Duurzaam pronkstuk in het IJmeer

5 november 2020 15:52

Pampus gaat op de schop. Het eiland moet over twee jaar volledig zelfvoorzienend zijn. Maar als het aan directeur Tom van Nouhuys van stichting Forteiland Pampus ligt, houdt het daar niet op. ‘Deze plek verdient het om een icoon van Amsterdam te worden.’ Rabobank helpt actief mee om het allemaal voor elkaar te krijgen. Door de businesscase scherp te krijgen en een netwerk van betrokken experts en partners te organiseren.

Tom van Nouhuys (43) is directeur van de stichting Forteiland Pampus, maar brengt naar eigen zeggen ‘veel te weinig’ tijd door op het eiland. ‘We hebben een kantoor aan de wal’, legt hij uit. Een interview blijkt een goed excuus om zijn werkplek in Muiden te verruilen voor de boot en koers te zetten richting het kunstmatige eilandje in het IJmeer, een voormalige zandbank die eind negentiende eeuw werd omgevormd tot fort, als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Deze verdedigingslinie moest de hoofdstad beschermen tegen vijanden van buitenaf. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er tweehonderd soldaten gelegerd, maar een schot werd er nooit gelost. Met de komst van gevechtsvliegtuigen verloor het eiland vrij snel zijn functie.

Tegenwoordig wordt er vooral gerecreëerd op het eiland. Jaarlijks meren zo’n 60.000 bezoekers aan voor een bezoek aan het fort, vaak om wat te eten en te drinken in het paviljoen. Hoewel het eiland na de Tweede Wereldoorlog in handen kwam van een groep Muidense ondernemers en sinds 1990 wordt beheerd door de stichting Forteiland Pampus, heeft het zijn autonome karakter niet verloren. ‘Er is hier nog nooit een kabel getrokken’, zegt Van Nouhuys, als we na een korte vaartocht aanmeren. Gas en drinkwater worden per boot naar het eiland vervoerd en eens in de zoveel tijd pompt een boot ‘een paar duizend liter’ diesel in het eiland, dat door generatoren vervolgens wordt omgezet in elektriciteit. ‘Niet heel duurzaam’, voegt hij er direct aan toe. ‘Vandaar ook de wens om het helemaal anders te gaan doen.’

Biovergister

Komende jaren gaat het forteiland ‘duurzaam op de schop’. Met als doel om Pampus uiteindelijk honderd procent zelfvoorzienend en emissievrij te maken. De eerste stappen zijn al gezet. Zo is er geïnvesteerd in een waterzuiveringsinstallatie met nanofilter, dat water uit het IJmeer omzet in schoon water. ‘Het gefilterde water is al drinkbaar’, benadrukt Van Nouhuys. ‘Alleen nog niet gecertificeerd.’ Ook wordt er energie opgewekt met zonnepanelen en door een batterij-opslag, bestaande uit gerecyclede batterijen.

Het pronkstuk is de biovergister: een machine achter het paviljoen, die gft-afval deels omzet in gas en deels in plantenmest. Tenminste, dat is de bedoeling. De roestvrijstalen kolos is pas net gearriveerd op het eiland en bevindt zich nog in de opstartfase. ‘Wij zijn een van de eersten die het apparaat testen’, zegt Van Nouhuys. ‘Maar als het werkt, kan het echt een doorbraak betekenen in de manier waarop wij met ons afval omgaan. Dit apparaat kan met de dertig kilo afval die we per dag op Pampus produceren negen kuub biogas opwekken, genoeg om de keuken een dag op te laten draaien.’

De innovaties moeten van Pampus een showcase maken hoe om te gaan met erfgoed. ‘Zoals ik het zie, heb je wat erfgoed betreft twee keuzes’, zegt Van Nouhuys. ‘Óf je zet er een stolp overheen en zegt: kijk, zo leefden onze voorouders. Óf je laat het verleden een inspiratie zijn voor de keuzes van vandaag. Honderd jaar geleden waren we als de dood voor een inval van de Duitsers, nu zijn we bang dat door klimaatverandering straks de zee “binnenvalt”. Op Pampus kunnen we perfect laten zien hoe de keuzes die toen gemaakt zijn om ons te beschermen, ook relevant zijn voor de uitdagingen van nu.’

Icoon van Amsterdam

Van Nouhuys hoopt eind 2021 alle benodigde vergunningen binnen te hebben. Het paviljoen - dat eveneens vernieuwd wordt - moet een jaar later klaar zijn. In de tussentijd moet de zelfvoorzieningsgraad naar honderd procent groeien en de uitstoot tot nul afnemen. Een ambitieus plan, maar de directeur heeft er alle vertrouwen in dat het lukt. ‘Op Pampus en bij Rabo heerst een cultuur van aanpakken. We vinden het beiden enorm belangrijk dat het eiland een duurzaam pronkstuk wordt. Een icoon voor Amsterdam is het al. Maar straks is het ook een voorbeeld van duurzaam denken en bouwen voor Nederland.’

Rabobank & Pampus

Forteiland Pampus wil, als eerste Nederlandse monument op de UNESCO-werelderfgoedlijst, volledig zelfvoorzienend en fossielvrij worden. De kosten voor het project bedragen 5,5 miljoen euro. Rabobank is een van de financiële partners die betrokken zijn bij de verduurzaming van Forteiland Pampus. Ook zet de bank haar kennis en netwerk in.

Tekst: Marlie van Zoggel
Beeld: Annabel Oosteweeghel