Samenwerken aan oplossingen voor het voedselvraagstuk

27 oktober 2022 14:58

Ruim zeven maanden na de start van Rabo Food Forward Midden-Nederland werd het programma op maandag 3 oktober afgesloten met een event bij Bomencentrum Nederland in Baarn. In een prachtige omgeving presenteerden drie groepen hun voedseloplossing voor de toekomst.

Bij het Bomencentrum Nederland is het de kleur groen die de klok slaat. Bomen in allerlei soorten en maten omzomen het moderne pand dat gelegen is op een uitgestrekt terrein in Baarn. ‘Welkom op deze mooie plek, temidden van duizenden bomen’, steekt Marcel Wijnen, themadirecteur Banking for Food Rabobank Midden-Nederland, van wal.

Dat het slotevent van Rabo Food Forward Midden-Nederland op deze locatie plaatsvindt, is geen toeval. ‘Bomen groeien en dat hebben jullie innovatieve en vernieuwende ideeën de afgelopen maanden ook gedaan’, zegt Wijnen tegen de ruim dertig aanwezigen. ‘Ik ben dan ook heel benieuwd wat het resultaat is.’ Het event is de voorlopige afsluiting van het Rabo Food Forward programma dat ruim zeven maanden geleden begon. In maart werden de eerste inzichten gedeeld over de voedseluitdagingen in de regio Midden-Nederland. Drie groepen gingen aan de slag met het bedenken van een eigen voedseloplossing voor de toekomst en presenteren deze op de slotavond aan elkaar en aan een panel van experts.

‘Dit is het afsluitende event van het Food Forward programma, maar dat wil niet zeggen dat het hier vandaag ook stopt’, benadrukt Wijnen voor aanvang van de presentaties. ‘Het is te kort dag om alle initiatieven al helemaal uitgewerkt te hebben, maar hopelijk kunnen de ideeën, misschien wel met bruikbare tips van vanavond, verder gebracht worden. Dat zou prachtig zijn.'

Kinder Informatie Pakket

De eerste die zijn idee mag delen met de aanwezigen is Bart de Ruiter. Samen met zijn groep bedacht hij het Kinder Informatie Pakket (K.I.P) voor basisscholen. Het is een lespakket waarbij de voedselketen en de voedselproductie centraal staan en dat geïntegreerd kan worden in bestaande lesprogramma’s.

‘De keten van voedselproductie is hartstikke complex. Het is al lastig voor mensen die werkzaam zijn binnen de sector en nóg ingewikkelder voor de consument. Laat staan voor kinderen. Terwijl het zo belangrijk is dat kinderen weten waar ze invloed kunnen hebben in de voedselketen. Zij zijn de producent en consument van de toekomst’, zegt De Ruiter. Volgens hem is de kracht van het pakket dat het onderdeel moet worden van de huidige lespakketten op school en niet de concurrentie wil aangaan met de toch al schaarse uren. ‘We maken een pakket dat aansluit bij alle vakken, zoals rekenen, wiskunde, aardrijkskunde en tekenen. Op die manier leren kinderen op een natuurlijke manier hoe hun voedsel geproduceerd wordt en waar het vandaan komt.’

“een pakket dat aansluit bij alle vakken”

Als er vanuit de zaal gevraagd wordt hoe dat er in de praktijk uitziet, geeft hij een voorbeeld. ‘Bij wiskunde wordt vaak de vraag gesteld hoe lang een auto over een bepaalde afstand doet als hij 50 kilometer per uur rijdt. Maar je zou bijvoorbeeld ook kunnen zeggen dat een kip 80 procent van de dagen per jaar een ei legt. Hoeveel dagen legt een kip dan een ei?’

Om hun pakket daadwerkelijk in de klaslokalen te krijgen, heeft de groep partners nodig die lespakketten samenstellen. De Ruiter: ‘Wij hebben de kennis en kunde van voedselproductie.’

Terug naar de oorsprong

Die kennis en kunde zit ook samengebundeld in de tweede groep. ‘Vandaag de dag is er zo’n brede keuze aan assortimenten, producten en merken dat het bijna te complex wordt voor de consument’, zegt Derk Remmelink, die namens de tweede groep het woord voert. ‘Waar komt ons eten en drinken vandaan en wat is goed? Regionaal geproduceerde producten kunnen hier een belangrijke rol in spelen.’

Anderzijds zijn er tal van ondernemers die lokaal voedsel produceren, maar die het lastig vinden om de juiste consument te vinden. Hoe bereikt een melkveehouderij in Hilversum die een restaurant met vlees van zijn eigen melkkoeien naast zijn boerderij heeft een grotere doelgroep? Hoe vinden klanten de weg naar zijn restaurant? Met hun initiatief ‘Terug naar de oorsprong’ wil de tweede groep de verbinding herstellen tussen de consument en de agrariër of fabrikant. ‘Maar wel met diegenen die het beste voor hebben met het milieu, dierenwelzijn, gezondheid en de lokale ondernemer’, verduidelijkt Remmelink.

“Waar komt ons eten en drinken vandaan en wat is goed?”

Door middel van een app kunnen klanten op basis van hun voorkeuren producten kiezen en direct zien waar die in de nabije omgeving te koop zijn. Maar dat is niet het enige. ‘Terug naar de oorsprong’ wil ook zichtbaar zijn in de schappen van supermarkten en op verpakkingen. ‘We noemen ons een netmerk in plaats van een netwerk.’

Vanzelfsprekend Dichtbij

Als het applaus voor het idee van de tweede groep voorbij is, komt Paul van Straaten namens de derde groep naar voren toe. ‘Steeds meer mensen zien de waarde van lokaal eten in en dat is hartstikke mooi. Maar eten van dichtbij is nog niet zo vanzelfsprekend. Want de ondernemers doen vaak zaken met meerdere producenten en boeren’, zegt Van Straaten. Het probleem? De producenten en boeren hebben allemaal hun eigen manier van werken. Van Straaten: ‘Als je tachtig leveranciers hebt, moet je tachtig bestellingen plaatsen, tachtig facturen sturen, tachtig pakbonnen aanleveren en tachtig keer iets aannemen. Dat is ontzettend omslachtig.’ Om dat probleem te tackelen, heeft de derde groep ‘Vanzelfsprekend Dichterbij’, een bestel- en transportplatform voor kleinschalige voedselondernemers bedacht. ‘Wij zetten hun complete assortimenten online, zodat deze in één keer te bestellen zijn voor zowel consumenten als professionele inkopers. Wij zamelen het in, voegen de deelorders samen, bezorgen de bestelling de volgende middag en zorgen ook voor de financiële afhandeling.’

“Steeds meer mensen zien de waarde van lokaal eten in en dat is hartstikke mooi.”

Het bestel- en transportplatform moet de producten van kleinschalige voedselondernemers laagdrempelig bereikbaar maken, waardoor voedsel van dichtbij vanzelfsprekend wordt. ‘Ondernemers besparen een paar uur per dag. Daarnaast krijgen de lokale producenten een betere prijs en wordt het voedsel duurzamer geproduceerd, doordat er een aantal schakels tussenuit gaan.’

‘Ik ben drie keer onder de indruk geraakt’, zegt Marcel Wijnen van Rabobank Midden-Nederland, als de laatste groep klaar is met zijn presentatie. Om alle drie de groepen te stimuleren hun ideeën verder uit te werken, krijgt elke groep een cheque van vijfduizend euro mee naar huis. Wijnen: ‘Ik vind het heel mooi wat er tijdens het Rabo Food Forward programma is ontstaan en bedacht. Iedereen is een winnaar.’

Auteur: Guus Peters