We willen de financiële drempel om door te studeren, verlagen

4 januari 2024 16:00

Funderingen, dat is al 75 jaar de specialiteit van de in de Beemster gevestigde Van ’t Hek Groep. Van de Afsluitdijk, de Noord-Zuidlijn en de Markermeerdijken tot projecten in Afrika en het Caribisch gebied. De derde generatie, bestaande uit de neven Ted, Bart, Tom en Ruud, legt overal ter wereld een solide basis. Voor hun klanten, maar ook voor hun medewerkers.

Figures

“Hoe ze die medewerkers aan zich binden, vertelt algemeen directeur Ted van ’t Hek (39)”

LINKS BIEDT HET uitzicht een oase aan rust, je ziet gewassen en een sloot. Rechts, daar waar de werf is, is het één en al bedrijvigheid. Algemeen directeur Ted van ’t Hek (39) kijkt trots om zich heen. ‘Hoe toepasselijk is het dat wij als funderingsbedrijf met ons hoofdkantoor gevestigd zijn in de Beemsterpolder, vier meter onder NAP? Hier komt alles wat wij doen samen: fundering, watermanagement en geotechniek. En al hebben we inmiddels meerdere vestigingen, mijn opa legde 75 jaar geleden het fundament van Van ’t Hek precies op deze plek.’

Het was juni 1945 toen opa Van ’t Hek een oude vrachtauto, gekocht op de sloop, ombouwde tot graafmachine en later tot heistelling. ‘We hebben de factuur nog’, vervolgt Ted. ‘Eind jaren zeventig namen zijn twee zonen, mijn vader en oom, het bedrijf over. Met graven hadden ze weinig, dus besloten ze zich op funderen te richten. Dat bleek een goede zet. Het bedrijf groeide en daar plukken wij, mijn drie neven en ik, als derde generatie de vruchten van.’

Trouw personeel

Of het nu gaat om ondergrondse parkeergarages, torens, dijken, bruggen of kades, voor grootse bouwprojecten weet men de familie Van ’t Hek te vinden. Was opa nog een éénpitter, inmiddels telt het bedrijf 360 werknemers. ‘Het is hier een bonte verzameling aan beroepen. Van chauffeurs, lassers, kraanmachinisten en heiers tot administratie, planning, IT, werktuigbouwkundigen en ingenieurs. Er is voor elk wat wils. En als iemand wat anders wil, dan maken we dat mogelijk. Wij zijn niets zonder onze mensen, dus doen we er alles aan om hen te behouden.’

Dat lukt aardig. Regelmatig viert iemand zijn veertigjarig jubileum of krijgt Ted van een collega te horen dat die hem nog als baby heeft gekend. En dat iemand na de pensioengerechtigde leeftijd blijft doorwerken, is geen uitzondering. Zelfs als ze fysiek zwaar werk doen. ‘Ik verbaas me erover dat collega-ondernemers klagen dat ze geen goed personeel kunnen vinden. Wij hebben daar nauwelijks last van.’

Investeren in stagekrachten

Dat heeft verschillende redenen. ‘Terwijl diezelfde collega ondernemers aangeven geen tijd te hebben om stagiairs te begeleiden, heeft het investeren in stagekrachten bij ons prioriteit. En als een stagiair zich aanbiedt en we hebben geen plek, dan maken we plek. De ervaring leert dat als jonge mensen bij ons beginnen, ze vaak blijven.’ Investeren doet Van ’t Hek ook in scholieren die een zaterdagbaantje willen. Wederom leert de ervaring dat die scholieren na hun diploma terugkomen. ‘Veel van onze medewerkers zijn amper dertig en toch al tien jaar in dienst.’

Figures

“Wij zijn niets zonder onze mensen, dus doen we er alles aan om hen te behouden”

Hekademy

Een andere reden waarom werknemers blijven, is het ontwikkelingsperspectief. Het bedrijf is groeiende, er komen voortdurend nieuwe functies bij en werknemers worden aangemoedigd opleidingen te volgen. ‘Wij willen het beste in onze mensen naar boven halen door hun ontwikkelingsmogelijkheden te bieden. Iedereen wil blijven leren. En omdat in het reguliere onderwijs onvoldoende vraag is naar vakken die gericht zijn op funderen, bieden wij, samen met een opleidingscentrum in Hoorn, zelf die opleidingen aan. Ook organiseren we taallessen voor degenen die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen. Onder werktijd, want na een dag op de werf is men meestal moe. En heeft iemand behoefte aan Duitse les? Dan organiseren we dat gewoon.’

Daarnaast is er de Hekademy, het platform van waaruit workshops en opleidingen worden georganiseerd. ‘Wat de onderwerpen zijn? Denk aan groutankers, onderwaterbeton, bemaling of mortelschroefpalen. Mijn overtuiging is dat als je een opleiding of workshop goed inricht, je mensen enthousiast krijgt. Zelfs als de onderwerpen saai lijken.’

Oog hebben voor de ander

Ook op financieel gebied staan de Van ’t Hekken klaar voor hun werknemers. Zo is er een studiefonds dat jaarlijks een bedrag uitkeert aan de schoolgaande kinderen van medewerkers in vaste dienst. Een middelbare scholier krijgt jaarlijks circa 250 euro, een mbo’er 900 en een hbo- of universiteitsstudent zo’n 1.600 euro. Dit bedrag is gekoppeld aan het collegegeld, en nee, het wordt niet verrekend met het salaris. Het is een gift.

Welke studie ze doen, maakt niet uit. Hoe lang ze erover doen, evenmin. We willen de financiële drempel om door te studeren, verlagen. Die drempel heb ik nooit ervaren, ik wist niet eens hoe hoog het collegegeld was, maar we merken dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om hun kinderen te laten studeren. Daar willen wij verandering in brengen.’

En dat heeft succes. De studenten zijn dankbaar. ‘De één betaalt er zijn boeken of collegegeld van, een ander stopt met het bijbaantje om meer tijd te kunnen besteden aan de studie. Althans, dat hoop je dan. Het kan ook zijn dat ze die tijd aan de bar doorbrengen.’ Maar er is meer dan een tegemoetkoming in de studiekosten. Zoals een financieel adviseur die collega’s bijstaat als ze vragen hebben over hun pensioen, als ze een hypotheek willen afsluiten of als ze schulden hebben. ‘In dat laatste geval zijn wij bereid een lening te verstrekken, op voorwaarde dat de financieel adviseur mag meekijken in het huishoudboekje.’

Als familie ben je er voor elkaar

Oog hebben voor een ander is iets wat de neven Van ’t Hek met de paplepel ingegoten hebben gekregen. ‘We zijn een familiebedrijf en als familie ben je er voor elkaar. Ook de tweede generatie ging het gesprek aan met de mensen en deed aan personeelsleningen. Alleen werd daar vroeger niet over gepraat. Wij doen dat wél. Door financiële problemen bespreekbaar te maken, proberen we het taboe en het gevoel van schaamte weg te nemen bij onze medewerkers.’