Opinie
Meer Merels voor de klas
Het tekort aan leerkrachten in het basisonderwijs wordt steeds nijpender. Daarom zijn zij-instromers zoals Merel van Vroonhoven bijzonder welkom. Toch is het nog niet zo eenvoudig om een voet tussen de schooldeur te krijgen.
Het was voorpaginanieuws toen Merel van Vroonhoven, bestuursvoorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), dit voorjaar bekendmaakte dat zij haar functie neerlegt om zich om te scholen tot lerares in het speciaal onderwijs. Naast een maatschappelijke drijfveer heeft zij ook een persoonlijke, namelijk een zoon met autisme. De reacties op haar keuze waren vrijwel unaniem lovend.
Toch is Merel van Vroonhoven zeker niet de enige die, halverwege de loopbaan, de overstap naar het onderwijs maakt. Sinds jaar en dag zijn er speciale programma’s voor zij-instromers in het onderwijs. Daarmee is het mogelijk om direct een betaalde baan te krijgen als docent-in-opleiding. Begin dit jaar is ook een convenant afgesloten tussen de financiële sector en het onderwijs voor het terugdringen van het lerarentekort. In de financiële sector verdwijnen steeds meer banen door digitalisering: dat raakt niet alleen administratief werk op mbo-niveau, maar ook advieswerk op hbo-niveau. Dankzij dit convenant krijgen werknemers van banken en verzekeraars meer mogelijkheden voor snuffelstages en maatwerkopleidingen in het onderwijs.
Wie als zij-instromer direct voor de klas wil, moet wel eerst een toelatingsexamen afleggen. Dat bestaat uit een rekentoets, portfolio en een proefles (assessment). Dat is geen appeltje-eitje, merkte een goede vriendin van mij, overigens niet afkomstig uit de financiële sector. Met haar opgeruimde persoonlijkheid en indrukwekkende leidinggevende ervaring -als moeder, in het bedrijfsleven en als sportinstructeur- moet ze wel een ideale kandidaat zijn, was ieders inschatting. Helaas liep het anders: haar proefles was net niet goed genoeg. Een onverwachte tegenslag, want haar stage op een naburige basisschool verliep juist heel succesvol.
Ook de herkansing een paar maanden later bood geen soelaas. Wat daarbij niet hielp is dat een van de twee assessoren van de herkansing dezelfde was als bij het eerdere assessment. Het is een bekend gegeven dat mensen hun eerste indruk niet makkelijk herzien, dus deze gang van zaken is opmerkelijk. Wie voor medische klachten een ‘second opinion’ wil, gaat immers ook niet terug naar dezelfde arts.
Mijn vriendin geeft niet op. Ze is van plan om in september te starten met de deeltijd-pabo, voor eigen rekening. Een flinke financiële aderlating. Ze zoekt daarom nog een deeltijdbaan, idealiter als onderwijsondersteuner. Ook dat is nog niet zo eenvoudig. Ze heeft een hbo-diploma, maar in veel vacatures wordt gevraagd om het mbo-diploma onderwijsassistent, ook al is dat geen wettelijk vereiste. Kortom, het valt niet mee om een voet tussen de schooldeur te krijgen!
Het verhaal van mijn vriendin klinkt bijna surrealistisch als we overal horen dat de tekorten steeds nijpender worden. Basisscholen hebben voor komend schooljaar nog 3500 leerkrachten, 400 ondersteuners en 320 schoolleiders nodig, meldde de PO-raad begin juli. De tekorten zullen de komende jaren bovendien nog verder oplopen.
Schoolbesturen doen er daarom goed aan om met een brede blik te kijken naar het beschikbare arbeidsaanbod. En is uw school in de regio Amsterdam-Zaandam toevallig nog op zoek naar een onderwijsassistent? Dan kan ik wel iemand aanbevelen.
Verschenen in het Reformatorisch Dagblad, 3 augustus 2019