Onderzoek
Opgaven rond duurzaam ondernemen en brede welvaart in Midden-Nederland
Ondanks een hoge brede welvaart en sterke economie is er in Midden-Nederland werk aan de winkel. De regio moet haar economisch potentieel beter benutten en slagen maken op het vlak van duurzaam ondernemen. Daarnaast staat de brede welvaart onder druk.
In het kort
Hoofdboodschap: focus op healthy environment en healthy business
Midden-Nederland is een bijzondere regio in Nederland. Het is een economische groeimotor die zich de afgelopen decennia krachtig heeft ontwikkeld, vooral door de kennisintensieve specialisaties in de informatie- en communicatie en in advies, onderzoek en onderwijs. Alle met een deelspecialisatie in gezondheid. Health (gezondheid) kleurt het economische profiel van de regio. En nergens in Nederland is de brede welvaart zo hoog als in Midden-Nederland. Ook deze ‘gezonde omgeving’ kleurt het profiel van deze regio. Het thema gezondheid komt ook sterk in beleid van de overheden terug. Het is de basis waarop de triple helix partijen: overheid-bedrijfsleven-kennisinstellingen, elkaar vinden, zoals de samenwerkingen tussen Utrecht University (life sciences) en Wageningen University (voeding en milieu) onderling en met het bedrijfsleven. Een goed voorbeeld hiervan is Utrecht Science Park (het grootste science park van Nederland).
Toch kan de regio niet op zijn lauweren rusten. Uit onze analyses komt naar voren dat de regio haar economische potentie te weinig benut. Daarmee bedoelen we dat Midden-Nederland meer economische groei kan halen uit de eigen hoge dichtheid en specialisatie van economische activiteiten en voorzieningen, de goede verbindingen, de sterke kennisinfrastructuur en de kwalitatief hoogwaardige arbeidsmarkt. Bovendien moeten slagen worden gemaakt in de transitie naar een nieuwe economie voor het brede bedrijfsleven. Er is daar een te groot gat tussen bedrijven in de groep koplopers in de transitie naar een duurzame en inclusieve economie en een grote groep achterblijvers die nog moet worden meegenomen.
Hetzelfde geldt voor de brede welvaart in het gebied. Die is goed op orde, maar nadrukkelijk komen er ook opgaven in de regio Midden-Nederland naar voren waar met prioriteit aan gewerkt moet worden. Ook hier komt gezondheid naar voren, net als milieukwaliteit, huisvesting, inkomen en subjectief welzijn. De coronacrisis liet bovendien zien dat de gezondheid en subjectief welzijn in de regio, afgelopen periode zijn verslechterd. Deze brede welvaartsopgaven zijn bovendien sterk verbonden aan het functioneren van bedrijven en economisch succes.
Meer economische dynamiek is dus mogelijk en nodig. Maar wel graag binnen de kaders van brede welvaart. Dynamiek die dus rekening houdt met de elf welvaartsdimensies en ten gunste staat van de brede welvaart als geheel. Dat vraagt om een andere economie. Een economie die duurzaam en inclusief is. Dat vraagt op zijn beurt om vernieuwing van beleid en transities in het bedrijfsleven.
Kortom, Midden-Nederland moet werken aan een nieuwe agenda voor wat we noemen healthy business en healthy environment. Een agenda met een combinatie van hoge economische dynamiek en hoge brede welvaart. Dat is geen opgave voor ondernemers of een opgave voor politiek (links of rechts). Het is een opgave voor heel Midden-Nederland. Met dit essay hopen we daartoe een aanzet te geven.
Inleiding
De afgelopen decennia is een nieuwe economie ontstaan. Kennis en innovatie, vooral in regionale ecosystemen, zijn voor bedrijven steeds belangrijker geworden. Tegelijkertijd is de aandacht verschoven van een eenzijdige nadruk op het belang van regionaal-economische groei, naar een kijk op regionaal-economische ontwikkeling waarbij niet enge maar brede welvaart voorop staat; een kijk waarin naast inkomen ook aandacht is voor zaken als gezondheid, milieu en huisvesting.
