Onderzoek
Britse spaarders de Brexit-klos
Of de Big Ben nou geluid wordt of niet, het is 100 procent zeker dat Brexit over een kleine twee weken een feit is. Op 31 januari om 23:00 uur lokale tijd zal het Verenigd Koninkrijk definitief uit de Europese Unie vertrokken zijn. Er is geen ruimte meer voor heroverwegingen, en er komt voorlopig ook eventjes geen herkansing.
Of de Big Ben nou geluid wordt of niet, het is 100 procent zeker dat Brexit over een kleine twee weken een feit is. Op 31 januari om 23:00 uur lokale tijd zal het Verenigd Koninkrijk definitief uit de Europese Unie vertrokken zijn. Er is geen ruimte meer voor heroverwegingen, en er komt voorlopig ook eventjes geen herkansing.
De eerste elf maanden verandert er echter niets. Er zal een transitieperiode zijn waarin het VK en de EU de tijd nemen om te onderhandelen over de toekomstige handelsrelatie en praktische zaken kunnen regelen. Dit overgangsregime duurt tot eind december en kan met maximaal twee jaar verlengd worden. Dat lijkt verstandig: er is aan beide zijden weinig vertrouwen dat elf maanden genoeg zullen blijken om de Brexit rimpelloos te laten verlopen.
Maar u raadt het al: premier Johnson is mordicus tegen een verdere verlenging. Hoewel hij donders goed weet dat hij juist dankzij Brexit de sleutels van 10 Downing Street toegeworpen heeft gekregen, is het een hoofdpijndossier dat zo snel mogelijk naar de achtergrond verdrongen moet worden. Nog twee jaar langer diezelfde aanhoudende negatieve nieuwsstroom over Brexit-zus, Brexit-zo, zal zijn premierschap net zo negatief beïnvloeden.
Want ooit moest Brexit een groot economisch succes worden, dé kans voor de Britten zich weer te profileren op het internationale toneel. Maar door schade en schande is die ambitie totaal verdwenen. Het publieke debat over de economische voordelen van Brexit is volledig stilgevallen en het besef daalt dat het VK zonder de EU sowieso niet meer dan een kleine regionale speler is op het geopolitieke speelveld.
Zelfs de regering van Johnson spreekt nog nauwelijks over de kansen die Brexit creëert. Het wordt meer en meer een principekwestie. De belofte moet nagekomen worden, ongeacht de economische consequenties. Zeker met de krappe deadline in het verschiet lijkt het enige, reëel mogelijke onderhandelingsresultaat met de EU een vrij basaal vrijhandelsakkoord omtrent goederenhandel te zijn. Wauw, daar heeft een diensteneconomie écht wat aan…!
Uit een analyse uit 2018 blijkt dat HM Treasury het totale economische kostenplaatje van een dergelijke Brexit op zo’n 6,7 procent van het bbp schat. Aan nieuwe voorspellingen durft deze regering zich logischerwijs niet te wagen. Krijg je wéér al dat negatieve nieuws…
Toch worden de kosten van zo’n Brexit steeds duidelijker zichtbaar. De Britse economie staat al sinds maart vorig jaar compleet stil. De bedrijfsinvesteringen stagneren zelfs al bijna drie jaar. En gedurende de kerstperiode werd ook nog eens duidelijk dat de consument het ondanks flinke kortingen liet afweten.
Sinds begin dit jaar zinspeelt de Bank of England dan ook op een renteverlaging om de economie weer in gang te zetten (tevergeefs, als je het mij vraagt). Waarschijnlijk is het op 30 januari al raak: ik verwacht dat de beleidsrente verlaagd wordt van 0,75 procent naar 0,50 procent. Angst voor negatieve spaarrentes hoeven de Britten voorlopig nog niet te hebben, maar één ding is dan duidelijk: de Britse spaarders zijn de Brexit-klos.
Verschenen in De Telegraaf, 19 januari 2020