Onderzoek

Gebrek aan grip op het eigen leven voedt voorkeur voor populisme

14 mei 2020 10:57

De coronacrisis geeft meer mensen het gevoel dat de grip op hun eigen leven ze ontglipt. Dit is onder meer een belangrijke factor achter populistische sentimenten. Daarom is het van groot belang dat bevordering van grip een beleidsdoel is.

Verzend het artikel per e-mail
A little wooden figurine addresses an out-of-focus collection of other wooden puppets, all with their arms raised, at a rally, meeting, seminar, exercise class or theatrical performance.Red background with copy space.

De coronacrisis geeft meer mensen het gevoel dat de grip op hun eigen leven ze ontglipt. Grip is niet alleen wezenlijk voor levensgeluk, maar ook een belangrijke factor achter populistische sentimenten. Mensen die zich speelbal voelen, zijn eerder geneigd om op een populistische partij te stemmen. Juist in een door de crisis steeds complexere samenleving, die meer vaardigheden, zelfredzaamheid en eigen regie van mensen vraagt, moet de overheid zich realiseren dat bevordering van grip een beleidsdoel is. Want daarmee wordt ook geïnvesteerd in een stabieler politiek klimaat.

Het is vaste prik na de zomervakantie. In de politieke arena, beleidsstukken en krantenkoppen regeert de vraag wat verschillende typen huishoudens met hun inkomen kunnen kopen. Minutieus wordt gedraaid aan fiscale knoppen, zodat de achterban van elke regeringspartij met Prinsjesdag goed nieuws krijgt.

Die koopkrachtplaatjes bieden echter schijnzekerheid en leiden slechts tot een te complex belastingstelsel. Bovendien is het maar zeer de vraag of mensen hier nou echt zo veel gelukkiger van worden. ‘Nee’, toont onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau dat al jaren laat zien dat andere factoren belangrijker zijn. Eén van die factoren is de mate waarin mensen regie over of grip op hun leven zeggen te hebben. Het effect van grip is ruim zevenenhalf keer groter dan van inkomen.

Uit onderzoek van Jante Parlevliet en mijzelf blijkt dat mensen die weinig grip ervaren op hun leven niet alleen minder tevreden zijn met hun eigen leven, maar ook vaker zogenoemde ‘populistische attitudes’ hebben (ESB, 14 mei). Politicologen meten populistische attitudes aan de hand van stellingen over ‘het volk’ en over politici. Bij het verklaren van populistische attitudes blijken variabelen die in de literatuur vaker worden genoemd een rol te spelen, zoals opleidingsniveau, rechts-links oriëntatie en persoonlijkheidskenmerken. Wanneer de variabele ‘grip op de toekomst’ aan de analyse wordt toegevoegd, neemt de kracht van het model, de mate waarmee het populistische attitudes kan verklaren, sterk toe. ‘Grip op de toekomst’ verklaart met ruim 30% evenveel van de variatie als ‘opleidingsniveau’, en laat daarmee de invloed van inkomen (10%), rechts-links oriëntatie (14%) en de vijf persoonlijkheidskenmerken (7%) ver achter zich.

Welke beleidslessen zijn hier uit te trekken? Koopkrachtreparatie is relatief eenvoudig, maar voor het versterken van grip op het leven is geen eenvoudig recept. Grip op het leven hangt op haar beurt weer samen met persoonlijkheidskenmerken, die maar in beperkte mate beïnvloedbaar zijn door beleidsmakers. Desalniettemin zijn er aanknopingspunten voor politici om gevoelens van onmacht en onzekerheid te verminderen.

Politici moeten verder kijken dan koopkrachtplaatjes en beleid ontwikkelen dat weerbaarheid van mensen op de arbeidsmarkt vergroot. De coronacrisis heeft die noodzaak alleen maar vergroot: we hebben geen grip op de epidemie en baanonzekerheid neemt toe. De grote flexibele schil is gebaat bij minder onzekerheid, terwijl het aantal vaste contracten pas zal toenemen als die minder risicovol en duur voor werkgevers zijn. Dit vraagt bijvoorbeeld om een versoepeling van het ontslagrecht en minder lange doorbetalingsperioden bij verzuim. Tegelijk vereist dit beperking van de kunstmatige fiscale prikkels voor zzp’ers en een basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden.

Door de coronacrisis zullen veel mensen van functie, baan en sector moeten wisselen. Hierbij bieden leerrekeningen en beleid gericht op bevordering van een leercultuur voor alle werkenden soelaas.

Ook beperking van de marginale belastingdruk helpt, omdat dit werken lonender maakt aan de onderkant en het midden van de arbeidsmarkt. Modernisering van schooltijden, goede en betaalbare kinderopvang en zeggenschap over werktijden laat de ervaren grip op het eigen leven tevens toenemen.

Daarnaast is het belangrijk om de zorg en de woningmarkt toegankelijk te houden. Wie jarenlang geen betaalbaar huis kan vinden, of maanden op urgente zorg moet wachten, voelt zich een speelbal.

Voor meer grip op het vermogen, tot slot, kan het vrij besteedbare inkomensdeel worden vergroot door geld in de verplichte pensioenpotten onder voorwaarden inzetbaar te maken voor de aankoop van een woning of een opleiding die de werkzekerheid vergroot.

De inzet van het beleid is ook in de coronacrisis vooral gericht op koopkracht. Omdat het grip-gevoel veel belangrijker is voor levensgeluk en omdat het mensen minder vatbaar maakt voor populistische attitudes, is ander beleid nodig. Het bevorderen van grip is complex, dat is duidelijk. Maar dat maakt de opgave niet minder urgent.

Eerder verschenen bij het Financieele Dagblad op 14 mei 2020