Golfclub Holthuizen houdt nationaal toernooi voor golfers met verstandelijke beperking
Golf is allang niet meer een sport die exclusief is voorbehouden aan de rijken der aarde. De sport wordt beoefend door een steeds bredere laag van de bevolking. Zo zijn er - zij het nog op zeer bescheiden schaal - ook mensen met een verstandelijke beperking die golfen. Voor deze G-Golfers uit heel Nederland houdt golfclub Holthuizen in Roden op 8 juli een nationaal toernooi. De organisatie wordt mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van sponsors, waaronder een donatie uit Rabobank Coöperatief Dividend.
Nationale Prokkelweek
Op een idyllisch plekje aan de rand van Roden liggen sinds ruim 35 jaar de golfbanen van Holthuizen. Een jaar of twaalf geleden kregen de golfers nieuwe buren: het Thomashuis, een gezinsvervangende accommodatie voor mensen met een verstandelijke beperking.
Eens per jaar is er de nationale Prokkelweek, een week waarin landelijk aandacht gevraagd wordt voor integratie en participatie van mensen met een verstandelijke beperking. 'Een week die vaak een startpunt vormt voor verandering, voor mensen met én zonder verstandelijke beperking. Door samen iets te doen, leer je elkaar beter kennen', zo omschrijft stichting Prokkel het op de eigen website.
Dat startpunt voor verandering kreeg in Roden concreet vorm, toen Thomashuis-bewoners Janine, Sander en Femke zich tijdens de Prokkelweek meldden bij de buren met de mededeling dat zij graag wilden gaan golfen. Ze waren hartelijk welkom, maakten kennis, vonden het leuk en meldden zich aan. Zodoende ging Holthuizen als eerste in Noord-Nederland G-Golf aanbieden.
Eigen trainingsuren
Eén van de spelers is Job van Lienden. Hij vertelt: “Ik kwam hier voor het eerst met mijn vader en moeder om te kijken. Golfen leek mij leuk. Nadat ik een paar keer gekeken had, werd ik lid. In het begin kreeg ik privélessen met een set clubs die ik mocht lenen. Al snel heb ik mijn eigen set gekocht. Daarna kreeg ik les bij golfschool De Golferij in Eelde om het golfen goed te leren.”
Leo van der Heiden en Corrie van Wijk zijn niet alleen enthousiaste golfers, ze maken ook deel uit van de G-Golfcommissie van Holthuizen. Waarom een speciale commissie? “De G-Golfers hebben altijd begeleiding nodig, zij kunnen niet alleen de baan op”, vertelt Van der Heiden. Van Wijk vult aan: “Daarom zijn er voor onze G-Golfers eigen trainingsuren. Zo eens per twee tot drie weken krijgen ze op donderdagavond les van een professionele trainer en elke zaterdagochtend lopen ze als training een ronde van negen holes, waarbij er met elk van de spelers een vrijwilliger als begeleider meeloopt. Hiervoor beschikken wij over een vast team van zes vrijwilligers.” Ook tijdens wedstrijden spelen de G-Golfers nooit alleen. Elke G-Golfer speelt samen met een partner - de zogeheten unified. De wedstrijden zijn dus altijd twee tegen twee.
Job: “Het ver afslaan van de bal vind ik het mooist. Dat doe ik met een ijzer 4, niet met een driver. Want dan sla ik de bal te ver en wijkt hij te ver af. Het is wel leuk om je eigen bal weer op te zoeken. Meestal gaat de bal wel recht, maar soms ligt hij in de bosjes.”
G-Golf
G-Golf is nog altijd een kleine sport in Nederland. Er zijn verdeeld over het land slechts een stuk of tien verenigingen die dit aanbieden en er zijn slechts enkele tientallen spelers. Zij kunnen in Nederland meedoen aan slechts enkele wedstrijden per jaar. Eens per twee jaar is er tijdens de landelijke Special Olympics - waaraan zo’n tweeduizend sporters in allerlei takken van sport deelnemen - een grote G-Golfwedstrijd. In de overige jaren - dus ook eens per twee jaar - is er een regionale Special Olympics wedstrijd. “Door onvoorziene omstandigheden kon deze wedstrijd dit jaar niet doorgaan”, vertelt Van der Heiden. “Dat is natuurlijk heel vervelend omdat er voor deze spelers al zo weinig wedstrijden zijn. Daarom hebben wij besloten om in plaats van de regionale Special Olympics dan maar zelf een nationale wedstrijd te gaan organiseren.” Het wordt een eendaagse wedstrijd, waarvoor de organisatie zo’n veertig G-Golfers inclusief hun unifieds hoopt in te schrijven.
Job hoopt tijdens de wedstrijd op zijn thuisbaan hoge ogen te gooien: “Bij één van de laatste nationale wedstrijden in Twente ging het heel goed. Daar was op zaterdag kwalificatie en op zondag de wedstrijd. Na afloop van de wedstrijd op zondag, vroeg Corrie: ‘Heb jij wel al naar de uitslagen gekeken? Dat had ik nog niet gedaan en toen bleek dat ik had gewonnen!”
““Kijk maar eens naar foto’s van voorgaande toernooien. Dan zie je allemaal blije gezichten, zelfs als het regent.” ”
Voor dit gelegenheidstoernooi komen G-Golfers uit heel Nederland naar Holthuizen. De meeste spelers hebben zelf geen werk waarmee ze voldoende verdienen om alles te kunnen bekostigen. Daarom zijn er aan deelname geen kosten verbonden en krijgen de deelnemers ook eten en drinken van de organisatie. Alleen de reiskosten zijn voor eigen rekening. “De begroting van het toernooi is behoorlijk. Denk eens aan kosten van prijzen voor de winnaars, verzorging van alle deelnemers en vrijwilligers en herkenbare shirts. Het is echter belangrijk dat deelname aan het toernooi voor iedereen bereikbaar is”, zegt Van Wijk. De Gemeente Noordenveld en de Old Grand Dads - een club van golfende grootouders die sport voor mensen met een beperking ondersteunen - dragen bij met een donatie, evenals het Rabobank Coöperatief Dividend. “Die bijdragen zijn uiteraard zeer welkom”, vertelt Van Wijk. “Dit is breedtesport zoals breedtesport bedoeld is. Wij willen G-Golf sowieso laagdrempelig houden. Daarom betalen G-Golfers bij ons niet de volledige contributie, maar slechts het laagste jeugdtarief”, zegt Van der Heiden, die uitkijkt naar het toernooi. “We gaan er een bijzonder gezellige dag van maken.” Job’s moeder Jolanda kijkt er ook naar uit: “Kijk maar eens naar foto’s van voorgaande toernooien. Dan zie je allemaal blije gezichten, zelfs als het regent.”
En Job zelf, tot slot: “Ik vind wedstrijddagen altijd leuk en gezellig. We kennen elkaar inmiddels bijna allemaal en ik weet wel tegen wie ik het liefst speel. Het gaat natuurlijk om de lol. Maar ik ben wel fanatiek, hoor.”
tekst: Jan Johan ten Have
fotografie: Aernout Steegstra, Rudie Wiersma Fotografie