Aanpassing rentebenchmarks
Verschillende referentierentes, zoals de LIBOR, EONIA en EURIBOR zijn veranderd of gaan veranderen. Dat is gebeurd op basis van nieuwe Europese wetgeving en op initiatief van toezichthouders en centrale banken. Gebruik je een product dat is gebaseerd op een referentierente, dan kan de informatie op deze pagina voor jou belangrijk zijn.
Wat zijn referentierentes?
Referentierentes, ook wel rentebenchmarks genoemd, gebruiken wij voor het vaststellen van de rentetarieven. Voorbeelden van referentierentes zijn LIBOR, EONIA en EURIBOR. Sommige klanten hebben bijvoorbeeld een lening of een krediet waarvan de (debet en/of credit)rente is gekoppeld aan een referentierente. De hoogte van de rente die je aan ons betaalt of van ons ontvangt is dus deels afhankelijk van de hoogte van de referentierente die wij met je zijn overeengekomen. Wij leggen dit graag uit met een voorbeeld:
Wij hebben je een lening in Amerikaanse dollars verstrekt. De rente die wij met je hebben afgesproken bestaat uit een referentierente en een opslag. Hebben wij met je afgesproken dat wij USD LIBOR als referentierente gebruiken voor deze lening in Amerikaanse dollars? Dan vormen deze referentierente en de opslag samen de debetrente die je aan ons betaalt.
Wat gebeurt er met de referentierentes?
Toezichthouders op de financiële sector verlangen dat bestaande referentierentes worden aangepast of vervangen om deze stabieler en betrouwbaarder te maken. Sommige referentierentes blijven bestaan of worden aangepast, en andere zullen verdwijnen of zijn al verdwenen. Als gevolg daarvan zal Rabobank niet langer gebruik kunnen maken van bepaalde referentierentes en zullen overeenkomsten met onze klanten moeten worden aangepast. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste wijzigingen:
EURIBOR
De referentierente EURIBOR is vanwege Europese wetgeving op een aantal punten aangepast. EURIBOR kan hierdoor blijven bestaan. Wij blijven op dit moment voor bestaande en nieuwe afspraken gebruikmaken van EURIBOR. Het kan zijn dat wij in de toekomst EURIBOR in onze overeenkomsten toch gaan vervangen door een andere referentierente bijvoorbeeld als EURIBOR niet meer wordt vastgesteld. Wij nemen contact met je op als wij EURIBOR in overeenkomsten gaan vervangen.
GBP LIBOR, CHF LIBOR, JPY LIBOR, EONIA en EUR LIBOR
Wij hebben de referentierentes GBP LIBOR, CHF LIBOR, JPY LIBOR, EONIA en EUR LIBOR in overeenkomsten vervangen door andere referentierentes omdat deze rentes niet meer worden vastgesteld. Wij maken daarom sinds 1 januari 2022 geen gebruik meer van deze referentierentes in overeenkomsten. Als dat gevolgen had voor het product dat je bij ons afneemt heb je hierover al informatie van ons gekregen. Hieronder vind je een overzicht van de referentierentes die wij al hebben vervangen:
Valuta | Huidige benchmark | Beëindigingsdatum | Nieuwe referentierente |
Britse Pond (GBP) | GBP LIBOR | Eind 2021 | SONIA |
Japanse Yen (JPY) | JPY LIBOR | Eind 2021 | TONA |
Zwitserse Frank (CHF) | CHF LIBOR | Eind 2021 | SARON |
Euro (EUR) | EONIA EUR LIBOR | Eind 2021 | €STR |
USD LIBOR
Wij gaan stoppen met het gebruik van USD LIBOR als referentierente in overeenkomsten omdat deze in de toekomst niet meer wordt vastgesteld. Wij vervangen USD LIBOR in onze overeenkomsten door de nieuwe referentierente (Term) SOFR. Wij nemen contact met je op als USD LIBOR in je overeenkomst als referentierente wordt gebruikt.
Wat betekent dit voor jou?
Als wij voor jouw rentetarief een referentierente gebruiken die wordt vervangen, dan verandert jouw product. Daarom informeren wij je altijd vooraf. In sommige gevallen moet je een nieuwe overeenkomst ondertekenen soms hoeft dat niet. Of je een nieuwe overeenkomst moet ondertekenen is afhankelijk van de afspraken die wij in het verleden met je hebben gemaakt.
Terugvalplan
Rabobank heeft een solide terugvalplan beschikbaar voor het geval referentierentes ophouden te bestaan of substantieel veranderen. Naast het overstappen naar een andere referentierente kan het voorkomen dat bij sommige klanten die een product hebben of afsluiten dat is gebaseerd op een referentierente, het contract moet worden aangepast. Er moet namelijk in jouw contract een bepaling staan die aangeeft wat er gebeurt als wij de in dat product opgenomen referentierente in de toekomst niet meer kunnen of mogen gebruiken. Als dit het geval is, dan nemen wij contact met je op.
