Update

Nederland: Economische tegenwind op komst

3 oktober 2022 17:00 RaboResearch

Ondanks dat de meeste cijfers nog een positief beeld laten zien, verwachten we dat de Nederlandse economie eind dit jaar en begin volgend jaar licht krimpt. De eerste tekenen van een verminderde productie zien we al terug in een afnemend producentenvertrouwen.

autumn

De afgelopen maand stond in het teken van Prinsjesdag. Op het moment dat het kabinet zijn plannen bekend maakte voor het komende jaar, nadert de Nederlandse economie een omslagpunt. We verwachten voor eind dit jaar en begin volgend jaar een milde recessie. Oorzaak hiervan is vooral de hoge inflatie, die weer hoofdzakelijk samenhangt met de hoge energieprijzen. In september stegen de consumentenprijzen met 17,1 procent in vergelijking met dezelfde maand een jaar geleden. We verwachten dat de inflatie dit jaar gemiddeld uitkomt op 12,4 procent en volgend jaar op 4,0 procent. In deze inflatieraming hebben we rekening gehouden met zowel het koopkrachtreparatiepakket als het recent aangekondigde energieplafond. Omdat we niet verwachten dat de lonen voldoende meestijgen om de inflatie volledig te compenseren, krijgt de koopkracht een flinke knauw. Volgens het CPB daalt de doorsnee koopkracht dan ook met ongeveer 7 procent.

Het was dan ook te verwachten dat Prinsjesdag in het teken stond van de hoge energieprijzen en de koopkrachtreparatie. Waarom we vinden dat het kabinet hierin iets te voortvarend te werk gaat, leggen we uit in dit artikel waarin we de maatregelen van Prinsjesdag beschouwen.

Consumptie: stilte voor de storm

Ondanks de hoge inflatiecijfers nam de consumptie van huishoudens in juli nog met 6,2 procent toe ten opzichte van een jaar geleden (figuur 1). Nog niet alle huishoudens voelen de hoge energieprijzen in hun portemonnee. Recent zagen we dat de energierekening van veel huishoudens in juli toenam, maar slechts voor 12 procent van de huishoudens met meer dan 100 euro. Hoewel dat nog geen dramatische stijgingen zijn, verwachten we wel dat de inflatie straks meer grip op de consumptie krijgt. Niet alleen omdat dan voor meer mensen het vaste energiecontract afloopt en zij een nieuw (duurder) energiecontract moeten afsluiten. Maar ook omdat we ervan uitgaan dat nog niet alle bedrijven hun hogere kosten volledig hebben doorberekend. Er zit dus nog wat inflatie in het vat. Daarnaast neemt de inhaalconsumptie na de coronalockdowns van begin dit jaar af. We verwachten dat de huishoudconsumptie zowel in het laatste kwartaal van dit jaar als in het eerste kwartaal van volgend jaar op kwartaalbasis met 1 procent afneemt. In deze raming hebben we al wel rekening gehouden met het koopkrachtreparatiepakket van het kabinet, maar nog niet met het recent aangekondigde energieplafond.

Figuur 1: Consumptie nam in juli nog toe

Bron: CBS

Bedrijven ervaren nog geen tekort aan vraag

Ook aan de productiekant van de economie zijn de vooruitzichten somberder. Veel sectoren groeiden in het tweede kwartaal nog sterk. En ondanks de hoge inflatie belemmeren tekorten aan personeel en materiaal veel bedrijven nog altijd meer dan de vraag (figuur 2). Dit komt overeen met wat we in de consumptiecijfers zien. De verwachte daling van de consumptie laat dit beeld vermoedelijk kantelen. Daarnaast neemt de vraag uit het buitenland af: we verwachten dat de Nederlandse export in zowel het laatste kwartaal van dit jaar als in het eerste kwartaal van volgend jaar op kwartaalbasis met 0,7 procent krimpt. De hoge energieprijzen raken namelijk ook de economieën van onze belangrijkste handelspartners.

Ondanks deze afname van de vraag verwachten we niet dat de personeelstekorten straks ineens zijn opgelost. Hoewel we ervan uitgaan dat de ingezette stijging van de werkloosheid doorzet (van 3,6 procent in juli naar 3,8 procent in augustus), blijft deze waarschijnlijk laag.

Door de aanhoudende personeelstekorten lijkt er dan ook weinig ruimte om de productie verder op te voeren. Daarom maken we ons zorgen om een aantal plannen van het kabinet. Doordat sommige maatregelen te generiek zijn en door de beperkte mogelijkheden voor productiegroei ontstaat namelijk het risico dat het de inflatie verder opstuwt door de consumptie te veel te stimuleren.

Figuur 2: Tekort aan personeel en materiaal grootste belemmering voor bedrijven

Bron: CBS

Vertrouwen industrie neemt af

Dat er weinig ruimte is om de productie nog verder uit te breiden, zien we ook terug in de industrie. Hoewel nog altijd op een hoog niveau daalde de industriële productie in juli verder, namelijk met 0,5 procent vergeleken met juni (figuur 3). Die productiedaling is vrij breed verspreid over de individuele deelsectoren van de industrie. Zelfs de productie in de machine-industrie daalde verder in juli, terwijl dit een van de sterkst presenterende industriële deelsectoren is.

Daarbij daalde het producentenvertrouwen in september verder, en wel naar 2,6. Hoewel dit nog altijd positief is en hoger dan het langjarige gemiddelde van 1,5, duidt het afnemende vertrouwen op moeilijkere tijden voor de industrie. Deze sector heeft bijvoorbeeld veel last van de hoge energieprijzen, waardoor sommige bedrijven zich al genoodzaakt zagen hun productie af te schalen. In september waren de producenten dan ook voor het eerst sinds november 2020 negatief over hun verwachte bedrijvigheid.

Figuur 3: Industriële productie lijkt zijn piek te hebben bereikt

Bron: CBS