. Dat is wel zo, maar verder hebben ze wezenlijk andere effecten.
In een handelsoorlog strijden landen door tarieven op elkaars import te verhogen. Het gevolg is dat beide landen meer betalen voor hun import, dat de koopkracht achteruit gaat en de vraag in beide landen daalt. In het geval van de handelsoorlog tussen de VS en China schatten wij de cumulatieve schade op respectievelijk 1,6% en 5,7% van het bbp.
Ook landen die niet direct zijn betrokken bij de handelsoorlog hebben last van deze vraaguitval. In de huidige wereld met lange geïntegreerde productieketens over meerdere landen kan die economische schade wijdverspreid zijn. Wel kunnen sommige bedrijven meer gaan exporteren omdat hun concurrenten duurder zijn geworden door hogere tarieven. Daarnaast kunnen sommige landen profiteren doordat productie vanuit China naar hun toe verplaatst. Maar ook al zijn er een paar winnaars, het totale effect voor de wereldeconomie is overduidelijk negatief.
Een valutaoorlog werkt heel anders. Om de eigen munt blijvend te verzwakken moet een centrale bank geld drukken en dat gebruiken om de munt van de tegenpartij te kopen. Dit is hoe China te werk ging in het verleden (Trump is er nog steeds boos over). Daardoor bouwde het land tot 2014 meer dan 4000 miljard dollar aan valutareserves op. Deze werden vervolgens voor een belangrijk deel belegd in Amerikaanse staatsobligaties, met waarschijnlijk een lagere staatsrente in de VS als gevolg; Thank you China.
Als de tegenpartij het zelfde trucje doet dan zal een valutaoorlog per saldo tot een onveranderde bilaterale wisselkoers leiden. Het andere land kan er ook voor kiezen om met rentebeleid de wisselkoers effecten op te vangen. Volgens recente uitlatingen zal Trump het inderdaad overlaten aan de Fed om een ruimer monetair beleid te voeren in plaats van zelf opdracht te geven voor valuta-interventies.
Wat betreft de bilaterale relatie is het gevolg van deze “oorlog” dus snel een patstelling. Maar beide landen hebben dan wel monetair verruimd. Het grootste gevaar daarvan is hogere inflatie, maar voor de economische groei zou het positief moeten zijn.
Maar bij een valutaoorlog staat niet alleen de bilaterale wisselkoers onder druk, maar ook die ten opzichte van derde landen. De waardering van de renminbi is van groot belang voor veel Zuidoost Aziatische landen die concurreren met China. En omdat de dollar in feite de wereldmunt is, heeft het een effect op alle landen. Volgens oud Fed-voorzitter Ben Bernanke kunnen al die landen hun eigen monetaire beleid verruimen om de gevolgen van deze wisselkoersveranderingen op te vangen. En dat zou dus juist ook een positief effect moeten hebben op de wereldwijde groei. Maar ruim beleid door de Fed heeft ook grote gevolgen voor kapitaalstromen en activamarkten. Een voorbeeld is de zogenaamde “taper tantrum” in 2013. Toen de Fed haar beleid verruimde na de crisis stroomde er veel geld naar andere landen. Wanneer de Fed vervolgens dreigde haar beleid te normaliseren, keerden deze stromen terug, met grote onrust op financiële markten als gevolg.
Er zijn ook risico’s voor China zelf. Er is een kans dat de daling van de renminbi kapitaalvlucht op gang brengt en dat deze onbeheersbaar wordt. In 2015 en ‘16 daalden de Chinese valutareserves met 1000 miljard omdat de centrale bank ze gebruikte om vluchtende renminbi’s op te kopen. China heeft nu meer kapitaalcontroles ingesteld om dit soort uitstromen te voorkomen. Maar toch zal China haar valutawapen voorzichtig willen inzetten en proberen de depreciatie van de renminbi geleidelijk te laten verlopen. Dat zou de kans vergroten dat de nadelige gevolgen van een valutaoorlog beperkt blijven en de uitwerkingen minder schadelijk zijn dan die van de handelsoorlog.
Figuur 1: Ontwikkeling Chinese valutareserves
