Opinie
Het wonderbaarlijke economisch herstel na de coronacrisis voelt ergens ongemakkelijk
De Nederlandse economie heeft zich op een wonderbaarlijke manier hersteld van de coronacrisis, die inmiddels alweer drie jaar achter ons ligt. En toch voelt dit wonderbaarlijke herstel ergens ongemakkelijk.
Het is inmiddels alweer drie jaar geleden dat Nederland te maken kreeg met de coronacrisis. Op advies van het Outbreak Management Team (OMT) heeft het kabinet de laatste coronamaatregelen geschrapt. Corona is volgens het OMT sluimerend onderdeel geworden van onze samenleving en grootschalig testen en generieke maatregelen zijn niet meer nodig. Het is slechts een kwestie van tijd voordat termen als test- en prikstraten, anderhalvemetersamenleving, reproductiegetal R en lockdowns definitief in de vergetelheid raken.
Ook de Nederlandse economie heeft zich op een wonderbaarlijke manier hersteld van de initiële krimp in 2020 van 3,8 procent. Inmiddels is onze economie bijna 6 procent groter dan net voor de coronacrisis. Daarmee heeft de economie niet alleen de verliezen van de crisis ruimschoots goedgemaakt, maar is zij zelfs bijna terug op het trendmatige groeipad van voor de crisis (zie deze studie). Dat is bijzonder; zeker omdat we in de nasleep van de pandemie ook nog eens te maken kregen met sterk verstoorde internationale waardeketens, een oorlog in Europa en een energiecrisis. Er zijn overigens wel aanzienlijke verschillen tussen sectoren. Zo zit de overige zakelijke dienstverlening, waar bijvoorbeeld uitzendbureaus onder vallen, nog ver onder de pre-coronatrend. Maar hier staan sectoren tegenover, zoals de machinebouw en specialistische zakelijke dienstverlening, die door de pandemie juist sneller zijn gegroeid.
Kortom, corona ligt achter ons en de economie heeft zich wonderbaarlijk goed hersteld. Met al die crises achter de rug kun je jezelf zelfs afvragen of het niet té goed gaat en of dit wel een gezonde situatie is. De Nederlandse economie produceert op dit moment meer dan wat, gezien de omvang van de beroepsbevolking en de productiecapaciteit, vol te houden is (zie figuur 1).
En daarin zit hem dan ook een beetje het ongemakkelijke wat mij betreft. Corona was een macabere stressvolle en ellendige periode, waarin veel mensen hun dierbaren of gezondheid verloren. Een periode die bovendien leidde tot eenzaamheid en somberheid bij veel mensen. Maar tegelijkertijd zorgde de crisis op sommige fronten juist voor minder stress, omdat onze gejaagde samenleving werd gedwongen om even op adem te komen. Door gedwongen thuis te zitten gingen veel mensen gezonder eten, meer sporten en brachten ook meer tijd door met familie en vrienden. Ook de druk op het milieu nam tijdens corona fors af: de CO₂-uitstoot daalde in de eerste helft van 2020 met maar liefst 8,8 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Dit was wellicht hét moment om het beprijzen en verlagen van de uitstoot van broeikasgassen voortvarender en structureler aan te pakken dan tot dan nu toe werd gedaan. Corona was kortom een periode van gedwongen herbezinning en reflectie. En daarmee een kans om eens na te gaan of wat we met zijn allen doen wel is wat we ook met zijn allen daadwerkelijk willen.
En tja, misschien hebben we die kans wel laten lopen. Huishoudens geven momenteel alweer bijna 7 procent meer uit dan voor de coronacrisis. De oververhitte economie leidt niet alleen tot een verder oplopende inflatie, maar heeft ook allerlei andere negatieve gevolgen. Het ziekteverzuim nadert het dubieuze record uit 2000, op dinsdagen en donderdagen zitten weer als vanouds opeengepakt op kantoor en vorige week was sprake van de drukste ochtendspits ooit, met 1100 kilometer aan file. Mathijs Bouman heeft in 2018 een mooie column geschreven met als titel: Ik mis de crisis. De coronacrisis zelf mis ik niet, maar ik vind het wel jammer dat we de crisis niet hebben aangegrepen om ons gedrag duurzaam te veranderen.
Eerder verschenen bij RTL Nieuws