Doel van dit essay is om voor Midden-Nederland de traditionele kijk op regionale ontwikkeling te verbinden aan het brede welvaartsperspectief. Hoe staat Midden-Nederland ervoor als motor van economische groei? Wat betekent dit voor de staat van brede welvaart in de regio? En welke uitdagingen heeft Midden-Nederland om ook in de toekomst aan de belofte van brede welvaart te kunnen voldoen? Door deze vragen te beantwoorden beogen we een gezamenlijk vertrekpunt te bieden voor de investeringsagenda van Midden-Nederland.
Midden-Nederland is een belangrijke groeimotor…
Kijken we naar de Nederlandse regio’s, dan zien we aanzienlijke verschillen in economische- en werkgelegenheidsgroei.[1] De afgelopen 25 jaar tekende zich binnen de Randstad nadrukkelijk een tweedeling af: tussen een florerende Noordvleugel en een stagnerende Zuidvleugel. Bovendien maakten regio’s buiten de Randstad een economische emancipatie door. Zo kwamen de Brainport Eindhoven en de Foodvalley (Ede-Wageningen) sterk op (figuren 1 en 2). Het economische zwaartepunt van Nederland is dus nadrukkelijk ook naar het midden van het land opgeschoven. Midden-Nederland, vooral de regio Utrecht, heeft zich de afgelopen decennia als een belangrijke groeimotor ontwikkeld.
Als we deze geografische patronen proberen te verklaren (figuur 1 en 2) dan vinden we dat ze voor een belangrijk deel kunnen worden geduid aan de hand van verschillen in sectorstructuur van een regio (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van sectoren met veel kennis en innovatie die hard zijn gegroeid), maar juist ook door de kwaliteit van het regionale ecosysteem. Waarbij deze (on)gunstige lokale omstandigheden over het algemeen een groter deel van de verschillen verklaren.[2]
[1] Lange tijd was in Nederland de Randstad het economische kerngebied, met meer dan 50 procent aandeel in onze economie. Op basis van de ontwikkeling in het aandeel in de economie in de afgelopen decennia kunnen we echter concluderen dat de Randstad een achterhaald begrip is.
[2] In de motor van economische groei zitten acht raderen die de groei aanjagen, en tevens remmen als deze niet op orde zijn. Zie Stedelijke regio’s als motoren van economische groei: clusters, ondernemerschap, human capital, bereikbaarheid, kennisinfrastructuur, financiering, governance en leefklimaat.
…maar benut haar regionale voordelen nog te weinig
Voor Midden-Nederland zien we dat de regio zich krachtig ontwikkelde, maar dat ze nog te weinig voordelen haalt uit de regionale kwaliteiten en de zogenoemde agglomeratie- of clustervoordelen. Dat zijn voordelen door de nabijheid tot andere of soortelijke en samenwerkende bedrijven, zoals de Metropoolregio Amsterdam en de Brainport Eindhoven dat bijvoorbeeld wel deden (figuur 3; het donkerblauwe balkje is in Utrecht niet zo groot als elders). In bijlage 2 is een profiel opgenomen van alle regio’s in Midden-Nederland (Utrecht, Gooi en Vechtstreek en de Veluwe). Hieruit leren we bijvoorbeeld dat het niveau van publieke kennis (R&D) heel hoog is in Utrecht, maar dat daar kennelijk nog geen sterke link is met het bedrijfsleven (valorisatie en naar de markt brengen van kennis). Met andere woorden: hoewel Midden-Nederland economisch goed presteert, haalt ze nog onvoldoende voordelen uit de regionale kwaliteiten die regio’s laten floreren.
Midden-Nederland heeft een hoge brede welvaart…
Welvaart gaat natuurlijk om veel meer dan alleen inkomen en productie. Terwijl bruto regionaal product (brp) vooral iets zegt over de omvang van de regionale economie, gaat het bij welvaart uiteindelijk om hetgeen mensen daadwerkelijk van waarde vinden. En daarbij gaat het om inkomen, maar ook om gezondheid, baanzekerheid, milieu, persoonlijke ontwikkeling, de balans tussen werk en privé, sociale contacten, maatschappelijke betrokkenheid, huisvesting, veiligheid en subjectief welzijn (figuur 4). We spreken daarom liever van brede welvaart.
