Update
“Voor de huidige energiecrisis bestaat geen perfect wondermiddel”
Om de energiecrisis het hoofd te bieden, heeft de Europese Commissie vorige maand een pakket maatregelen voorgesteld waarmee zij de Europese elektriciteitsmarkten tijdelijk aan wil passen. Belangrijkste doel hiervan is om de naderende winter door te komen met de huidige gas-schaarste. Maar op termijn is meer nodig om de energiezekerheid in Europa te waarborgen en moeten we de energietransitie aanmerkelijk versnellen. We vroegen energietransitie-analist Cristian Stet van RaboResearch naar zijn ideeën over de plannen van de Europese Commissie.
Met de Russische inval in Oekraïne is energie in Europa een schaars goed geworden. Veel landen zijn voor hun elektriciteit aangewezen op gasgestookte energiecentrales. Het gevolg is dat de gas- en elektriciteitsprijzen in een bizar tempo zijn gestegen met alle gevolgen van dien voor huishoudens en bedrijven. Reden voor de EU om met maatregelen te komen die de energiecrisis moeten bezweren. In ieder geval tot na de komende winter.
Laaghangend fruit
De meest klimaatvriendelijke maatregel is gericht op de reductie van de vraag naar energie. Zo stelt de Europese Commissie voor dat de lidstaten zich als doel stellen om de totale vraag naar elektriciteit tussen nu en eind maart 2023 met minstens 10 procent te verminderen. Laaghangend fruit, zegt Stet. “Het is gemakkelijk om bijvoorbeeld de openbare verlichting te reduceren of om de thermostaten een tandje lager te zetten. En we kunnen hier allemaal bij helpen. Zoals het er nu naar uitziet, lijkt het er gelukkig op dat we geen koude winter krijgen. Anders zouden we een nog pijnlijkere discussie moeten voeren over de noodzaak tot vraagreductie.”
Inkomstenplafonds
Zuiniger met energie omgaan ligt dus voor de hand. Maar de Europese beleidsmakers grijpen ook met minder orthodoxe maatregelen in op de elektriciteitsmarkten. Zo stelt de Commissie voor om tijdelijk een inkomstenplafond te hanteren voor zogeheten inframarginale elektriciteitsproducenten. Dit zijn energieproducenten die gebruik maken van technologieën die relatief lage kosten met zich meebrengen, zoals hernieuwbare energiebronnen, kernenergie en bruinkool. Sommigen van hen – degenen die niet hun hele productie van tevoren hebben verkocht - maken nu uitzonderlijk hoge winsten (zogeheten windfall profits) doordat de dure gascentrales de groothandelsprijs voor elektriciteit fors omhoog hebben gestuwd. Dit is voer voor een verhit debat, licht Stet toe. “De meeste mensen zijn het erover eens dat we iets aan deze windfall profits moeten doen. Het idee achter het inkomstenplafond voor deze inframarginale producenten is ook dat de overwinsten vervolgens kunnen worden verdeeld onder groepen in de samenleving die dat het hardst nodig hebben.”
Herverdeling
Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, gaat de analist verder. “Het is namelijk een enorme klus om veel geld op een zeer snelle en efficiënte manier te herverdelen. Ook is het door de complexiteit van de energiemarkt niet gemakkelijk voor overheden om te bepalen hoe zij deze plafonds precies moeten toepassen. Daarom stelt de Europese Commissie het inkomstenplafond voor deze producenten op 180 EUR/MWh. Dit betekent dat deze maatregel de meeste langetermijncontracten die tot laten we zeggen een half jaar of een jaar geleden zijn afgesloten niet beïnvloedt. De Commissie wil hiermee ongeveer 118 miljard euro ophalen voor de nationale begrotingen. Het is de vraag of dat realistisch is. De gasprijzen zijn immers recent weer iets gedaald, onder meer omdat de gasopslagen inmiddels zijn gevuld. En aangezien de lidstaten nogal verschillen in de voor elektriciteitsopwekking gebruikte technologieën, kom je ook in een solidariteitsdiscussie terecht.”
Een ander voorstel van de Europese Commissie is een tijdelijke solidariteitsbijdrage voor de overwinsten van de olie-, gas-, steenkool- en raffinaderijsectoren. Verder komt zij met maatregelen om energiebedrijven te helpen die in liquiditeitsproblemen komen vanwege de huidige volatiele energiemarkt. Hoe grilliger de energiemarkt is, des te groter is namelijk hun liquiditeitsbehoefte.
