Opinie
Had Louis van Gaal een economische recessie kunnen voorkomen?
Het WK Voetbal voor mannen in Qatar zit erop. In Argentinië gingen duizenden mensen de straat op om de overwinning tot in de late uurtjes te vieren. Dit roept de vraag op: had het voor onze kwakkelende economie nou nog iets uitgemaakt als niet Lionel Messi, maar Virgil van Dijk uiteindelijk de beker boven zijn hoofd had kunnen houden?
Onderzoek naar de effecten van nationaal sportsucces op een economie is niet nieuw. Er zijn studies die aantonen dat internationaal voetbalsucces zorgt voor positieve effecten op aandelenmarkten en een hogere industriële productie. En natuurlijk profiteren allerlei binnenlandse partijen, zoals cafés, bierbrouwers, eetbezorgdiensten, supermarkten en elektronicazaken. Want mensen halen toch wat extra versnaperingen in huis, bestellen eten of kopen zelfs een nieuwe televisie. En de effecten op de particuliere consumptie kunnen wellicht nog een tijdje aanhouden, want wé zijn wereldkampioen! Maar hoe groot zijn dit soort effecten eigenlijk?
Om dit te onderzoeken, hebben we een eigen econometrische analyse uitgevoerd waarin we hebben gekeken naar de impact van de prestaties van het Nederlands elftal op het consumentenvertrouwen en vervolgens op de particuliere consumptie. Wat blijkt? Er is een sterk statistisch significant positief effect van winst van Oranje op het consumentenvertrouwen, gemeten aan de hand van de EK-winst van Oranje in 1988. Dat effect houdt aan tot wel zes maanden na winst van de cup en vertaalt zich in een hogere particuliere consumptie van in totaal ergens tussen de 500 en 700 miljoen euro, wat neerkomt op ruwweg drie tot vier tientjes per Nederlander. Dit is redelijk in lijn met het bedrag van 26 euro dat veel Duitsers bereid waren te betalen (willingness-to-pay) voor het behalen van de wereldtitel voetbal in 2010.
Tegelijkertijd zien we ook dat het positieve effect op de consumptiegroei op een gegeven moment wegebt (zie figuur 1). Na een periode van verhoogde consumptie zouden Nederlanders volgens onze schattingen de hand vanaf de zomer weer op de knip houden, bijvoorbeeld omdat ze zich realiseren dat ze (te) veel geld hebben uitgegeven, terwijl energie en boodschappen nog steeds duur zijn. Uiteindelijk consumeren mensen tegen die tijd weer evenveel dan ze zonder WK-winst hadden gedaan.
Het economische belang van internationaal voetbalsucces moet dus niet worden overschat: het effect op de particuliere consumptie is tijdelijk en niet bijzonder omvangrijk. Daarnaast vinden we helemaal geen effect op het producentenvertrouwen.
Maar voetbalsucces doet natuurlijk veel meer met een mens. Als ik Marco van Basten bij de NOS aan tafel zie zitten, dan zit daar voor mij niet alleen een voetbalcommentator, maar ook mijn jeugdheld. Ik was zelf negen jaar toen Van Basten met al die andere helden in 1988 de hoofdprijs wist binnen te slepen. Ik voel nog steeds een zekere mate van trots als ik terugdenk aan de zinderende halve finale tegen West-Duitsland, de fenomenale goal van San Marco in de finale tegen de Sovjet-Unie en het waanzinnige volksfeest naderhand.
In brede zin kan nationaal sportsucces dus bijdragen aan de welvaart van mensen via onder andere nationale trots en subjectief welzijn. Elling, Van Hilvoorde en Van den Dool (2012) vinden inderdaad een statistisch significant positief effect van de prestaties van Oranje tijdens het WK Voetbal in 2010 op de nationale trots, de trots op Nederland als sportland en het gevoel van subjectief welzijn (dus geluk).
Daarom een tip voor mensen die niet tot het EK of de Olympische Spelen van 2024 willen wachten om hun gevoel van trots en subjectief welzijn een boost te geven: in maart gaat het nieuwe Formule 1-seizoen weer van start. Daarin rijdt de ‘Marco van Basten’ van de huidige generatie mee: tweevoudig wereldkampioen Max Verstappen. En dat betekent gegarandeerd spektakel en Hollands glorie!
Eerder verschenen bij RTL Nieuws