Opinie
Gaat de Nederlandse agendacultuur onze economie redden?
Veel bedrijven mogen weer open, maar wel met een lagere capaciteit. Ondernemers kunnen klanten spreiden met gereserveerde tijdslots en prijsprikkels. Maar dat vereist van klanten dat ze vooruitplannen. Gelukkig doen Nederlanders dat graag.
De intelligente lockdown wordt geleidelijk versoepeld en oude activiteiten beginnen weer, maar dan anders. Zo ben ik met mijn gezin naar de dierentuin geweest: aan het eind van de middag omdat wij anders geen slot konden reserveren. Het was kort, maar wel aangenaam rustig. Een hoognodige afspraak bij de kapper is met een beetje agendagegoochel ook al gelukt.
Ik kijk ernaar uit dat de restaurants weer open gaan. Uit verkennend onderzoek met een kleine steekproef - die geheel is bepaald door mijn eigen voorkeuren en locatie in het centrum van Utrecht - blijkt dat verschillende restaurants die eerste vrijdag al zijn volgeboekt.
De anderhalvemetereconomie
Daarmee kunnen wij echter nog niet concluderen dat het storm loopt. En niet alleen omdat een kwartiertje struinen op een reserveringswebsite niet telt als wetenschappelijk onderzoek. Restaurants hebben straks ook gewoonweg minder plekken om te reserveren door de nieuwe veiligheidsvoorschriften. Voor vrijwel alle bedrijven waar klanten fysiek een ruimte moeten delen, betekent social distancing: minder klanten tegelijkertijd bedienen.
Vervelend. Maar de meeste bedrijven benutten ook buiten coronatijd de capaciteit maar een deel van de tijd volledig. Een dierentuin is 's middags in het weekend het drukst (om 14:00 uur volgens Google Maps). Voor veel restaurants komen de pieken uiteraard bij het avondeten van donderdag tot en met zaterdag.
De uitsmeereconomie
Daar ligt dus een kans: ondernemers kunnen proberen meer gebruik te maken van de daluren. Theoretisch kan het uitsmeren van klanten een groot deel van het verlies aan piekbezetting compenseren. Online reserveren, nu vaak toch verplicht, maakt dit technisch mogelijk.
Maar klanten moeten wel uitgesmeerd willen worden. Een deel zal hoe dan ook terughoudend zijn totdat het coronavirus overtuigend onderdrukt is. Ook in Zweden, waar er geen lockdown was, daalde de consumptie van huishoudens in de horeca met ruim een kwart.
Zal de rest van de klanten bereid zijn hun gedrag voldoende aan te passen om de daluren op te vullen? Ondernemers kunnen dit aanmoedigen met prijsdifferentiatie. We vinden het normaal om meer te betalen voor een hotelovernachting of een vliegreis als we in het hoogseizoen gaan. Als econoom heb ik het altijd vreemd gevonden dat niet meer bedrijven een dergelijke prijsdifferentiatie inzetten.
De planeconomie
Verder vereist het van klanten de bereidheid om vooruit te plannen. Gelukkig willen Nederlanders dat wel. Volgens onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau valt onze 'agendacultuur' veel expats op. Die is niet zonder nadelen. Ik heb in Hongkong, de VS en Engeland gewoond en vond het wel fijn dat daar niet iedereen zijn sociale agenda weken vooruit plande. Er was zo meer ruimte voor spontaniteit.
Maar de komende maanden kan onze agendacultuur onze economie helpen. De gewoontes van Nederlanders bleken ook een rol te spelen in het verzachten van de economische schade van de lockdown; wij werkten vóór de corona-uitbraak al vaker thuis en bestelden meer online dan mensen in andere Europese landen. Het zou zomaar kunnen dat onze agendacultuur de schade voor de economie wat gaat beperken.
Eerder verschenen op RTL Nieuws/Opinie, 27 mei 2020