Paniekvoetbal
Pensioenfonds ABP verbaasde onlangs vriend en vijand met het besluit om de fossiele sector in zijn geheel de rug toe te keren. Daarmee is het standpunt binnen een tijdsbestek van een paar weken abrupt gedraaid. Als reden voerde het pensioenfonds het alarmerende rapport van het International Panel on Climate Change uit augustus aan. Dat stelt dat de CO2-uitstoot snel verlaagd moet worden om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden. ABP gelooft bovendien niet langer dat de dialoog met “big oil” tot resultaten leidt. Wat het ABP daarbij goed deed, is dat ze als grote speler breed bekendheid gaf aan haar besluit. Het slechtste wat je kunt doen, is in stilte afscheid nemen, want dan ontbreekt de signaalfunctie die desinvesteren heeft naar betrokken bedrijven en andere aandeelhouders. Ook het feit dat men de vrijgekomen gelden de komende tijd gaat investeren in hernieuwbare energie en de dialoog (engagement) gaat richten op andere industrieën zoals luchtvaartmaatschappijen en autofabrikanten, zijn positieve elementen.
Toch was er naast lof ook veel kritiek op de boude stap van de pensioenreus. Die kritiek kwam ook van wetenschappers, energie-experts en zelfs klimaatvoorvechters. Met als voornaamste argument dat als je wegloopt van tafel je als aandeelhouder de koers van een bedrijf niet meer kunt beïnvloeden. Bovendien is het maar de vraag hoeveel scrupules de nieuwe eigenaar van de aandelen heeft. Die kritiek is mede gestoeld op de overtuiging dat de Shells van deze wereld onderdeel zijn van het probleem, maar ook van de oplossing. Hier zit immers het geld én de knappe koppen. Wat daarnaast ook pijnlijk duidelijk wordt vandaag de dag, is dat we gewoonweg op veel terreinen nog niet voldoende duurzame alternatieven hebben. De huidige tekorten aan gas en olie - mede ontstaan door minder investeringen in fossiel - zorgen niet alleen voor hogere prijzen aan de pomp en een stijgende energierekening. Ook de prijs van voedingsmiddelen zal waarschijnlijk stijgen door hogere kosten voor vervoer, kunstmest of de verwarming van kassen.
Wellicht is dit soort prijsschokken nodig om de wereld aan het denken te zetten en daarmee een “blessing in disguise” voor de draai naar hernieuwbare energie, het besparen van energie of veranderende levenspatronen. Maar het kan ook heel verlammend werken voor de verdere uitwerking van overheidsplannen zoals het afschaffen van perverse subsidies op fossiel, het beter beprijzen van CO2-uitstoot of het formuleren van ambitieuzere reductiedoelstellingen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Het rücksichtslos uitstappen uit fossiel zonder dat er alternatieven zijn die nu al op grote schaal worden ingezet, is daarom niet de oplossing en doet geen recht aan de complexiteit van de problematiek. Alle reden dus om wel in gesprek te blijven met de fossiele sector en sectoren die daar zwaar op leunen. Ik zie steeds meer aandeelhouders, ook de hele grote, die zich niet onbetuigd laten. Maar zelfs aandeelhouders met hele kleine belangen kunnen zaken doen kantelen, zoals bij ExxonMobil. Bij deze oliereus zijn recentelijk liefst drie bestuurders, mede vanwege hun klimaatexpertise, voorgedragen én gekozen door aandeelhouders. Ik ben, kortom, dus meer hoopvol gestemd ten aanzien van het effect van actief eigenaarschap. We zijn daar echt wel het stadium van vrijblijvend een kopje koffie drinken voorbij.
Begrijp me niet verkeerd. Klimaatverandering is een gigantisch probleem. Het raakt iedereen en dus ook beleggers. Rabobank is daarom bezig met de afbouw van fossiel in de beheerportefeuilles. Dat doen wij niet door de hele fossiele sector over een kam te scheren maar door de instrumenten uit de duurzame instrumentenkist gericht in te zetten. We sluiten bedrijven uit die sterk betrokken zijn bij kolen en teerzandolie, de meest vervuilende fossiele brandstoffen. We sturen actief op een (minimaal) dertig procent lagere CO2-intensiteit dan de benchmark binnen bepaalde fondsen. Namens Rabobank voert Robeco de dialoog met bedrijven over een brede waaier aan onderwerpen waaronder klimaatverandering. We hebben een vooruitstrevend stembeleid; in het tweede kwartaal steunden we in 80% van de gevallen aandeelhoudersresoluties op het vlak van milieu en klimaat. Daarbij werd bedrijven gevraagd om betere klimaatrapportages of het aanscherpen van hun klimaatdoelstellingen. En ten slotte, beleggen we binnen onze belangrijkste beheerportefeuille specifiek in bedrijven die zich richten op duurzame oplossingen binnen thema’s als energie-efficiency, slimme mobiliteit en hernieuwbare energie.
Op veel van deze terreinen kan en zal de duurzame lat verder omhoog gaan. De CO2-doelstellingen en uitsluitingen zijn dynamisch; Rabobank wordt steeds strenger door de ambities verder op te schroeven. Wat dit jaar nog goed genoeg is, is dat volgend jaar niet meer. Ook is het mogelijk om (sneller) conclusies te verbinden aan engagementprogramma’s die niet succesvol zijn of sneller resultaten te verwachten van bedrijven. Er zijn dus nog middelen die ingezet kunnen worden, alvorens ervoor te kiezen de fossiele sector zonder enige vorm van nuance in de ban te doen.
En ja, er is haast geboden. Beleggers moeten ten aanzien van het thema klimaatverandering korter op de bal spelen. Maar paniekvoetbal gaat ons niet verder brengen.
Gert van de Paal
Specialist Maatschappelijk Verantwoord Beleggen
Rabobank Nederland Particuliere Klanten
11 november 2021