Opinie
Weersta de lokroep der sirenen en zet koers naar een toekomstgericht regeerakkoord
Aan de formatietafel zal de verleiding groot zijn om de korte termijn te laten prevaleren boven de lange termijn. Het risico bestaat dan ook dat investeringsfondsen worden afgeschaft. Dat zou onverstandig zijn, want er zijn juist meer productiviteitsverhogende investeringen nodig voor onze toekomstige welvaart. Zet dus in op een structureel investeringsfonds, op afstand van de overheid, en leg daarnaast uitgaven ter stimulering van private R&D, publieke R&D, onderwijs en ondernemerschap, wettelijk vast.
Januari is dé maand van de goede voornemens. Het is extra druk in de sportschool en veel mensen doen mee met Dry January. Wie goede voornemens heeft, wordt echter ook blootgesteld aan verleidingen. Het weerstaan van verleidingen vergt zelfdiscipline, maar als je vermoedt die zelfdiscipline niet te kunnen opbrengen, is het van belang om slimme voorzorgsmaatregelen te treffen. Dat is precies wat Odysseus deed in het epische gedicht De Odyssee van Homerus. De held van het verhaal moest met zijn schip langs de sirenen varen. De sirenen waren beeldschone zeegeesten, half mens, half vogel, die met hun betoverende zang zeelieden naar hen toe lokten, waardoor hun schepen te pletter sloegen. Om de verleiding van de sirenen te weerstaan liet Odysseus de oren van zijn bemanning dichtstoppen met was en zichzelf vastbinden aan de scheepsmast.
De PVV, VVD, NSC en BBB zijn 2024 ongetwijfeld ingegaan met als goed voornemen om een sterke coalitie te smeden én zoveel mogelijk van hun eigen partijplannen te laten landen in een regeerakkoord. De eerste gesprekken over de rechtsstaat, grondrechten en de Grondwet zijn onder het genot van een Twentse krentenwegge van Pieter Omtzigt op landgoed De Zwaluwen reeds gevoerd. Het zal niet lang duren voor deze gesprekken zich verleggen naar de Nederlandse economie en de overheidsbegroting. En juist bij die gesprekken zal het gezang van de sirenen in toenemende mate aanzwellen. De partijen hebben namelijk veel dure wensen, maar de economie groeit amper en het tijdperk van lage rentes en ‘gratis geld’ is voorlopig voorbij.
Sommige sirenen zullen zingen: “Lak aan Brussel, lak aan Brussel”, maar die roep is bij enkele partijen aan de onderhandelingstafel vermoedelijk aan dovemansoren gericht. Moeilijker te weerstaan zijn de sirenen die zingen: “Schrap de fondsen, schrap de fondsen”. In de verschillende fondsen die zijn opgezet door het kabinet Rutte IV, zoals het Klimaatfonds, het Stikstoffonds en het Nationaal Groeifonds is veel geld gereserveerd voor de komende jaren. Deze fondsen schrappen is dus erg verleidelijk: het doet op korte termijn nauwelijks pijn, terwijl je met dat geld allerlei plannen kunt financieren om kortetermijnproblemen te lijf te gaan. In de praktijk is dat ook al gebeurd: met de motie Hermans c.s. heeft de VVD vorig jaar al een greep uit het Groeifonds geïnitieerd als financiële dekking voor het niet verhogen van de benzine- en dieselaccijnzen in 2024.
We adviseren de partijen aan de formatietafel echter om niet aan deze lokroep van de sirenen toe te geven. De investeringen uit die fondsen zijn namelijk broodnodig om de Nederlandse economie weer vlot te trekken. En dat is geen overbodige luxe, want de pilaren onder de Nederlandse economie zijn al een tijd lang aan erosie onderhevig: bedroeg de productiviteitsgroei in de periode 1990-2000 nog 1,5 procent per jaar, in de periode 2010-2022 is deze gezakt naar 0,5 procent. Juist die productiviteitsgroei hebben we in de toekomst keihard nodig om kwetsbare huishoudens financieel te ondersteunen, de vergrijzing en publieke voorzieningen te kunnen betalen en de toegankelijkheid tot kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg en onderwijs voor iedereen te kunnen garanderen.
Er is echter een reële kans dat de formerende partijen de verleiding van de sirenen niet kunnen weerstaan en de fondsen toch torpederen, waaronder investeringsfondsen zoals het Nationaal Groeifonds en het Fonds Onderzoek en Wetenschap. We hebben berekend dat het schrappen van deze twee fondsen de Nederlandse economie opgeteld 90 miljard euro zou kosten tot 2040. Dat komt neer op een kleine 5.000 euro per Nederlander. Dat terwijl deze fondsen de overheid iets meer dan 15 miljard kosten. De fondsen leveren dus voor iedere belastingeuro een heel hoog rendement op tot wel 5,8 euro (tot en met 2040). En dat is een heel conservatieve schatting. Wel vergt het geduld: de baten van deze investeringen zien we pas op de middellange tot lange termijn terug. Dat maakt het gezang van de sirenen die nú zingen over de fondsen voor politici ook zo moeilijk te weerstaan.
Laat de politici aan de formatietafel daarom een voorbeeld nemen aan Odysseus: bind jezelf vast aan de scheepsmast! Dat kan op verschillende manieren. Een eerste mastbinder is om een investeringsfonds op grotere afstand van de overheid te zetten, in lijn met een advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). We kunnen daarbij simpelweg een voorbeeld nemen aan reeds bestaande investeringsfondsen in andere landen, zoals Noorwegen, Frankrijk, Singapore en zelfs China. Een tweede mastbinder is om de uitgaven aan regelingen voor het stimuleren van private R&D, publieke R&D, onderwijs, en ondernemerschap wettelijk vast te leggen.
Op de schouders van de onderhandelaars aan de formatietafel rust, net als op die van Odysseus, een zware verantwoordelijkheid. Daarom adviseren we formateur Ronald Plasterk om een miniatuurzeilbootje een prominente plek te geven op de onderhandelingstafel. Dit bootje zal u allen helpen om tijdens de onderhandelingen koers te houden wanneer de sirenen beginnen te zingen.
Eerder verschenen in het ESB