Belangrijk om te weten
Deze webpagina bevat de informatie die op 28 juni 2022 voor ons beschikbaar is. De markten, de sector en de richtlijnen van de toezichthouders ontwikkelen zich nog verder. Deze webpagina is niet bedoeld als een verklaring, garantie of andere verzekering of om op enig andere manier een advies of aanbeveling te geven. Deze webpagina is niet bedoeld om volledig te zijn en kan verouderd raken. U kunt advies inwinnen bij een professionele adviseur over de mogelijke implicaties van de overgang van de referentierentes naar nieuwe referentierentes, inclusief financiële, juridische, boekhoudkundige en fiscale gevolgen.
Wat zijn risicovrije referentierentes?
Risicovrije referentierentes zijn marktrentes waarbij het kredietrisico en termijn liquiditeitspremie geen onderdeel uitmaken van de referentierente. SOFR voor Amerikaanse dollars en SONIA voor Britse pond zijn voorbeelden van risicovrije referentierentes. De USD LIBOR bijvoorbeeld is geen risicovrije referentierente omdat het een component omvat voor het kredietrisico en, aangezien het een termijnrente is over een reeks looptijden, een termijn liquiditeitspremie. Deze twee elementen zijn afwezig of bijna afwezig bij 1-daagse risicovrije referentierentes. Risicovrije referentierentes zijn daarom economisch niet gelijkwaardig aan de USD LIBOR rente. Meer informatie vind je in het document 'Rabobank Benchmarktransitie: veelgestelde vragen'.
Hoe worden USD LIBOR en de nieuwe ‘risicovrije referentierentes’ berekend?
USD LIBOR komt tot stand doordat een bepaalde groep internationale banken een indicatie geeft van de kosten voor het aantrekken van Amerikaanse dollars in de geldmarkt in Londen. Bij het bepalen van de hoogte van de rente gaan de banken uit van een situatie waarbij er geen gebruik wordt gemaakt van zekerheden. Op basis van deze opgaven worden dagelijks de nog resterende USD LIBOR-rentebenchmarks berekend.
Iedere nieuwe ‘risicovrije’ referentierente komt op een andere manier tot stand, maar in vergelijking met USD LIBOR spelen daadwerkelijke transacties (in plaats van indicaties) een grote rol. Meer informatie vind je in het document 'Rabobank Benchmarktransitie: veelgestelde vragen'.

Credit adjustment spread
Zoals toegelicht zijn risicovrije referentierentes economisch niet gelijkwaardig aan LIBORs. Om met de verschillen rekening te houden en de waardeoverdracht bij transitie zoveel mogelijk te beperken, adviseren de risicovrije referentierente-werkgroepen de toepassing van een ‘credit adjustment spread’. Deze verschillen worden door twee belangrijke veranderingen veroorzaakt:
- Het eerste verschil heeft te maken met de manier waarop de referentierentes worden berekend. Omdat de manier waarop de referentierentes worden berekend voor beide rentes anders is, ontstaat er een verschil in de hoogte van de referentierente.
- Het tweede belangrijke verschil heeft te maken met twee onderdelen (kredietrisico en termijn liquiditeitspremie) die wel deel uitmaken van de huidige USD LIBOR referentierente, maar geen onderdeel uitmaken van de nieuwe risico vrije referentierente. Kredietrisico is een vergoeding voor het risico dat een lening door een andere bank mogelijk niet wordt terugbetaald. De termijn liquiditeitspremie is een vergoeding voor de periode dat het geld wordt uitgeleend en niet beschikbaar is voor andere doeleinden. Zie de afbeelding voor extra toelichting.
Op het moment van de transitie van bestaande contracten van de huidige referentierentes naar nieuwe risicovrije referentierentes is het uitgangspunt dat die transitie voor partijen zoveel mogelijk economisch neutraal verloopt. We maken daarom gebruik van de zogeheten ‘credit adjustment spread’.
Methoden voor de berekening 'credit adjustment spread'
Er zijn verschillende methoden voor de berekening van de ‘credit adjustment spread’. Rabobank volgt de aanbevelingen van de nationale referentierente-werkgroepen en de gevestigde marktconsensus zo nauwkeurig mogelijk op. In grote lijnen zijn er twee methoden bedacht om de hoogte van de ‘credit adjustment spread’ te kunnen berekenen, namelijk een ‘terugkijkende methode’ en een ‘vooruitkijkende methode’. Rabobank maakt in de meeste gevallen gebruik van de ‘terugkijkende’ methode.
Meer informatie over de ‘credit adjustment spread’ vind je in het document 'Rabobank Benchmarktransitie: veelgestelde vragen'.
Meer informatie
We hebben achtergrondinformatie en informatie over de transitie van LIBOR, EONIA, SIBOR, SOR en HIBOR verzameld in een document dat je kunt downloaden. Hier lees je ook meer over EURIBOR.