Om de brede welvaart in Nederland en de regio’s te meten, ontwikkelden Universiteit Utrecht en RaboResearch de Brede Welvaartsindicator (BWI). De BWI meet elk van de elf dimensies met een of twee indicatoren en brengt deze samen tot één indicator. Deze paragraaf beschrijft de uitkomsten van de BWI voor Nederland en Midden-Nederland tot en met 2019.
Wat blijkt? De regio’s Utrecht en Het Gooi en Vechtstreek hebben de hoogste brede welvaart van het land, de regio Den Haag de laagste; het verschil bedraagt zeven procentpunten. Ook de Veluwe heeft een hoge brede welvaart.
Utrecht springt er positief uit op de dimensie subjectief welzijn (geluk). Ook scoort Utrecht beter dan andere regio’s op de dimensies veiligheid, inkomen en huisvesting. Daarentegen scoort Utrecht beneden gemiddeld op de dimensies milieu en werk-privébalans.
Het Gooi en Vechtstreek scoort zeer goed op de dimensie inkomen. Ook scoort deze regio beter dan andere op de dimensies persoonlijke ontwikkeling, baanzekerheid en huisvesting. Op de dimensies subjectief welzijn, sociale contacten en werk-privébalans scoort Het Gooi en Vechtstreek minder.
De Veluwe scoort juist goed op de dimensies veiligheid, baanzekerheid, werk-privébalans en huisvesting. De regio scoort minder op de dimensies subjectief welzijn en persoonlijke ontwikkeling.
Ook als we naar de ontwikkeling van de brede welvaart sinds 2013 kijken, neemt Midden-Nederland een goede positie in. Figuur 6 toont voor elke regio de brede welvaart in 2013 (x-as) en 2019 (y-as). In de regio’s in het kwadrant rechtsboven was de brede welvaart in beide jaren hoger dan die van Nederland als geheel, in het kwadrant linksonder in beide jaren lager. Sinds 2013 is de brede welvaart in elke regio gegroeid, maar de verschillen zijn groot. De diagonale lijn in de figuur geeft de landelijke groei weer. Regio’s boven die lijn groeiden harder dan landelijk, regio’s onder de lijn groeiden minder hard. In de regio Utrecht was de groei hoger dan de landelijke groei; Utrecht heeft haar positie sterk verbeterd. Ook Het Gooi en Vechtstreek verbeterde zich. Veluwe consolideerde op een relatief hoog niveau. Kortom, Midden-Nederland had in 2013 een hoge brede welvaart, en groeide sindsdien harder dan Nederland als geheel en had daardoor in 2019 de hoogste brede welvaart van het land.[3] Zie onze publicatie over de geografie van brede welvaart voor een uitgebreide beschrijving van de clusters.
[3] Zie onze publicatie over de geografie van brede welvaart voor een uitgebreide beschrijving van brede welvaart in verschillende type regio’s.
…maar de coronacrisis raakt brede welvaart
Interessanter dan de brede welvaart in 2019 zijn de ontwikkeling sindsdien. En daarmee ook de effecten van de coronacrisis op brede welvaart. Deze data zijn voor 2021 echter nog niet beschikbaar. Om de effecten van de coronacrisis te meten, maken we daarom gebruik van onze brede welvaartsenquête. Deze is in het voorjaar van 2019, 2020 en ook 2021 elk jaar door ruim tienduizend mensen ingevuld. We vroegen hen om de elf dimensies van brede welvaart te waarderen op een schaal van één tot zeven (tabel 1). Het gaat hierbij dus om de welvaart zoals de respondenten deze ervaren, wat kan verschillen van de gemeten brede welvaart in de BWI.
Veel mensen hebben de enquête in zowel 2019 als 2021 ingevuld. Hierdoor kunnen we nagaan of hun brede welvaart in de afgelopen twee jaar op de elf dimensies is verbeterd of verslechterd en tellen voor hoeveel van de respondenten dat geldt. Vervolgens toetsen we of het verschil tussen het percentage van de respondenten met een verbetering significant afwijkt van het percentage van de respondenten met een verslechtering. Daaruit blijkt dat voor Nederland als geheel de dimensies inkomen en baanzekerheid significant zijn verbeterd, terwijl subjectief welzijn (geluk), gezondheid, huisvesting en sociale contacten significant zijn verslechterd.[4] Zie ook onze publicatie over de effecten van de coronacrisis op brede welvaart.
