Onderzoek

Met meer zekerheid zetten (horeca-)bedrijven hun werknemers in het zonnetje

5 februari 2018 13:06 RaboResearch
Downloaden

Tijdens mijn studie had ik een bijbaan in de horeca. Zodra de eerste zonnestralen zichtbaar werden, wilde niet alleen ik een drankje drinken op het terras. Dit betekende vaker een belletje van mijn baas.

Beautiful young waitress taking order.

Hoewel het pas begin februari is, komt bij mij langzamerhand het lentegevoel al op. In de supermarkt liggen de paaseieren weer in de schappen, de dagen worden langer en het kwik komt op sommige dagen alweer boven de tien graden uit. Ik kijk er erg naar uit om `s avonds weer vaker naar buiten te gaan. Ergens lekker op het terras zitten.

Tijdens mijn studie had ik een bijbaan in de horeca. Zodra de eerste zonnestralen zichtbaar werden, wilde niet alleen ik een drankje drinken op het terras. Dit betekende vaker een belletje van mijn baas.

De horeca is een goed voorbeeld van een sector waar de hoeveelheid werk erg seizoensafhankelijk is. In de zomermaanden, als de terrassen overvol zitten, hebben café- en restauranteigenaars hun personeel hard nodig. In de wintermaanden daarentegen hebben ze veel minder werk. Hierdoor is de horeca een van de sectoren met het grootste aandeel flexwerkers. In alle sectoren in Nederland is het aandeel flexibele arbeidskrachten de afgelopen jaren toegenomen. Ook in de horeca. Waar in 2003 nog 50 procent van de werkenden in deze sector een flexibel contract had, was dit in 2016 gestegen naar 70 procent. In het spectrum van vaste tot flexibele contractvormen wordt in de horeca vaak gekozen voor het zeer flexibele oproepcontract.

Voor horecaondernemers zijn de voordelen van flexcontracten duidelijk. Met een nulurencontract of een min-maxcontract betaalt de werkgever namelijk alleen loon voor het aantal uren dat een werknemer werkt. En met tijdelijke contracten kan hij andere risico’s zoals ontslagbescherming en doorbetaling bij langdurige ziekte vermijden. In de horeca werken veel jonge mensen en die vinden een vast contract niet zo belangrijk. Maar mensen die niet meer studeren hebben wellicht liever meer zekerheid dan een oproepcontract. Uit onderzoek van TNO en CBS blijkt dat 93 procent van de werknemers tussen de 25 en 54 jaar een vast contract belangrijk of heel belangrijk vindt.

Doordat werkgevers vaak de voorkeur hebben voor flexibele arbeidskrachten en werkenden juist voor een vast contract, lijkt de uitkomst het gevolg van arbeidsmarktpositie en onderhandelingsmacht. Bij beroepen waar de mensen schaars zijn, gaat de flexibilisering veel minder hard. Zo heeft nog altijd meer dan 70 procent van de ICT-specialisten en ingenieurs een vast contract. Flexibilisering zal daardoor hoger blijven in de horeca dan in andere branches. Wel neemt de krapte op de arbeidsmarkt toe nu de economie aantrekt. Werkgevers in de horeca en andere sectoren zullen wellicht merken dat tijdelijke of oproepcontracten niet altijd meer voldoende zijn om er vanuit te kunnen gaan dat werknemers beschikbaar zijn. Naast dat een contract met meer zekerheid voor betrokkenheid en loyaliteit kan zorgen, hebben werknemers in een krappere arbeidsmarkt vaker de mogelijk om te kiezen voor een baan die hen bepaalde zekerheid biedt. Je wilt niet dat je flexibele werknemers ineens niet meer komen opdagen als het over een paar maanden plotseling 25 graden is en het terras moet worden opgebouwd.

Dus door medewerkers in het zonnetje te zetten met een contract met meer zekerheid, garandeer je dat bezoekers straks ook lekker in het zonnetje kunnen zitten. Ik kijk er in ieder geval naar uit!

Disclaimer

De op/via deze publicatie door Coöperatieve Rabobank U.A. verstrekte informatie is uitsluitend aan Nederlandse afnemers gericht en is geen beleggingsadvies of enige andere beleggingsdienst in de zin van artikel 1: 1 van de Wet op het financieel toezicht. Lees verder