Opinie
Prijsvraag: wie heeft een beter woord voor duurzaamheid?
In de Nederlandse top 10 van de irritantste woorden van het afgelopen jaar stond ook het woord duurzaamheid. Uiteindelijk is duurzaamheid als vijfde meest irritante woord verkozen. Hoog tijd om een woord te bedenken dat de lading dekt en positieve associaties heeft.
Elk jaar wordt door het Instituut voor de Nederlandse Taal de verkiezing ‘weg met dat woord’ gehouden. Na een oproep om de irritantste woorden van het afgelopen jaar in te sturen, maakt het instituut twee top tienen met nominaties, één voor Nederland en één voor Vlaanderen. In de Nederlandse top 10 stond dit jaar ook het woord duurzaamheid. Uiteindelijk is duurzaamheid als vijfde meest irritante woord verkozen. Volgens het juryrapport wordt duurzaamheid te pas en te onpas gebruikt en is het daarom een “hol, betekenisloos containerbegrip” geworden.
Dat krijg je met woorden die te veel betekenissen hebben. Vaak betekent duurzaamheid milieuvriendelijk, wat ook nogal een breed begrip is. Een specifiekere invulling is zuinig in de zin van zo min mogelijk grondstoffen verbruikend. Maar duurzaamheid betekent ook stabiliteit zoals in een duurzame vriendschap. Weer een andere betekenis is lang mee gaan, dus langdurig van waarde zijn, bestand zijn tegen slijtage of bederf.
En dan is er ook nog de betekenis die de VN-commissie er in 1987 onder leiding van de toenmalige Noorse premier Brundtland aan gaf. In haar rapport ‘Our common future’ wordt duurzame ontwikkeling omschreven als “development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs.” Dit vereist zowel een ecologisch, sociologisch als economisch perspectief. De beroemde drie P’s herkent u vast: planet, people and profit.
In moderne termen heet dat inclusieve groei, waarbij ook voldoende dierenwelzijn, rechtvaardige belastingen en eerlijke diversiteit worden meegenomen. Door toevoeging van dit soort subjectieve elementen wordt duurzaamheid een welhaast onwerkbaar begrip dat voor sommigen een te grote geitenwollensokken-uitstraling heeft. Het is niet voor niks dat veel bedrijven meer aangesproken worden door termen als vergroening, energietransitie of circulaire economie.
De irritatie onder Nederlanders is compleet omdat duurzaamheid begint met duur. De eerste associatie is ‘dat kost geld’, iets wat bij de presentatie van het klimaatakkoord in de ogen van velen werd bevestigd. Om onze economie klimaatneutraal te maken is aanvankelijk inderdaad veel geld nodig, al geldt natuurlijk wel dat daar later baten tegenover staan. Bovendien maken we nu ook kosten, maar drukken we die niet in geld uit.
Dat Nederlanders het woord duurzaamheid wegstemden verbaast me niet. Maar omdat verduurzaming van onze economie erg belangrijk is, hebben we wel een term nodig die richting geeft en enthousiast maakt. Heeft u een suggestie? De beste inzending krijgt een fles wijn. Uit Nederland. Een mooie prijs nu 2018 met dank aan de klimaatverandering ook in Nederland een goed wijnjaar belooft te worden.