[4] Zie ook onze publicatie over de effecten van de coronacrisis op brede welvaart.
Hetzelfde deden we voor Midden-Nederland. De uitkomsten staan in figuur 7.[5] Ongeveer 370 inwoners van Midden-Nederland vulden de enquête zowel in 2019 als in 2021 in. Ter illustratie: op de vraag ‘Op een schaal van 1 t/m 7, heb je voldoende inkomen?’ vulde 25 procent in 2021 een slechtere score in dan in 2019, terwijl 35 procent een betere score invulde. Het saldo is dus 10 procent en dat is wat is weergegeven in de figuur. Dat is bovendien een significante verbetering. Anderzijds zien we een forse significante verslechtering van de dimensies subjectief welzijn en veiligheid.
[5] Alleen op de donker gekleurde dimensies is de verbetering/verslechtering significant met een p-waarde van maximaal 0,05.
Kortom: Midden-Nederland heeft een hoge brede welvaart en heeft zich de afgelopen jaren ook bovengemiddeld kunnen verbeteren. Wel zien we dat in het coronajaar vooral subjectief welzijn en veiligheid significant onder druk is komen te staan.
Vijf uitdagingen voor Midden-Nederland
Wat zijn de uitdagingen waarmee Midden-Nederland wordt geconfronteerd? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is het van belang om zowel te weten wát mensen belangrijk vinden, als te weten op welke terreinen volgens hen de grootste opgaven liggen.
Wat mensen belangrijk vinden kunnen we afleiden uit hun voorkeuren voor de verschillende dimensies van brede welvaart. We hebben dit op twee manieren uitgevraagd: door voor iedere welvaartsdimensie te vragen naar een waardering op een schaal van 0 tot en met 10 en door ze 110 punten te laten verdelen over alle elf welvaartsdimensies. Beide methoden kennen hun voors en tegens. Tegelijkertijd wijken de rangordes die beide methoden opleveren ook niet veel van elkaar af (figuur 8). Geluk en gezondheid staan voor mensen doorgaans op één, gevolgd door veiligheid en inkomen en huisvesting.
Dat geluk en gezondheid voor mensen in Midden-Nederland op één staan, betekent niet dat op die terreinen voor Midden-Nederland ook de grootste opgaven liggen. Mensen kunnen gezondheid erg belangrijk vinden, maar wanneer ze weinig belemmeringen ondervinden voor een gezond leven, zijn de opgaven op dit terrein mogelijk klein. Om zicht te krijgen op de opgaven voor Midden-Nederland hebben we daarom begin 2021 daar een regiodialoog georganiseerd. Binnen deze dialoog stond de vraag welke opgaven er spelen binnen de regio, nadrukkelijk voorop. Wanneer we de uitkomsten van de dialoog analyseren, dan zien we dat vooral huisvesting, milieu en maatschappelijke betrokkenheid boven komen drijven als terreinen waarop voor Midden-Nederland de grootste uitdagingen liggen.
Deels zijn de terreinen waar mensen de belangrijkste opgaven zien anders dan de terreinen die mensen – los van de opgaven die er spelen – van belang vinden. Zo is gezondheid een terrein waar mensen wel veel waarde aan hechten, maar niet de grootste opgaven zien. En milieu is een terrein waar mensen niet direct de meeste waarde aan hechten, maar wel een terrein waar ze grote opgaven zien.
Door de twee analyses aan elkaar te verbinden, krijgen we zicht op de terreinen waar de belangrijkste uitdagingen liggen; terreinen waar door mensen de grootste waarde aan wordt toegedicht en/of waar de grootste opgaven liggen (figuur 9). De dimensies die er dan uitspringen liggen op het vlak van huisvesting, gezondheid, milieu, inkomen en subjectief welzijn. De uitdagingen op deze dimensies zijn:
Het bedrijfsleven als zorgenkindje?