Toekomstmuziek
Ook is er een verhit debat gaande over of en hoe Europa op de gasmarkt moet ingrijpen. De verschillende EU-lidstaten hebben hierover nog geen consensus bereikt. Diverse opties liggen op tafel, zoals een plafond aan de gasprijs. Stet: “Tot nu toe hebben we echter alleen empirisch bewijs van hoe het in de praktijk kan uitpakken in de vorm van de maatregelen die Spanje en Portugal momenteel hanteren. Zij hebben een aardgasprijsplafond vastgesteld en compenseren vervolgens de gasleveranciers. Als je de gasprijs beperkt, wordt elektriciteit natuurlijk goedkoper. Het voordeel hiervan is dat je ook de windfall profits vermindert, want als je de prijs verlaagt, verlaag je die voor iedereen. Dus in zekere zin is dit al een soort herverdeling.”
Maar deze maatregel kent de nodige nadelen, legt de onderzoeker uit. "Gasgestookte energiecentrales worden op deze manier meer concurrerend. Zo zagen we in Spanje een grotere toename van het gasverbruik dan het jaar ervoor. In de andere Europese landen daalt dit juist. Daarnaast is het gevolg dat goedkopere elektriciteit nu uit Spanje naar Frankrijk gaat. Dus als je deze maatregel op Europees niveau invoert, kan het zomaar gebeuren dat veel goedkope elektriciteit uit de Europese Unie naar bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk vloeit. En je kunt met goedkopere elektriciteit ook de vraag juist weer stimuleren. De discussie is evenwel nog steeds gaande en in sommige landen ligt de maatregel heel gevoelig.”
Solidariteitsdiscussie
Behalve in Europees verband hebben diverse landen ook al de nodige maatregelen aangekondigd om energiearmoede tegen te gaan. Zo presenteerde ons kabinet op Prinsjesdag een pakket maatregelen, waaronder een plafond aan de retailprijzen voor gas en elektriciteit. Stet: “Ook hier raak je weer aan de solidariteitsdiscussie. De verschillen tussen de Europese lidstaten zijn immers groot. Rijke landen kunnen zich een fors pakket maatregelen veroorloven. Zij kunnen ook lenen tegen lage kosten. Dus het is voor hen veel gemakkelijker om in te grijpen. Voor kleinere landen en landen die meer in ontwikkeling zijn, ligt dit heel anders.”
Blessing in disguise
Bij de hoge olieprijzen van zo’n jaar of vijftien geleden schreven onze economen over een ‘blessing in disguise’. Door de dure olie zou de energietransitie versnellen doordat investeringen in innovatie en schone energiebronnen meer rendabel werden. Natuurlijk hebben we ervoor te zorgen dat er geen energiearmoede ontstaat, maar moeten we de markt niet gewoon zijn werk laten doen? Stet: “In de academische wereld zijn er inderdaad veel economen die dat zeggen. Want we hebben deze markt ontworpen om zo te laten werken, dus om schaarste of overvloed te signaleren. Maar je belandt zo in een ander soort debat: wil je een bepaalde industrie beschermen zodat zij zich niet verplaatst naar de andere kant van de wereld? Dan heb je het al gauw over politieke afhankelijkheid van een bepaalde sleutelindustrie. Dus ja, als je markten hun ding laat doen, dan komt er een moment waarop investeringen in allerlei soorten hernieuwbare energie gaan versnellen. Maar omdat de crisis nu zo groot is, zijn er ook acute, tijdelijke maatregelen nodig. Tegelijkertijd moeten we zo min mogelijk en zo gericht mogelijk ingrijpen. Want als je heel snel iets radicaals doet zonder na te denken, kun je allerlei onbedoelde neveneffecten veroorzaken die mogelijk erger zijn dan de huidige situatie.”
Maatschappelijk draagvlak
De door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen kennen dus zo hun eigen voor- en nadelen. Voor de energiecrisis bestaat op korte termijn dan ook geen ultiem wondermiddel, benadrukt de energietransitie-analist. “Voor de korte termijn is het niet zo gemakkelijk om met perfect beleid te komen zonder vervelende bijwerkingen. We willen de meest kwetsbaren in de samenleving helpen en we willen onze economie redden zonder die ongewenste neveneffecten. Dat is best lastig. Voor de lange termijn hebben we meer oplossingen. Want dan gaat het er in principe om de energietransitie te versnellen en zoveel mogelijk verschillende energiebronnen te hebben om uit te kunnen putten. En dan nog is het belangrijk dat de maatregelen bij uitstek voldoende maatschappelijk draagvlak hebben. Want we moeten ervoor waken om niet de hele samenleving overhoop te halen. Als je beleid invoert dat een groot deel van de bevolking in negatieve zin raakt, krijg je uiteindelijk een politieke beweging die de oorzaak van de problemen aan de transitie toeschrijft en dan ben je nog verder van huis.”