Opinie
Dolce far… rente?
Draghi’s ambtstermijn loopt over zeven maanden af, maar hij lijkt alsnog een konijn uit z’n hoge hoed te toveren. Betekent dit dat de beleidsrente voor een nog langere periode laag blijft? En gaat de ECB mogelijk nog een stapje verder?
Dolce far niente. Het zalige nietsdoen. Iets waar de Italianen zo bedreven in zijn dat ze er een gezegde van hebben gemaakt. Maar ECB-voorzitter Draghi is niet van een willekeurige piazza geplukt. Nietsdoen gaat er bij hem niet in. Ondanks dat zijn ambtstermijn over zeven maanden afloopt, lijkt hij alsnog een konijn uit z’n hoge hoed te toveren.
De aangekondigde TLTRO-leningen, die ervoor moeten zorgen dat banken tot 2023 meer dan voldoende liquiditeit hebben om uit te lenen aan de reële economie, zijn nog niet eens geïmplementeerd, of er ligt alweer wat nieuws op de plank. Dit keer gaat het om een zogeheten two-tiered depositorente.
De huidige ‘gewone’ depositorente ligt nu op -0,40 procent en is het belangrijkste rentetarief van de ECB. Het is ook het tarief dat er voor zorgt dat de spaarrente op vrijwel 0 procent staat. Banken betalen dit tarief wanneer zij aan het eind van de werkdag geld parkeren bij de ECB. Maar door de steunaankopen van de ECB is er enorm veel kasgeld in het financiële systeem. Het overtollige kasgeld bedraagt liefst 1.840 miljard euro. De negatieve rente kost het bankensysteem in de eurozone dus zo’n 7,4 miljard euro per jaar. Wij schreven in ons Kwartaalbericht dat dit een aantal vervelende bijwerkingen heeft. Zo zijn solide banken met veel liquiditeit de klos, kan het een wissel trekken op de kredietverstrekking en wordt fysiek geld iets té interessant. Tijd voor maatregelen dus.
Met een two-tiered systeem wordt een deel van de liquiditeit belast tegen -0,40 procent, terwijl het resterende deel een rentepercentage van bijvoorbeeld 0 kent. Dit moet ervoor zorgen dat de bijwerkingen afnemen. Maar of het veel effect sorteert, hangt erg van het design van zo'n systeem af. Daar weten we nu simpelweg nog niet genoeg over.
Nog langer, en nog lager?
Of zo’n complex systeem er ook daadwerkelijk komt valt dus nog te bezien. Veel belangrijker zijn de volgende twee conclusies, die wel al voorzichtig te trekken zijn. Ze hebben vooral te maken met de vraag waarom de ECB juist nu – en niet twee of drie jaar geleden – met dit proefballonnetje komt.
Allereerst: de ECB is kennelijk van plan de rente nog langer laag te houden dan de forward guidance nu met december 2019 laat geloven. Het zou anders vrij vreemd zijn om nu opeens het systeem volledig op de schop te gooien. De markt beseft dat ook. Met een beetje pech worden negatieve rentes een permanent onderdeel van het monetair beleid. Het risico is dat de ECB vastzit in een liquidity trap. Wij verwachten de komende twee jaar dan ook geen renteverhoging.
Daarnaast wordt de weg geplaveid voor een renteverlaging indien de economische data nog verder verslechteren. De negatieve effecten worden nu immers al ingeperkt. Een negatieve depositorente van -0,50 of -0,60 procent is dus mogelijk, wat ook de Euribortarieven naar beneden zal trekken. Dit is nog zeer speculatief, maar de markt sorteert er wel op voor. Je ziet dit nu al terug in lagere forwardrentes. Ook verschillende swaptarieven, die de basis onder hypotheektarieven vormen, zijn fors gedaald en bereikten het laagste niveau in drie jaar tijd.
En wat te denken van de Nederlandse 10-jaars staatsrente? Ook deze staat nog maar net aan boven 0 procent. Gratis geld dus. Met een beetje fantasie kan je het zelfs wel een ‘zalige rente’ noemen. Wat mij betreft is het hoog tijd dat de overheid gebruik van gaat maken en de publieke investeringen opschroeft. Er was toch nog kapitaal nodig voor een energietransitie? Neem dan het voortouw! Het kan namelijk ook zomaar de transitie uit de liquidity trap betekenen.
Verschenen op Telegraaf.nl (DFT), 29 maart 2019