Het beeld dat we van de regio Midden-Nederland tot zover kunnen schetsen, is dus dat het een uitzonderlijke regio is, die sterke economische groei combineert met een hoog niveau van brede welvaart. Maar we zagen ook dat de regio nog meer van de economische potentie kan waarmaken. Daarnaast staat de brede welvaart, mede door corona, ook onder druk. Dit is een gezamenlijke opdracht. De overheid moet hierbij zeker haar rol pakken. Om de pijn van de coronacrisis te verzachten, maar zeker ook om de kaders te zetten waarbinnen ondernemers kunnen ondernemen en burgers kunnen leven. Maar er is ook een rol weggelegd voor het bedrijfsleven in de transitie naar een nieuwe economie; een transitie waarbij thema's als groene energie, inclusief ondernemen, echte prijzen, nieuwe rijkdom, biodiversiteit, ketentransparantie en circulair ondernemen voorop staan (figuur 10).
Uit onderzoek van RaboResearch blijkt dat Nederlandse bedrijven op een schaal van 1 tot en met 10 slechts een 5,7 scoren in de transitie naar zo'n nieuwe economie. En voor bedrijven in Midden-Nederland ziet dit beeld er al niet veel beter uit. Hoewel bedrijven in Midden-Nederland over het algemeen vergelijkbaar scoren met bedrijven in de rest van Nederland, is er niet één onderdeel van de transitie naar een nieuwe economie waarop ze zich kunnen meten met koploperregio's in Nederland (figuur 11, de koplopers zijn de lichtblauwe scores). Met name op het gebied van ketentransparantie, biodiversiteit en groene energie lopen bedrijven in Midden-Nederland achter op de kopgroep. Daar waar met name die laatste twee thema's duidelijk raken aan de milieu-uitdaging waar Midden-Nederland mee geconfronteerd wordt, is er overduidelijk werk aan de winkel.
Inzoomen op de economische specialisaties Midden-Nederland
De vorige paragraaf ging in op het brede bedrijfsleven in Midden-Nederland en hun karakteristieken voor wat betreft de transitie naar een duurzame en inclusieve economie. Nu gaan we nader in op de economische specialisaties in de regio. Enerzijds door te kijken welke sectoren relatief oververtegenwoordigd zijn; dé economische specialisaties. Anderzijds door tegelijkertijd te kijken of deze sectoren in de periode 1996-2020 ook zijn gegroeid en dus de dragers van de groeimotor, zoals eerder beschreven, zijn. Tenslotte komt ook de omvang van de sector (in banen) in de regio naar voren. Figuur 12 vat dit alles samen. Vooral het kwadrant rechtsboven is hier interessant: het zijn sectoren waar de regio in is gespecialiseerd, en die zijn gegroeid.
Figuur 12 leert ons dat de regio sterk is gespecialiseerd in de informatie- en communicatiesector (ICT-sector). Midden-Nederland huisvest relatief gezien de meeste banen in de ICT-sector van het land en deze zijn voornamelijk geconcentreerd in stadsgewest Utrecht (specialisatie in IT), Foodvalley (specialisatie in IT) en Gooi en Vechtstreek (mediacluster in en rondom Hilversum). Juist deze sector ontleent veel economische waarde aan clustering. Ook de sectoren advies- en onderzoek en onderwijs zijn belangrijk voor Midden-Nederland.
Healthy business
Vanuit de genoemde specialisaties is het goed te benoemen dat daar steeds een sterke deelspecialisatie op gezondheid terugkomt, we noemen dat healthy business. Zo is er binnen de advies-en onderzoeksector een sterke specialisatie in health. Utrecht University (gespecialiseerd in life sciences) en Wageningen University (gespecialiseerd in voeding en milieu) spelen hierin een grote rol, maar rondom beide universiteiten zijn ook veel bedrijven die onderzoek verrichten. Utrecht Science Park is hier een goed voorbeeld van: hier werken kennisinstellingen, onderzoeksinstituten en bedrijven samen om oplossingen te vinden voor een langer en gezonder leven. Utrecht Science Park is het grootste science park van Nederland.
Het geldt ook voor de eerder genoemde ICT-sector waar de deelspecialisatie health terugkomt. IT-bedrijven focussen ook op het thema gezondheid. Het bedrijf SyncVR Medical past bijvoorbeeld virtual reality (VR) toe voor medische doeleinden en Genmab is een bedrijf die testrobots voor COVID-19-testen ontwikkelen.
Verder zien we dat de groothandel- en detailhandel een relatief grote sector is. En ook hier geldt weer dat daarbinnen de groothandel met farmaceutische producten, medische producten en medische instrumenten sterk vertegenwoordigd zijn. De sector gezondheids- en welzijnszorg is niet oververtegenwoordigd in de regio, maar wel belangrijk (door een groot aantal banen). UMC Utrecht speelt hierbij een grote rol; het is een van de grootste ziekenhuizen van het land. Tot slot is de cultuur-, sport- en recreatiesector de afgelopen tijd het sterkst gegroeid. Banen in deze sector zitten bijvoorbeeld veel in Zeist (KNVB) en Utrecht (innovatieplatform FC Utrecht).
Kortom, de economische structuur van Midden-Nederland is sterk gepositioneerd rondom het thema gezondheid in de brede zin. Deze unieke sectorstructuur geeft de kring een voordeel ten opzichte van andere regio’s in het land. Niet alleen bedrijven en onderwijsinstellingen positioneren rondom het thema gezondheid, ook lokale overheden sluiten zich aan bij dit thema. Zo streeft de gemeente Utrecht naar een gezonde stad van en voor iedereen, waarbij leefbaarheid voorop staat.
Unieke kansen en werk aan de winkel
Midden-Nederland staat er goed voor. Het is een economische groeimotor en nergens in Nederland is de brede welvaart zo hoog als hier. Toch kan de regio niet op zijn lauweren rusten. Het gebied benut haar economische potentie namelijk niet volledig. Midden-Nederland kan meer halen uit de clustering en specialisatie van economische activiteiten en voorzieningen, de goede verbindingen, de sterke kennisinfrastructuur en de kwalitatief hoogwaardige arbeidsmarkt. Bovendien moeten slagen worden gemaakt in de transitie naar een nieuwe economie. Het brede bedrijfsleven mee laten bewegen in de transitie naar een duurzame en inclusieve economie.
Meer economische dynamiek is dus mogelijk en nodig. Maar wel graag binnen de kaders van brede welvaart. Dynamiek die dus rekening houdt met de elf welvaartsdimensies en ten gunste staat van de brede welvaart als geheel. Dat vraagt om een andere economie. Een economie die duurzaam en inclusief is. Dat vraagt op zijn beurt om vernieuwing van beleid en transities in het bedrijfsleven. Tegelijkertijd is de economische specialisatie van Midden-Nederland met de kennisintensieve informatie- en communicatiesector (ICT-sector) en advies- en onderzoek en onderwijs, met deelspecialisaties in healthy business een sterk uitgangspunt voor Midden-Nederland.
Het zoeken naar de combinatie van hoge economische dynamiek en hoge brede welvaart, zowel nu als in de toekomst, is dan ook geen opgave voor ondernemers of een opgave voor politiek links of rechts. Het is een opgave voor heel Midden-Nederland!
Bijlagen
Bijlage 1 gebiedsafbakening
De coropgebieden Utrecht, Het Gooi en Vechtstreek en Veluwe nemen we mee als we Midden-Nederland afbakenen op basis van de corop-indeling.
Bijlage 2 Benchmark Utrecht, Het Gooi en Vechtstreek en Veluwe
Om een goed beeld te krijgen van hoe de regio er momenteel voor staat, hebben we gekeken naar een aantal kernindicatoren die horen bij de acht raderen in de motor van economische groei. De figuren hieronder geven die weer, met gestandaardiseerde scores. Alle indicatoren zijn ook gelijk geschaald. Een negatieve score houdt in dat de regio minder goed presteert op een indicator dan het Nederlandse gemiddelde. Een positieve score betekent dat de regio op de indicator beter presteert dan het Nederlandse gemiddelde.
We zien dat de regio Utrecht zich kenmerkt door een sterke bedrijfsdynamiek, een sterke positie in de publieke kennisinfrastructuur en een goede bereikbaarheid. Terwijl fijnstof, misdrijven en de woontevredenheid er achterblijven. Het Gooi en Vechstreek scoort juist goed op woontevredenheid. De Veluwe lijkt qua profiel vest op Utrecht maar is minder uitgesproken en lijkt ook meer op het Nederlandse gemiddelde.